Gebruiker:JorisEnter/Kladblok/Inhuldiging van de Koning der Nederlanden

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De inhuldiging van Willem II in 1840 in de Nieuwe Kerk, geschilderd door Nicolaas Pieneman. Deze inhuldiging zette de toon voor de daaropvolgende.

De inhuldiging van de Koning der Nederlanden is een ceremonie waarbij de nieuw aangetreden Koning der Nederlanden tegenover de Staten-Generaal trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van zijn ambt zweert. De verzamelde leden van de Staten-Generaal leggen daarna tegenover de Koning een verklaring af dat zij hem inhuldigen als Koning en zijn koningschap zullen handhaven. In tegenstelling tot in sommige andere landen wordt in Nederland de Koning niet gekroond of gezalfd; de inhuldiging is een zuiver staatsrechtelijke aangelegenheid. Inhuldigingen hebben sinds 1840 plaatsgevonden in Amsterdam, waar de Grondwet ook toe verplicht, in de Nieuwe Kerk.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De inhuldiging van Willem I in 1815, in de Nieuwe Kerk.

Staatsrechtelijke achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

De grondslag voor de inhuldiging vormt artikel 32 van de Grondwet, dat als volgt luidt:

Nadat de Koning de uitoefening van het koninklijk gezag heeft aangevangen, wordt hij zodra mogelijk beëdigd en ingehuldigd in de hoofdstad Amsterdam in een openbare verenigde vergadering van de Staten-Generaal. Hij zweert of belooft trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van zijn ambt. De wet stelt nadere regels vast.

Omdat op grond van artikel 25 van de Grondwet het Koningschap overgaat bij erfopvolging, wordt de rechtmatige opvolger van rechtswege Koning zodra zijn voorganger ophoudt dat te zijn; in de meeste gevallen is dit dus zodra de Akte van Abdicatie is ondertekend door de "vertrekkende" Koning. Is de nieuwe Koning nog minderjarig dan oefent hij het koninklijk gezag pas uit bij het bereiken van de achttienjarige leeftijd en wordt hij dus pas dan ingehuldigd; dit neemt echter niet weg dat hij reeds vanaf het overlijden dan wel aftreden van zijn voorganger Koning is. Koningin Wilhelmina werd koningin in 1890, toen zij nog maar tien jaar oud was, maar werd pas ingehuldigd op haar achttiende verjaardag in 1898.

Ingevolge artikel 1 van de Wet beëdiging en inhuldiging van de Koning legt de Koning de volgende eed af:

Ik zweer (beloof) aan de volkeren van het Koninkrijk dat Ik het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet steeds zal onderhouden en handhaven.

Ik zweer (beloof) dat Ik de onafhankelijkheid en het grondgebied van het Koninkrijk met al Mijn vermogen zal verdedigen en bewaren; dat Ik de vrijheid en de rechten van alle Nederlanders en alle ingezetenen zal beschermen, en tot instandhouding en bevordering van de welvaart alle middelen zal aanwenden welke de wetten Mij ter beschikking stellen, zoals een goed en getrouw Koning schuldig is te doen.

Zo waarlijk helpe Mij God almachtig!

Voornaamste deelnemers[bewerken | brontekst bewerken]

De Koning(in)[bewerken | brontekst bewerken]

Geestelijken[bewerken | brontekst bewerken]

In tegenstelling tot in menige traditionele kroningsceremonie, waarbij een prominente geestelijke (bijvoorbeeld de aartsbisschop van Canterbury in het Verenigd Koninkrijk) de kroning of zalving uitvoert, spelen geestelijken geen rol van betekenis in de Nederlandse inhuldigingsceremonie.

Buitenlandse gasten[bewerken | brontekst bewerken]

Verloop van de inhuldiging[bewerken | brontekst bewerken]

De Mozeszaal van het Paleis op de Dam tijdens de abdicatie van Juliana in 1980. Uiterst rechtsvoor burgemeester Polak, naast hem de directeur van het kabinet der Koningin F.M. de Graaff.

Troonsafstand[bewerken | brontekst bewerken]

Processies naar de Nieuwe Kerk[bewerken | brontekst bewerken]

Processie van Willem-Alexander en Máxima naar de Nieuwe Kerk bij de inhuldiging van 2013.

Inkomst in de Nieuwe Kerk[bewerken | brontekst bewerken]

De credenstafel bij de inhuldiging van Willem-Alexander in 2013. Links de kroon, rechts scepter en rijksappel. Op de twee plankjes komen de Grondwet en het Statuut te liggen.

Toespraken[bewerken | brontekst bewerken]

Eedaflegging door de Koning[bewerken | brontekst bewerken]

Koningin Beatrix legt de eed op de Grondwet en het Statuut af, 1980.

Het centrale punt van de inhuldigingsceremonie is de eedaflegging door de Koning. Ingevolge artikel 1 van de Wet beëdiging en inhuldiging van de Koning luidt die eed als volgt:

Ik zweer (beloof) aan de volkeren van het Koninkrijk dat Ik het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet steeds zal onderhouden en handhaven.

Ik zweer (beloof) dat Ik de onafhankelijkheid en het grondgebied van het Koninkrijk met al Mijn vermogen zal verdedigen en bewaren; dat Ik de vrijheid en de rechten van alle Nederlanders en alle ingezetenen zal beschermen, en tot instandhouding en bevordering van de welvaart alle middelen zal aanwenden welke de wetten Mij ter beschikking stellen, zoals een goed en getrouw Koning schuldig is te doen.

Zo waarlijk helpe Mij God almachtig!

Eedaflegging door de leden der Staten[bewerken | brontekst bewerken]

Op grond van artikel 2 en 3 van de Wet beëdiging en inhuldiging van de Koning leggen de verzamelde leden van de Staten-Generaal vervolgens hunnerzijds ook een eed (c.q. belofte) af dat zij hem inhuldigen als Koning en zijn koningschap zullen handhaven. Deze eed of belofte wordt niet door ieder lid afzonderlijk volledig uitgesproken, maar door de griffier van de Eerste Kamer (die ex officio ook griffier van de verenigde vergadering is) voorgelezen, waarna ieder lid van de vergadering op zijn beurt "Zo waarlijk helpe mij god almachtig!" dan wel "Dat verklaar en beloof ik!" zegt. De eed of belofte luidt:

Wij ontvangen en huldigen, in naam van de volkeren van het Koninkrijk en krachtens het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet, U als Koning; Wij zweren (beloven) dat wij Uw onschendbaarheid en de rechten van Uw Koningschap zullen handhaven.

Wij zweren (beloven) alles te zullen doen wat goede en getrouwe Staten-Generaal, Staten van Aruba, Staten van Curaçao en Staten van Sint Maarten schuldig zijn te doen.

Zo waarlijk helpe ons God almachtig!

Dezelfde eed of belofte wordt ook afgelegd door de aanwezige leden van de Staten van Aruba, Staten van Curaçao en Staten van Sint Maarten.

Vertrek uit de Nieuwe Kerk[bewerken | brontekst bewerken]

Aankleding van de ceremonie[bewerken | brontekst bewerken]

Kleding van deelnemers[bewerken | brontekst bewerken]

De kleding van de verschillende deelnemers aan de inhuldiging, met name degenen die niet deel uitmaken van het groot cortège, is over de jaren heen sterk versoberd: droeg men bij de inhuldigingen van Wilhelmina en Juliana veelal nog ambtskostuums, bij de inhuldiging van Beatrix in 1980 waren de mannelijke parlementariërs veelal in jacquet of tenue de ville gehuwd en droeg alleen CDA-Kamerlid Jan Nico Scholten nog een ambtskostuum (dat van zijn schoonvader Sieuwert Bruins Slot was geweest).[1]

Muziek[bewerken | brontekst bewerken]

Andere feestelijkheden rondom de inhuldiging[bewerken | brontekst bewerken]

Rijtoer van het koninklijk gezin (koningin Juliana, prins Bernhard, prinses Beatrix) door Amsterdam na de inhuldiging in 1948.

Lijst van inhuldigingen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Willem I werd op 30 maart 1814 te Amsterdam ingehuldigd als soeverein vorst. Op 21 september 1815 werd hij te Brussel ingehuldigd als Koning der Nederlanden.
  • Willem II werd op 28 maart 1840 te Amsterdam ingehuldigd als Koning der Nederlanden, na het koningschap op 7 oktober 1840 te hebben aanvaard na de abdicatie van zijn vader.
  • Willem III werd op 12 mei 1849 te Amsterdam ingehuldigd als Koning der Nederlanden, na het overlijden van zijn vader op 17 maart van dat jaar.
  • Wilhelmina werd op 6 september 1898 te Amsterdam ingehuldigd, kort nadat zij bij het bereiken van de achttienjarige leeftijd op 30 augustus van dat jaar de uitoefening van het koninklijk gezag had aangevangen. Ze was reeds koningin sinds het overlijden van haar vader op 23 november 1890, maar het koninklijk gezag werd eerst uitgeoefend door koningin-regentes Emma.
  • Juliana werd op 6 september 1948 te Amsterdam ingehuldigd, kort na de troonsafstand van haar moeder twee dagen daarvoor.
  • Beatrix werd op 30 april 1980 te Amsterdam ingehuldigd (zie hoofdartikel), na de troonsafstand van haar moeder eerder die dag.
  • Willem-Alexander werd op 30 april 2013 te Amsterdam ingehuldigd (zie hoofdartikel), na de troonsafstand van zijn moeder eerder die dag.

Categorie:Nederlands koningshuis