Gebruiker:Chescargot/Artikel over W.J.L. Verbeek voor het Max Euwe Centrum Online magazine.

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Schaken in de 19e eeuw: de geboorte van het moderne schaakspel in Nederland.[bewerken | brontekst bewerken]

Elias Stein (1748-1812)

De geboorte van het moderne schaken in Nederland is nevelen gehuld. In het begin van de negentiende eeuw was het schaken nog een spelletje dat toch zo nu en dan tussen de intellectuelen gespeeld werd. Het was een prestige als men zowieso over schaken kon discussieren, zoals bleek uit het feit dat men de Franse grootmeester Elias Stein, schaakmeester van de zonen van Koning Willem IV, aan de lippen hing, en waarbij gezegd werd dat als je niet over schaken kon meepraten, dat je dan beter je mond kon houden. Feit was echter dat het Nederlandse schaakgemeenschap, voor zover er van een schaakgemeenschap gesproken kon worden, ver achterliep bij de internationale schaakgemeenschap. Er was geen organisatie, geen tijdschrift, geen vereniging, niets. Het feit dat de Nederlandse schaakgemeenschaps Elias Stein tot de beste schaker van die tijd bestempelde en hem en passant als Nederlandse schaakmeester toeeigende, spreekt boekdelen: Stein was voor zijn tijd zeker niet geen slechte speler, maar om hem nu als de beste schaker ter wereld te bestempelen was toch overdreven met groten als ... die toen ook rondliepen. Steins verdienste was desalniettemin dat de belangstelling voor het schaken zijn eerste opleving kreeg in Nederland.

Na hem stonden in de negentiende eeuw persoonlijkheden op die sindsdien de ontwikkeling van het schaakspel in een stroomversnelling geplaatst hebben. Mogelijk de grootste pionier onder hen was Willem Jan Louis Verbeek (1820-1888), ofwel "W.J.L. Verbeek, huisarts in Wijk bij Duurstede", zoals meestal naar hem verwezen wordt in de literatuur. Het eerste boek over het moderne schaken in de oorspronkelijke Nederlandse taal was van zijn hand. Verbeek was een van de grootste drijfveren achter de uniformisering van het spel, de verspreiding van het spel, en binding en groei van de Nederlandse schaakgemeenschap, hetgeen uiteindelijk bekroond werd met de oprichting van de Nederlandse schaakbond, waarvan Sissa schaaktijdschrift, Willems geesteskind, het eerste orgaan zou worden. Paradoxaal genoeg is Verbeek ondanks zijn bijdragen na zijn overlijden in de vergetelheid geraakt.

Met Willem Verbeek als focus van de eerste aflevering over de geboorte van het moderne schaakspel in Nederland plaatsen we hem niet alleen terug in het zonnetje, maar leggen we tevens de basis waarvan evenvoudig de overstap gemaakt kan worden naar die andere pioniers van het Nederlandse schaken: het schaaktijdschrift Sissa zou als Verbeeks journaal van het schaken in de negentiende eeuw beschouwd kunnen worden, en is alszodanig bij verre de belangrijkste bron voor het ontstaan van het moderne Nederlandse schaakspel.

(Pilot/Aflevering 1:) Willem Verbeek - Een pionier van het Nederlandse schaken[bewerken | brontekst bewerken]

Willem Jan Louis Verbeek (1820-1888) Hoofdredacteur van schaaktijdschrift Sissa, en schaakmeester avant la lettre.

Willem Jan Louis Verbeek (1820-1888) was de jongste telg uit de familie van Jan Louis en Wilhelmina Verbeek. Hij was geboren en getogen in Wijk bij Duurstede en na een onderbreking voor zijn medische opleiding tot platlandicus is hij daar in 1842 teruggekeerd en gestart als huisarts. Willem's broer J.J.A.Verbeek was toen evenals hun vader apotheker geworden en had de apotheek in het ouderlijke huis op De Markt overgenomen.

Willem Verbeek trouwde en zou een gezin hebben dat uitgroeide tot negen kinderen. Het zou veel later kort uitgebreid worden met nog eens drie verweesde kleinkinderen totdat een alternatief thuis voor ze gevonden werd. In de periode van 1848 tot 1853 staat de familie Verbeek de hulpbehoevende fysiek aftakelende vriend Helvetius van den Bergh terzijde door hem ook enkele jaren onder hun dak te nemen. Van den Bergh zou het schaken van Willem Verbeek leren en tot een van de grootste Nederlanse schaakcomponisten uit zijn tijd worden.

Ondanks zijn drukke praktijk, familieleven, en financiële beslommeringen vond Willem Verbeek ruimte om zich in diverse sociaal-culturele activiteiten en goede doelen te verdiepen. In zijn vrije tijd was Verbeek vooral actief in de schaakwereld, waar hij menig lans brak voor de ontwikkeling van het schaken in Nederland, dat in de achtiende eeuw nog achterliep op de rest van de wereld. Verbeek geldt dan ook als een pionier, die als geen ander een stimulator was voor het schaken en de uniformering van de regels in Nederland. Verbeek was een schaakmeester avant la lettre, maar hij is vooral bekend als de hoofdredacteur van het eerste Nederlandse schaaktijdschrift Sissa (1847-1874), zijn geesteskind.

Schaakcarrière[bewerken | brontekst bewerken]

Een foto van rond 1900 van het nog altijd bestaande pand dat als thuisbasis diende voor Sissa schaakvereninging (1844-1865).

In 1844 richtte Verbeek met twee clubgenoten het schaakgenootschap Sissa op, vernoemd naar de mythische brahmaan Sissa waarvan men dacht dat hij het schaakspel uitgevonden had. De leden van deze vereniging ontmoetten wekelijks. Verbeek stuurde menig correspondentie-schaakpartij van Sissa tegen andere clubs in het land. Onder Verbeeks leiding groeide Sissa uit tot een gerespecteerde schaakmacht en werd Wijk bij Duurstede "de bakermat van het schaken” in de regio.[1]

Verbeeks naam (alsook zijn pseudoniem Gustavus) is verbonden met het eerste Nederlandse schaaktijdschrift Sissa, zijn geesteskind, dat hij in 1848 opzette en waarvan hij tot 1874 de hoofdredacteur zou zijn. Het blad werd het middel bij uitstek om de Nederlandse schaakgemeenschap te verbinden en op de hoogte te houden van de laatste theoretische ontwikkelingen.

Na uitgebreid overleg met vooraanstaande schakers publiceerde Verbeek in 1848 onder zijn pseudoniem het Nieuw reglement op het gewoon schaakspelen, dat algemeen aangenomen werd en door het hele land gebruikt werd tot in 1874, toen de Nederlandse schaakbond met een update kwam.

In de periode tussen 1848 en 1852 verschafte Verbeek onderdak aan de hulpbehoevende, fysiek aftakelende theaterschrijver Helvetius van den Bergh, vooral bekend van het toneelstuk De Neven, en bracht hem de regels van het schaakspel bij. Helvetius zou in korte tijd uitgroeien tot een vooraanstaande schaakprobleem-componist en met steun en aanmoediging van Verbeek in 1852 zelfs het boek Kunstspelen voor liefhebbers van het schaken publiceren.

In 1858 werd op Verbeeks initiatief en in samenwerking met Strijdt met Beleid een nationaal schaaktoernooi in Nijmegen georganiseerd. Dit geldt als het eerste nationale schaaktoernooi in de Nederlandse geschiedenis. Verbeek, immer de romantische schaker, gebruikte de openingstoespraak om nog maar eens de deugden van het gambietspel te benadrukken, waarbij hij schande sprak van het "schaakslakkenstijl" dat getoond was in het beroemde Internationale Schaaktoernooi van Londen dat eerder dat jaar was gehouden. Het waren de hoogtijdagen van het romantische schaak, en de eerste ontwikkelingen richting het positionele schaak die in Londen feitelijk te zien waren, getoond door onder meer Staunton en xxxx, toch al niet de minsten in de schaakwereld, werd door de romantici van toen - met Verbeek voorop, met weerzin tegenmoet gezien.

De winnaar van het toernooi in Nijmegen werd gewonnen door de multigetalenteerde Thomas Werndly (1839-1868), een gevierde redacteur van het Sissa schaaktijdschrift, en talentvolle litereraire belofte, die zijn talenten echter nooit tot volle wasdom heeft kunnen brengen omdat hij veel te jong stierf. Werndly won het toernooi vóór Christiaan Messemaker (1821-1905), die wel een lang leven beschoren was en de geschiedenis in zou gaan als één van Nederlands sterkste spelers uit de negentiende eeuw. Grote afwezige in dat toernooi was echter de relatief teruggetrokken Maarten van 't Kruijs, die zou uitgroeien tot mogelijk de sterkste schaker in Nederland in de negentiende eeuw.

In 1861 publiceerde Verbeek De Hollandsche schaakspeler – een zakboek voor schaakspelers, dat vermoedelijk als het eerste boek over het moderne schaken in de originele Nederlandse taal beschouwd kan worden.[2] Dit boek geeft een overzicht van de stand van het schaken in Nederland halverwege de negentiende eeuw, en onder meer enkele beroemde partijen die heden nog altijd terug te vinden zijn. We laten hier de minstbekende partij zien, en wel die van Verbeek die tegen een consulterende tweetal speelde:

W.J.L. Verbeek v. N&N (consultatie) 1861 C33 Aangenomen Koningsgambiet, Bisschopsgambiet, Eerste Jaenisch Variant
1. e4 e5 2. f4?!   Typisch voor de romantisch schaaktijd: de Koningsgambiet.  (2. Pf3 Pc6 3. Bb5 a6 4. Ba4 Pf6 5. O-O Be7 6. Te1 b5) 2... exf4 3. Bc4 Dh4+ 4. Kf1 Pf6 5. Pf3 Dh5?!   (5... Dh6 6. Pc3 c6 7. De1 b5 8. e5 Ph5 9. Bb3 Be7 10. Pe4 O-O 11. a4 d5 12. exd6) 6. h4??   Naar huidige maatstaven een blunder (6. Pc3 c6) 6... Dc5 7. De2 Ph5 8. Th3  Wit maakt zich klaar voor een kwaliteitsoffer voor de aanval.  8... Pg3+??   (8... d5 zou voorzichtig doch agressief zijn - Morphystijl? Deze manier van lange termijndenken was echter nog niet gewoon in die tijd. Waarschijnlijk waren alleen sterke spelers die hun tijd enigzins vooruit liepen in staat deze lijn te produceren. 9. exd5+ Be7 10. d4 Bxh3 11. dxc5 Pg3+ 12. Kg1 Pxe2+ 13. Bxe2 Bxc5+ 14. Kh2 Bf5 15. Bxf4) 9. Txg3 fxg3  Wits offer lijkt gerechtvaardigd, want het kost Zwart 3 tempi (wat neerkomt op een pion) en loopt derhalve achter in de ontwikkeling: Wit heeft twee stukken geactiveerd vs nul stukken voor Zwart (de zwaarwegende Dames niet meegeteld)  10. d4 De7?   (10... Dh5 11. Pc3) 11. Pc3 d6??   Blunder.  (11... c6) 12. Pd5 Dd8?   Zwart verliest nogmaals twee tempi (12... Dd7) 13. Pg5??   Wit maakt zich klaar voor tactisch spel, maar dit is waarschijnlijk voorbarig als Zwart optimaal zou antwoorden (13. Bg5 h6 14. Bxd8 Kxd8 15. De1 a5 16. Dxg3 b5 17. Bxb5 a4 18. e5 Ta5 19. Bc4 Bf5) 13... Be7?   Zwart antwoord niet optimaal dus en staat Wit nu dus beter, zoniet gewonnen: Zwart geeft Wit de gelegenheid voor de tactische offer te gaan. (het beste was 13... c6) 14. Pxf7 Kxf7??   (14... Tf8 15. Pf6+) 15. Pxc7+ Kf8?!  In theorie is mat nu onontkoombaar. (15... d5) Maar we zitten in de Romantische tijd en het spel moet mooi zijn... 16. Df3+?? (16. Dh5 d5 17. Bxd5 Be6 18. Bxe6 Dxc7 19. Df7#) 16... Bf6 17. Pxa8 Pc6 18. c3 Bd7??  (18... h5) 19. Bg5?!   In een andere partij werd ... Ke8 gespeeld. Zie Sissa 1860, p.216  (19. Bf4 Ke8 20. Bxd6 Dxa8 21. e5 Be7 22. Df7+ Kd8 23. Dxg7 Te8 24. Bf7 a5 25. Kg1 Da6) 19... h5 Zinloze zet. Het idee van ...Bg5 is treansparant en eenvoudig ontweken.  20. Pc7 Dxc7?!   (20... Pxd4) 21. Bxf6 gxf6??  Wederom is mat onontkoombaar. Wit laat het nu niet liggen. (21... Bg4 22. Bd8+ Bxf3 23. Bxc7 Bxe4 24. Bxd6+ Ke8 25. Bxg3 Kd7 26. Te1 Bf5 27. d5 Pe7 28. Be5) 22. Dxf6+ Ke8 Zwart geeft op omdat het nu mat in drie zetten is:  23. Bf7+ Kf8 24. Bg6+ Kg8 25. Df7#
Sissa (27e jrg., 1874)

Hij was er als redacteur van Sissa getuige van toen op 23 mei 1873 op initiatief van leden van het Haagse Schaakgenootschap Discendo Discimus de Nederlandsche Schaakbond opgericht werd. Sissa, dat met Willem Verbeek een goede en betrouwbare reputatie had, werd het eerste officiële tijdschrift van de Bond. Verbeek was toen, met zijn leeftijd van 53 jaar, internationaal bekend als de oudste redacteur van een schaaktijdschrift, terwijl Sissa een van de langst lopende tijdschriften was die de internationale schaakwereld toen kende. Verbeeks volharding en doorzettingsvermogen, waar andere schaaktijdschriften in binnen- en buitenland het niet redden, wekten alom bewondering.[3] Een jaar later echter stapte Verbeek uit de schaakwereld om “verschillende redenen van overwegend belang” en daarmee kwam ook een einde aan Sissa.[4]

De bond zou, na nog een jaar op hoogst onbevredigende wijze met Verbeeks opvolger, de uitermate recalcitrante Antonius van der Linde, in zee te zijn gegaan pas in 1893 weer zijn eigen bondstijdschrift hebben.[5]

Het laatste levensteken van Verbeek in de schaakwereld was toen hij in 1878 zijn uitgebreide schaakcollectie aan de Schaakbond verkocht.[6]

Overlijden en nalatenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Schaakpuzzel, waarvan de oplossing symbool staat voor Verbeeks overlijden. Oplossing in de voetnoot.[7]

Willem Verbeek overleed op 30 september 1888 op 68-jarige leeftijd in Wijk bij Duurstede, vermoedelijk na een korte ziektebed. Over de oorzaak van het overlijden is, gezien het feit dat Verbeek naast schaker toch vooral een huisarts was, merkwaardig genoeg weinig bekend. Charles Dupré, die in de loop der jaren een goede vriend van Willem was geworden, wist er echter meer van en schepte in De Groene Amsterdammer middels een schaakpuzzel ter nagedachtenis van Verbeek op gepaste wijze licht op de omstandigheden waaronder hij was overleden.

Verbeek wordt met name herinnerd om zijn bijdragen aan de Nederlandse schaakgemeenschap. In het schaakcolumn van De Tijd stond: “De schaakwereld heeft een groot verlies geleden door het overlijden van één harer meest verdienstelijke leden, den heer W.J. L. Verbeek, te Wijk-bij-Duurstede. Gedurende 27 jaaren was hij redacteur van het schaaktijdschrift Sissa, en men kan zeggen dat hij zoowel met de zaakkundige bewerking van dat blad als met zijn overigen arbeid in boekvorm en voor de periodieke pers het meest van alle Nederlanders bijgedragen heeft tot aankweeking van degelijke schaakkennis in ons Vaderland. Zijn aandenken zal in dankbare vereering voortleven bij de beoefenaars van het schaakspel.”[8] De Nederlandse Schaakbond schreef in het Jaarboekje van 1888: "[we] herdenken met bijzondere waardeering, den ijver, het talent, de volharding en beminnelijkheid, waarmede hij gedurende 28 jaren (1847- 1874) aan het hoofd der redactie van Sissa heeft gestaan en daardoor de lust en de liefde tot het edele spel bij zoovelen heeft opgewekt en gaande gehouden."

Het is moeilijk om zijn bijdragen aan de ontwikkeling van het Nederlandse schaak te kwantificeren, maar is het duidelijk dat zijn inspanningen flink hebben bijgedragen aan het in kaart brengen van het Nederlandse schaak. Vooral middels het schaaktijdschrift Sissa heeft Verbeek 28 jaar lang bijgedragen aan;

  • Groei en binding van de Nederlandse schaakgemeenschap
  • Ontwikkeling en verspreiding van schaakkennis
  • Sissa is heden de historische bron bij uitstek over het Nederlandse schaakleven in de negentiende eeuw.
  • Publicatie van schaakregels die tot de update van de bond in 1874 van toepassing waren.
  • Publicatie van het eerste boek in de Nederlandse taal over het moderne schaken.
Eervolle vermeldingen van Willem Verbeek
  • 1851: Erelid van Schaakgenootschap Strijdt met Beleid in Nijmegen
  • 1851: Erelid van Schaakgenootschap Vriendschap en Oefening in Alkmaar
  • 1851: Lid van Verdienste bij Schaakgenootschap Philidor in Amsterdam
  • 1860: Honorair lid van Amsterdamse Schaakgenootschap
  • 1862: Honorair lid van Schaakgenootschap La Bourdonnais in Amsterdam
  • 1866: Erelid van Schaakgenootschap Vermaak door Oefening in Rotterdam
  • 1870: Erelid van Schaakgenootschap Ströbeck in Den Bosch
  • 1873: Erelid van Discendo Discimus in Den Haag
Publikaties van Willem Verbeek (pseud. Gustavus)

Verbeeks speelsterkte[bewerken | brontekst bewerken]

De toren van Kasteel Duurstede, op steenworp afstand van Verbeeks huis, waarin Verbeek op een zomerdag in 1863 een partijtje schaak speelde met Dupré.

Verbeek was een naar negentiende-eeuwse Nederlandse maatstaven bovengemiddeld sterke schaker en geldt als een schaakmeester avant la lettre. Zijn schaakstijl was typisch romantisch en hij was een pleitbezorger van het gambietspel. Hij speelde veel partijen, met en zonder voorgift, en stond bekend als een van de vroegste Nederlandse schakers die geblindeerd simultaanschaak konden spelen.[10] Verbeek heeft ook menig partij gespeeld tegen de sterkste schakers van Nederland, waaronder C.E.A. Dupré, G.Dufresne, F.G. Hijmans, alsook internationaal bekende schaakmeesters zoals Serafino Dubois. Hij stond ook op goede voet met de "krasse grijsaard" C. N. Oliphant, toen de oudste schaakspeler van Nederland, en met wie hij onder het genot van enkele partijen het spel in Nederland bediscussieerde.

C.E.A.Dupré-W.J.L Verbeek Wijk bij Duurstede, 20 Augustus 1863 C37 Aangenomen Koningsgambiet, Aangenomen Muzio Gambiet, Verdediging van From
1. e4 e5 2. f4?!  2. Pf3 Pc6 3. Bb5 a6 4. Ba4 Pf6 5. O-O Be7 6. Te1 b5 2... exf4 3. Pf3 g5 4. Bc4 g4 5. O-O gxf3 6. Dxf3 De7?!  6... Df6 7. d3 Pc6 8. Bxf4 d6 9. Pc3 Dg7 10. Pd5 Kd8 11. Bg3 7. d4?!  7. Dxf4 Kd8 8. Bxf7 Ph6 9. Bh5 Bg7 10. d4 Tf8 11. Dxf8+ Bxf8 7... Pc6 8. Dxf4 Ph6??  8... Bh6 9. Dxc7 d5 10. Dxe7+ Kxe7 11. exd5 Bxc1 12. Txc1 Pxd4 13. Pd2 Ph6 14. c3 Pdf5 15. Bd3 9. Pc3 Pxd4 10. Pd5 Pe6 11. Pxc7+??  11. Df3 11... Pxc7 12. Dxc7 Dc5+ 13. Dxc5 Bxc5+ 14. Kh1 Pg4 15. Bxf7+ Kd8 16. Bg5+ Kc7 17. Bf4+ d6 18. Bg3 h5 19. h4 Bd7 20. c3 Taf8 21. b4 Bf2??  21... Bb6 22. a4 Th7 23. a5 Thxf7 24. axb6+ axb6 25. Txf7 Txf7 26. Kg1 Pe5 27. Ta8 Bb5 28. Bxe5 22. Bxf2 Pxf2+??  22... Txf7 23. Bb6+ 23. Txf2 Be6?!  . 23... Bc6 24. Kg1 24. Taf1 Bxf7 25. Txf7+ Txf7 26. Txf7+ Kc8 27. g3 Te8 28. Tf4 Te5 29. Kg2 a5 30. a4?!  30. Tf5 Txe4 30... b5?!  30... Kd8 31. Kf3 d5 32. exd5 Txd5 33. g4 Td3+ 34. Ke4 Txc3 35. gxh5 Ke7 36. Kf5 axb4 37. Txb4 31. axb5 axb4 32. cxb4 Txb5?! 32... Kd7 33. Kf3 33. Tf5 Txb4 34. Txh5 34. Kf3 34... Txe4 35. Kf3 Te7?  35... Te8 36. g4 Kd7 37. Tf5 Ke6 38. Tf4 d5 39. g5 Td8 40. h5 d4 41. Ke2 Td5 42. Tg4 36. Tf5 Kd7 37. g4 1-0

Verbeek was tevens een bedreven probleem-componist. Verbeeks problemen werden veelvuldig in Sissa, maar ook in buitenlandse tijdschriften gepubliceerd, zoals onder meer het Duitse Schachzeitung, het Italiaanse Rivista Degli Scacchi, het Franse Le Monde Illustré, en het Britse The Era.

De Nederlandse schaakwereld na Verbeek[bewerken | brontekst bewerken]

Toen Verbeek zich uit de schaakwereld terugtrok waren Dupré, Messemaker, Benima, en Maarten van 't Kruijs inmiddels "de nestoren van het Nederlandse schaak" die nog enkele jaren op het hoogste niveau zouden domineren. Het toeval wilde dat de allerlaatste keer dat zij zich op het hoogste niveau lieten zien was toen Benima de derde plaats behaalde in het Nederlandse kampioenschap van 1888, het jaar dat Verbeek overleed.

De nieuwe generatie, met de gebroeders Van Foreest, de eersten van wat een beroemde schaakfamilie in Nederland zou worden, traden nu langzamerhand op de voorgrond. Dirk van Foreest (1862-1956) zou meerdere keren Nederlands kampioen worden en hij was de eerste Nederlandse schaker die zich daadwerkelijk met de internationale schaaktop kon meten. Er wordt gezegd dat als hij serieus getraind had wel eens veel hogerop had kunnen komen. Maar hij was, net als Willem Verbeek, een drukbezette huisarts.

Dirk van Foreest (1862-1956)

Dirk van Foreests succes veroorzaakte een golf van populariteit in Nederland. Het zou de derde golf  zijn met een geschat aantal schakers in Nederland dat steeg tot rond de duizend, na de tweede golf van halverwege de negentiende eeuw, toen het geschatte aantal schakers van enkele tientallen naar rond de vijfhonderd sprong[11]. (De eerste golf, dat het gevolg was van Steins invloed, kan eigenlijk nauwelijks een golf genoemd worden, maar ere aan wie ere toekomt: onder Stein heeft het schaken een onmiskenbare prestige gekregen die aan de start van de negentiende eeuw nog niet bestond.)

Max Euwe (1901-1981)

De verreweg grootste populariteitsgolf kwam echter toen Max Euwe (1901-1981) zijn  glorietijd beleefde en de eerste Nederlandse wereldkampioen van het schaken werd door in 1935 de onoverwinnelijk geachte Alexander Alekhine (1892-1946) te verslaan. Door zijn verdiensten zou het aantal leden van de Nederlandsche Schaakbond stijgen tot in de vele duizenden.

Jan Timman (1951-)

De groeispurt die ontstond onder invloed van Jan Timmans successen heeft de populariteitsgolf die Max Euwe veroorzaakt bij lange na niet kunnen evenaren.

WJ.L. Verbeeks schaakcollectie in het MEC[bewerken | brontekst bewerken]

Het Max Euwe Centrum te Amsterdam werd in 1986 geopend met het doel Euwe’s werk en betekenis voor het schaken levend te houden, en de schaaksport te bevorderen.

Willem Verbeeks schaakcollectie, die jarenlang in het bezit is gebleven van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond, is recentelijk aan het Max Euwe Centrum in Amsterdam overgedragen, waar het tot op heden zij aan zij met de collectie van Max Euwe nog altijd ingezien kan worden.

Geplande afleveringen voor deze serie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Het koningshuis en het schaakspel. Beschermheren en koninklijke schaakmeesters
  • Schaakmeester Elias Stein en zijn boek (plagiaat?) Geclaimde Hollandse trots
  • Carel Naret Oliphant en hoe zijn Opening hem ontlopen was
  • Didymus Werndly, Hollands belofte die te vroeg heengegaan is
  • Nestoren van het Nederlandse schaken en de eerste officieuze Nederlandse kampioenschappen
  • Antonius van der Linde, you hate him or you love him
  • Ontwikkeling van het het schaken van spel, kunst, wetenschap naar pure competitie; regels van het spel en de competitie.