Gebruiker:Chescargot/Quintus Fulvius Lippinus

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Quintus Fulvius Lippinus, ofwel Fulvius Lippinus (ook wel bekend als Fulvius Hirpinus) was een ondernemende Romeinse veehouder uit halverwege de eerste eeuw voor Christus. Hij leefde voornamelijk in de regio van Tarquinia, dat is waar nu het Italiaanse Toscane ligt.

Hij bezat een domein van veertig jugera in de nabijheid van Tarquinia[1], een grotere domein in Statona, en enkele domeinen nabij andere plaatsen. Daar zou Lippinus diverse boerderijen hebben waar hij specifieke methodes ontwikkelde voor het houden van wild zoals hazen, herten, en wilde schapen. Hij zou bovendien de eerste Romein zijn die wildparken ontwikkelde met onder meer wild zwijn en varken.

Maar het bekendste was Lippinus voor het houden en kweken van slakken in Tarquinia, waarvan hij de eerste parken bouwde, kort voordat de burgeroorlog tussen Pompeius en Cæsar uitbrak. Voor de slakken had hij omsloten parken, de zogenaamde cochlearia. Dat waren uitgedokterde parken omringd met een waterkanaal, opdat de slakken niet zouden ontsnappen, en voorzien van een irrigatiesysteem dat de voorloper was van de huidige landbouw-sprinkler installatie: waterpijpen werden met een roosvormige kop op zo'n manier tegen wanden geplaatst dat het water in een fijne nevel uiteenspatte en zodoende de slakken de benodigde vochtigheid bezorgde. Hij onderhield een park voor elke slakkensoort, die elk om hun specifieke kwaliteiten werden vermarkt: kleine witte slakken van nabij Reate, grote slakken uit Illyricum, middelgrote slakken uit Afrika, de hele grote slakken, eveneens uit Afrika, en genaamd Solitannae, die heel goed vermenigvuldigen.

Hij voerde de slakken met een eigen ontwikkeld voederformule gebaseerd op wijngist, (mais-)meel, en kruiden (met name laurier). De slakken zouden erg goed gedijen op dit dieet. Plinius suggereert dat sommige slakken zo groot werden dat hun huisjes wel 80 kwadranten zou kunnen bevatten.[2]

Lippinus bracht met zijn innovatieve ideeën voor de kook van de slakken de Romeinse gastronomie naar een hoger plan: ter voorbereiding van de kook zou hij de slakken eerst enkele dagen met melk, zout, en brood in een kruik met luchtgaten opsluiten, waarbij de melk dagelijks werd verschoond en ververst. Zodra de slakken zover waren opgezwollen dat ze zich niet meer in hun huisje konden terugtrekken, werden ze in de olie gebakken of op het vuur gegrild en met kruiden en sausjes opgediend.

Het consumeren van escargot was al populair onder de rijke Romeinen, maar Lippinus' methodes waren zo succesvol dat hij zijn slakken uit alle windstreken van het rijk moest invoeren om aan de vraag in Rome te kunnen voldoen. Hij moet een echte ondernemer geweest zijn, want hij zette zelfs een veerdienst op om met regelmaat vanuit Sardinie, Sicilie, Capri, de Spaanse en Noord Afrikaanse kusten te kunnen leveren. Hij was dermate succesvol in zijn ondernemingen dat andere bekende Romeinen, zoals Lucius Lucullus[3] and Quintus Hortensius, zijn voorbeeld zouden volgen. Het idee van verse slakken sloeg blijkbaar aan, want vele Romeinse burgers begonnen thuis slakken te kweken en de cochlerium werd een bekend beeld, niet alleen in Rome, maar in het hele Romeinse rijk.