Gebruiker:Edwtie/Doofheid (sociaal)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Artikel is momenteel in bewerking, deels met vertaalhulp uit het engels mbv babbelvis. Dit wordt later gesplitst en/of verplaatst naar modellen van doofheid

In de westerse samenleving worden er op verschillende manieren gekeken naar doofheid en (prelinguaal) doven. Een aantal van die kijkwijze kunnen gecategoriseerd worden in vier groepen: medisch, sociaal, cultureel en taalwetenschappelijke. De medewerkers uit de medische sector kijken in het algemeen met andere ogen naar doven dan medewerkers uit de sector van antropologie en/of sociologie respectievelijk taalwetenschappen. De samenleving in haar geheel heeft de doven door tijd heen ook verschillend behandeld; lopend van (sociale) uitsluiting naar inclusie. De dovengemeenschap, een groep met een subcultuur binnen de westerse samenlevingen, op haar beurt heeft weer afwijkende opvattingen over de rol van de dove burger in de samenleving die kunnen verschillen van de opvattingen/ideeën/verwachtingen van horende ouders van dove kinderen.

Het (al dan niet onbewust) gekozen model kan invloed hebben op de benadering van de doven en hun identiteit. In het medische model, wordt de doofheid als een ongewenste toestand gezien, die genezen dient te worden. Binnen het sociale model, wordt de ontoegankelijke omgeving van de dove gezien als het belangrijkste factor van hun handicap. In het culturele model maakt de dove deel uit van een cultuur waarin zij niet als een mindere of gehandicapte gezien wordt.

De artsen en de wetenschappers worden vaak bestempeld als aanhangers van het medische model door „Dove“ individuen, die hiertegenover hun eigen culturele model stellen. Het sociale model kijkt naar de middelen waarmee de drempels die doven in hun sociale milieu ervaren te verlagen. Onder de sociale milieuw wordt verstaan (toegang tot arbeidsmarkt, onderwijs en sociale voorzieningen).

Medisch model[bewerken | brontekst bewerken]

Meer informatie: Doofheid en Cochleair implantaat

De medische wetenschap is erop gericht om patiënten te genezen van hun ziektes en handicaps, zodanig dat de patiënt een gezond en een 'normaal' persoon wordt die volledig in de samenleving kan participeren. Deze medische oriëntatie wordt ook breed gedragen door de (Nederlandse) gemeenschap. In dit opzicht is de dovengemeenschap te vergelijken met de homoseksuele gemeenschap, ook qua controverse rondom het 'genezen': artsen en/of wetenschappers die actief zoeken naar een behandelingswijze of naar genen die de 'afwijking' veroorzaken, stuiten op weerstand vanuit de betreffende gemeenschappen maar genieten heimelijk steun van ouders in spe en postlinguaal doven. De prelinguaal dove persoon die voor de keuze gesteld wordt om door de medische wetenschap of technologie 'genezen' te worden, ervaart dezelfde identiteitsconflicten als een homoseksueel persoon. Zijn sociale omgeving, relatie met zijn ouders en dovengemeenschap spelen een rol bij zijn beslissing. De prelinguaal dove persoon die de stap heeft genomen kan namelijk op weerstand vanuit een deel van de dovengemeenschap rekenen. Niet alleen de prelinguaal dove persoon worstelt hiermee, ook een deel van de ouders heeft moeite met dit ideologische conflict getuige het persoonlijke verhaal van Stuart Blume in zijn boek 'Grenzen aan genezen'.[1]

Ouderlijk model[bewerken | brontekst bewerken]

De psychologische drijfveer achter de ouderwens (los van de fysieke drang tot voortplanting) is om een deel van zichzelf te laten voortbestaan in eigen kinderen. Inherent aan de ouderwens is een verwachtingspatroon betreffende het toekomstige kind; zoals dat het bepaalde uiterlijke en innerlijke kenmerken van de ouders vertoont. In het algemeen heeft slechts een klein deel van de nakomelingen dezelfde 'fysieke eigenschappen' als de ouder (slechts 5% van doven heeft twee dove ouders). De dove ouders hebben liever een dove kind gekozen via IVF. [2]

De horende ouders zijn bezorgd over de toekomst van het dove kind, wanneer een arts het nieuws heeft gebracht. De ouders voelen onzekerheid en zoeken naar nieuwe middelen tegen doofheid. De kinderen hebben de belangrijkste ontwikkelingen zoals taal- en spraakontwikkeling doorgelopen. De dovengemeenschap is voor haar voortbestaan voor een groot deel afhankelijk van de culturele overdracht van dove volwassenen op dove kinderen van horende ouders.

Sociaal-cultureel model[bewerken | brontekst bewerken]

Meer informatie: Audisme en dovencultuur

Een deel van de prelinguaal doven ziet zichzelf als een min of meer aparte 'soort', met een eigen taal, cultuur, gemeenschap en gebruiken. De Welzijnsstichting voor doven werd opgericht door doven. De dovengemeenschap heeft eigen dovenverenigingen die zich richten op sport of hobby. Cultureel doven beschouwen doofheid als een identiteit en niet als een handicap.

Taalwetenschappelijk model[bewerken | brontekst bewerken]

Meer informatie: gebarentaal

Jonge kinderen hebben een gebarentaal zelf ontwikkeld binnen een terrein van de dovenschool. De meeste prelinguaal doven hebben, als ze een dovenschool bezochten die gebarentaal toestaat of stimuleert, een gebarentaal als moedertaal. De gebarentaal heeft eigen lexicons en grammatica. Er zijn ruim 121 verschillende gebarentalen in het wereld. Gebarentalen worden door steeds meer landen erkend.

Paddy Ladd gaat in zijn boek 'Understanding Deaf Culture, in search of Deafhood' relatief heel ver met stellingen over de dove identiteit en de dovengemeenschap.[3]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • (en) Bienvenu M.J. and Colonomos B.; (1989). An Introduction to American Deaf Culture. videotape series. Sign Media, Inc.
  • (en) D'Andrade R.; (1984). "Cultural meaning systems". In R. Shweder and R.A. Levine, eds, Culture Theory, (pp. 88-122). New York. Cambridge University Press.
  • (en) Gelb S.A.; (1987). "Social deviance and the 'discovery' of the moron." Disability, Handicap and Society, 2, 247-58;
  • (en) Groce N.E.; (1985). "The island adaptation to deafness", in Everyone Here Spoke Sign Language. p 50, Harvard University Press.
  • (en) Gerber D.A.; (1990). Listening to disabled people; the problem of voice and authority in Robert B. Edgerton's "The Cloak of Competence." Disability, Handicap and Society, 5, 3-23, p. 8
  • (en) Heyman, B., Bell, B., Kingham, M.R., and Handyside E.C. (1990). "Social class and the prevalence of handicapping conditions. Disability", Handicap and Society, 5, 167-84, p. 169.
  • (en) Lane H.;(1999). The Infirmity and Cultural Models of Deaf People, in The Mask of Benevolence, p. 13-28. Alfred A. Knopf, Inc. Vintage Books 1st and 2nd Edition
  • (en) Rutherford S.; (1986). The Deaf Perspective, videotape. Sign Media. Inc.
  • (en) Schein J.; (1987). "The demography of deafness". In P.C. Higgins and J.E. Nash, Understanding Deafness Socially. Springfield, IL.
  • (en) Schein J.; (1989). At Home Among Strangers. Washington, DC, Gallaudet , University Press, p. 106.

[[Categorie:Dovenwereld]] [[en:Models of deafness]]

Doofheid (sociaal)[bewerken | brontekst bewerken]

Dit lemma beschrijft de sociale gevolgen die doofheid als handicap op een persoon heeft.

Sociale impact van doofheid[bewerken | brontekst bewerken]

Voor prelinguale doven is de sociale impact van doofheid heel anders dan voor bijvoorbeeld plotsdoven, zij ervaren hun beperking niet als verlies omdat zij het niet beter weten. Plotsdoven en niet-dove ouders van doofgeboren kinderen ervaren daarentegen rouwgevoelens als gevolg van verlies van doofheid.

Sociale leven[bewerken | brontekst bewerken]

Welzijnstichtingen, deaflympcis, Deaf Way conferentie, etc.

Hulpmiddelen[bewerken | brontekst bewerken]

Vergoeding voor CI versus hoortoestellen[bewerken | brontekst bewerken]

Hier graag discussie over verschillende vergoeding van CI versus hoortoestellen.