Alle Freyella-soorten komen voor in zeer diep water, en worden maar met mate verzameld van geïsoleerd van elkaar liggende locaties, vrijwel uitsluitend door te dreggen of met een boomkor. Gericht verzamelen is daarmee onmogelijk en het materiaal dat naar boven wordt gehaald is vrijwel nooit intact. Dat maakt het beschrijven en benoemen van soorten gecompliceerd. In 1986 publiceerde Maureen Downey de resultaten van een studie die ze had verricht naar de tot dan beschreven diepzee-zeesterren uit de Atlantische Oceaan. Eén van haar bevindingen was dat de soort die in 1884 door Verrill was beschreven en benoemd als Brisinga elegans, naderhand door meerdere auteurs opnieuw was beschreven, onder een andere naam. Zij reduceerde die namen tot synoniemen van Freyella elegans.[2]
Freyella spinosaPerrier, 1885[3][4] (typesoort van het geslacht Freyella)
Mah, C.; Hansson, H. (2008). Freyella elegans (Verrill, 1884). In: Mah, C.L. (2016). World Asteroidea database. Geraadpleegd middels: World Register of Marine Species op http://www.marinespecies.org/aphia.php?p=taxdetails&id=123692 op 19 december 2016.
↑Verrill, A.E. (1894). Descriptions of new species of starfishes and ophiurans, with a revision of certain species formerly described; mostly from the collections made by the United States Commission of Fish and Fisheries. Proceedings of the United States National Museum17: 285; verzameld met de Albatross in 1883, voor de Chesapeake Bay, 37°59'20 N, 1917 vadem (3506 meter)