Gebruiker:Chescargot/Staffage

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zicht op Tivoli bij zonsondergang, 1644, met koeien en herders als staffage, door Claude Lorrain.
Klassieke landschap met staffage, eind 17e eeuw, Étienne Allegrain.
La Répudiation d'Agar, 1668, Le Lorrain.

Staffage in de schilderkunst is de verzameling aan menselijke en dierlijke figuren die in een scène, vaak een landschap, worden afgebeeld, maar niet het primaire onderwerp van het werk zijn. Meestal zijn het kleine figuren, geven ze een indicatie van de schaal van de afgebeelde scene, en geven ze een meerwaarde aan het werk.

Terwijl staffage een gebruikelijke term in de Frans en Engelstalige schilderkunst, bestaat het merkwaardig genoeg in generlei vorm van vergelijkbare betekenis in het Nederlands.

Etymologie[bewerken | brontekst bewerken]

Vóór de invoering van het woord staffage in de francofone en Engelstalige beeldende kunst in de late achttiende en vroege negentiende eeuw was staffage in het Duitse taal onder meer synoniem voor "toebehoren" of "decoratie".[1]

x x x x x

il vient du mot allemand stafferen (décorer) et du suffixe français « -age ». August Demmin le définit ainsi :« Staffage vient du mot allemand staffel (degré), staffeley (chevalet), et staffieren (garnir) ; il désigne en peinture ce que l'on appelle en français peuplé, c'est-à-dire la partie d'un tableau formée par les figures d'hommes et de femmes qui « animent » un paysage. »

Staffage komt van het laag-duits « stafferen », middelduits « stoffēren » of « staffēren », middel-nederlands « stofferen » en middelfrans « estoffer » en franse achtervoegsel "-age" — tous ces mots signifiant fourrer, éditer, décorer: "Staffage komt van de Duitse woorden staffel (degré), staffeley (chevalet), en staffieren (garner); in het schilderen duidt het datgene aan wat in het Frans peuplé wordt genoemd, dat wil zeggen het deel van een schilderij dat wordt gevormd door menselijke figuren die een landschap "animeren". [2]

x x x x

Heden kan het woord staffage op twee manieren worden gebruikt: ten eerste als algemene term voor alle figuren in een werk, zelfs als ze schijnbaar het hoofdonderwerp zijn; ten tweede als een beschrijving voor figuren waaraan geen specifieke identiteit of verhaal is verbonden en die slechts om compositorische of decoratieve redenen zijn toegevoegd. In het laatste geval zijn personages weliswaar slechts toevoegingen aan het tafereel, maar geven ze leven en diepte aan het werk, versterken ze het hoofdonderwerp, en geven ze een duidelijke schaal aan de rest van de compositie.

Toepassing van staffage[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de barok maakten schilders als Nicolas Poussin en Claude Lorrain vaak gebruik van staffage. Sommige landschapsspecialisten lieten andere schilders, die meer bedreven waren in het schilderen van de menselijke vorm, staffage toevoegen aan hun doeken. Staffage in de tweede zin van het woord zijn altijd anoniem en moeten worden onderscheiden van even kleine figuren met een identiteit, die ook in landschappen werden gebruikt op een manier die technisch gezien sterk op elkaar lijkt. Wanneer echter bijbelse of mythologische figuren worden gebruikt in plaats van bijvoorbeeld anonieme herders en soldaten, had dit volgens de hedendaagse theorie van de hiërarchie van de genres tot gevolg dat een landschapsschilderij een meer prestigieus en vaak waardevoller historieschilderkunststuk werd, zelfs wanneer de figuren klein en onopvallend in een groot landschap stonden. Dergelijke werken dragen vaak titels als Landschap met... of klassiek landschap met... , waarbij op de puntjes staffage gedetailleerd werd, of simpelweg het woord "staffage" geschreven werd.

Staffage onderscheidt zich van personages in de genre-schilderkunst, die ook anoniem zijn en meestal gewone mensen voorstellen, maar altijd het hoofdonderwerp van het schilderij zijn.

In de 19e eeuw werden boeken met modellen voor honderden verschillende staffage gepubliceerd, zodat schilders deze konden "knippen en plakken" in hun composities.[3] Vroeger bewaarden de artiesten vaak de tekeningen van dergelijke modellen, en kwamen dezelfde figuren derhalve vaak terug in verschillende werken. Als gevolg hiervan kunnen werken soms herleid worden tot andere artiesten.

Nederlandse artiesten die veel met staffage werkten.[bewerken | brontekst bewerken]

(Tekst en plaatjes uit MARKOVIC)

Jheronimus Bosch (1450-1516)

Jan Brueghel de Oude (1568-1625)

Pieter Schoubroeck (1570-1607)

Hendrik van Steenwijk de Jongere (1580-1640)

Joost cornelisz Droochsloot (1585-1666)

Jan Brueghel de Jonge (1601-1678) [4].

Caspar van Wittel (1653-1736)

Canaletto (1697-1768)

Isaac Ouwater (1748-1793)

Staffage in moderne kunst[bewerken | brontekst bewerken]

Veel recentelijker heeft Nederland Anton Pieck, welliswaar meer een tekenaar dan een schilder, die veel landschappen met staffage vulde. Onder de bekendste werken hieronder vallen wellicht de tekeningen van winterlandschappen gevuld met mensen die vertier hebben op het natuurijs.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Categorie:AfbeeldingCategorie:Schildertechniek