Naar inhoud springen

Gastrodes abietum

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Kliek (overleg | bijdragen) op 5 nov 2018 om 00:30. (Heet nu 'sparrenkegelwants' op waarneming.nl)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Gastrodes abietum
Gastrodes abietum
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Hemiptera (Halfvleugeligen)
Onderorde:Heteroptera (Wantsen)
Familie:Lygaeidae (Bodemwantsen)
Geslacht:Gastrodes
Soort
Gastrodes abietum
Bergroth, 1914
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Gastrodes abietum op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

De Gastrodes abietum is een wants uit de onderfamilie Rhyparochrominae en uit de familie bodemwantsen (Lygaeidae). 'Sparrenkegelwants' is de Nederlandse naam voor deze wants op Waarneming.nl, waar voor alle in de Benelux voorkomende wantsen eenduidige Nederlandse namen zijn ingevoerd.[1][2]

De onderfamilie Rhyparochrominae wordt ook weleens als een zelfstandige familie Rhyparochromidae gezien in een superfamilie Lygaeoidea.[3] Lygaeidae is conform de indeling van bijvoorbeeld het Nederlands Soortenregister.

Uiterlijk

De sparrenkegelwants is 5,9 tot 7,2 mm lang. De kop, het schildje (scutellum) en het voorste deel van het halsschild (pronotum) zijn zwart. Het achterste deel van het halsschild, de voorvleugels, poten en antennes zijn roodbruin. Hij lijkt op de dennenkegelwants (Gastrodes grossipes), maar hij is lichter roodbruin, het halsschild heeft een lichte zijrand en het eerste antennesegment is korter.

Verspreiding en habitat

De soort komt voor in bijna geheel Europa van de Noordpoolcirkel tot de noordelijke rand van het Middellandse Zeegebied. Naar het oosten is hij verspreid tot in Siberië.

Leefwijze

De wantsen leven van het sap van zaden van naaldbomen, met name de nimfen voeden zich ook met het sap van de naalden. Dat doen ze vooral ’s nachts. Ze leven in de fijnspar (Picea abies). Dat is de belangrijkste voedselbron, maar ze zijn ook te vinden op zilverspar (Abies), Pseudotsuga, den (Pinus), lork (Larix) en cipres (Cupressaceae). De imago’s en nimfen overwinteren. In mei leggen de vrouwtjes de eitjes aan de binnenkant van sparrenappels van het jaar er voor. De nieuwe generatie volwassen wantsen verschijnt vanaf juli of augustus.

Externe link