Gebruiker:GuppieB52/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is het persoonlijke kladblok van GuppieB52.
Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen die wat meer van Wikipedia) en mag dus geen onoorbare dingen te bevatten.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.
Enkele handige links: Spiekbriefje | Snelcursus

Andere testplaatsen: De algemene zandbak | De probeerpagina van de snelcursus | De sjabloonzandbak


De kegelaars
(Rijksmuseum 1763)

Kaaibakken (Gronings), blokgooien (Drents), piksjitten (Fries - blokjeschieten) en butken (Twents) zijn benamingen voor traditioneel volksvermaak en een (buiten)spel. In het spel gaat het er om om met een kogel, een bal (bijvoorbeeld een jeu de boulesbal), een blokje of zoals oorspronkelijk een afgerond veldkeitje, anderen proberen af te gooien of een houten blok (de kaai) te raken met daarop de door de spelers ingezette munten. Ook het Hollandse steenwerpen toont veel overeenkomsten.

Het spel heeft kenmerken van het kegelen, Jeu de boules, het Zweedse Kubb en het Italiaanse Bocce.

Oorsprong en geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Afbeelding Nederlandse 1/2 cent munt uit 1822 – met "Let" en “Lieuw”

Kaaibakken / blokgooien / butken / piksjitten wordt waarschijnlijk al honderden jaren gespeeld en is vaak omgeven door (lokale) tradities en gebruiken. De spelregels werden van generatie op generatie mondeling doorgegeven. Daarbij wordt vermeld dat het spel oorspronkelijk gespeeld werd door boeren en veenarbeiders en dan met name in de winter, wanneer er minder werk voor handen was. Dat verklaard wellicht ook waarom bij de Friese en Noord-Hollandse varianten het spel alleen in de winter en op het ijs wordt gespeeld. Bij winst kon men zich van het gewonnen geld wat extra's veroorloven.

De in de Sallandse regio gebruikte speeltermen geven een indicatie over de ouderdom. Zo kan men de ingezette munten winnen als deze van het blok vallen. Daarbij is het van belang of deze dan kop of munt terecht komen , men noemt dit '’let'’ en '’lieuw'’. Deze benamingen zijn uit de 19e eeuw waarbij op de centen munten op de kopzijde de letter 'W' (let) en op de muntzijde het wapen van de (Generaliteits)leeuw stond. In Overijssel waar het spel bekend is onder de naam 'butken' is dit waarschijnlijk afgeleid van het Middeleeuwse muntje dat butken of botje werd genoemd.

Opmerkelijk is dat het spel en de huidige spelregels plaatselijk nog wel eens wat kunnen verschillen, maar dat men in iedere regio trots is op de eigen traditie en spreekt van typisch cultureel erfgoed.

Populariteit[bewerken | brontekst bewerken]

Op verschillende plaatsen in Groningen, Drenthe, Twente en Oost Friesland wordt het spel nog steeds gespeeld en worden er met enige regelmaat wedstrijden georganiseerd. In Nieuwe Pekela worden al sinds de jaren 80 van de vorige eeuw jaarlijks de nationale kampioenschappen georganiseerd. In het Noorddrentse Roden werd (volgens de overlevering) dagelijks gespeeld, en het spel was zo populair dat er 'lu oet Stad' (mensen uit de stad Groningen) speciaal voor kwamen kijken. Er was toen zelfs een eetkraampje aanwezig bij het speelveld op de heide.

Speltermen, gebruiken en attributen[bewerken | brontekst bewerken]

De attributen met van links naar rechts: het blok, de fiches en een ijzeren kogel (Rudy de Groot, 2014)

Afhankelijk van de regio kunnen de regels, de materialen en de gebruikte speltermen net even iets anders zijn. Zo ook de verschillende benamingen voor het spel[1]: konkeln of konkelen, keichiebakken, blokschieten/blokscheeiten of blokpikken, baoken, bolderen, klobben, klobbejagen/klobbejaogen of klobbegooien.

De munten (centen of stuivers) worden tegenwoordig vaak vervangen door beter zichtbare gekleurde plastic fiches, met een rode zijde voor 'kop' en een witte zijde voor 'munt'. In wedstrijdverband speelt men om punten.

Buiten de benamingen voor het spel zelf, worden er ook typische woorden gebruikt, zoals:

  • Meet (De denkbeeldige beginlijn van waar gegooid moet worden.)
  • Blokstee (De plaats waar het blok staat.)
  • de Kaai of het Blok (het doel)
  • Stien / Steen / koegel / Pikstien[2] (de speelbal.)
  • Schotholder of Schothouder (De speler die het blok omgooit en waarbij de munten of fiches met de muntzijde omhoog vallen.)
  • Lieuw (Leeuw oftewel de muntzijde van de cent.)
  • Let ('Letter' oftewel de kopzijde van een cent.)

De ondergrond waarop gespeeld wordt is afwisselend. Heide, gras, zand, grind, ijs en soms zelfs sneeuw. Natuurlijke obstakels zoals vliegdennen maken het spel extra moeilijk. Soms wordt het speelveld begrensd.

Men speelt meestal in groepjes van 5 of 6 personen en op een vaste (traditioneel) bepaalde plaats.

Spelregels[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn een aantal lokale verschillen in de wijze waarop het spel gespeeld wordt. Globaal gelden de navolgende regels:

Anders dan bijvoorbeeld bij het kaatsen wordt er alleen onderhands gegooid.

Als het blok geraakt wordt en omvalt, dan moeten de 'letten' (koppen) weer op het blok, en de 'lieuwen' (leeuwen/munt) mag de speler houden. Deze speler mag dan nog eens werpen, maar alleen om te proberen de stien van een andere speler te raken. Degene die afgegooid wordt, is 'dood' en moet terug naar de meet om te wachten op de volgende spelronde.

Een speler die kans ziet om alle andere spelers af te gooien is de winnaar en er kan een nieuwe speelronde worden begonnen. Ook als een speler het blok omgooide en alle fiches vallen met de muntzijde omhoog is dit een kans om te winnen. Deze speler is op dat moment dan namelijk 'schotholder' en dat betekent dat je je stien (en het blok) moet laten liggen waar ze op dat moment liggen. De andere overgebleven spelers mogen nog eenmaal proberen de stien van de schotholder te raken. Lukt dit niet, dan is het spel gewonnen door de schotholder. Maar lukt het een andere speler wel om de schotholder's stien te raken dan is deze speler de nieuwe schotholder. De laatste fiches die hij/zij gewonnen had, worden dan afgestaan aan de nieuwe schotholder.

De speelvolgorde blijft in de volgende speelronde gelijk, alleen gaan de 'doden' nu het eerst, in de volgorde waarin zij in het vorige spelronde werden afgegooid. Men speelt gebruikelijk tenminste een aantal - bijvoorbeeld 6 - speelrondes.

De spelregels werden onder andere vastgelegd bij het Veenkoloniaal museum te Veendam.[3]

Erkenning Cultureel Erfgoed[bewerken | brontekst bewerken]

Het 'blokgooien in Roden' is op 9 juli 2015 toegevoegd (op positie 79) aan de lijst van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (NCVIE)[4])[5].

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]