Gebruiker:Kkristienn/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Ro (Romain) Berteloot (Ledegem (België) 1 januari 1946 - Gent (België) 3 september 2011) was architect en docent. Hij studeerde aan het Hoger Sint-Lucasinstituut in Gent waar hij afstudeerde met een eindwerk over de reanimatie van het Pand in Gent.[1] Hij legde zich toe op restauratie en monumentenzorg en kon aan de slag in het architectenbureau van zijn oud-docent Jean Van den Bogaerde waar hij ook vennoot werd. In 1983 startte hij zijn eigen praktijk als restauratiearchitect en restaureerde o.a. de Vooruit in Gent.[2]

Hij werd in 1976 samen met André de Naeyer aangesteld door Minister van Nederlandse Cultuur Rika De Backer, om een opleiding Monumenten- en Landschapszorg op te richten aan het Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedenbouw in Antwerpen. Hij was vooral praktijkbegeleider, gaf later ook theorievakken en organiseerde studiereizen naar de restauratiewerven van grote monumenten als het Louvre en Versailles en steengroeven.[1] Hij gaf er les tot 2006.[3]

Zijn restauratiefilosofie combineerde monumentenzorg met nieuwe architectuur en integreerde archeologisch onderzoek. Hij was bevriend met de Gentse stadsarcheoloog Jo Vandenhoute en was bestuurslid van de Gentse Vereniging voor Stadsarcheologie.[1]

In 2015 schonk zijn weduwe zijn verzameling van objecten in bakeliet aan het MIAT in Gent. Ook een deel van zijn archief is ondergebracht in het Gentse stadsarchief, de Zwarte Doos.

Geselecteerd werk[bewerken | brontekst bewerken]

Restauratieprojecten[3][bewerken | brontekst bewerken]

Zijn Gentse projecten werden gebundeld in een publicatie met wandelroute, de Ro-Route. (https://issuu.com/laurens.teerlinck/docs/ro_route)

Renovatieprojecten[bewerken | brontekst bewerken]

  • Stadsschouwburg (Sint-Niklaas)
  • Heilig Hartkerk (Lier)
  • OLV Hospitaal (Oudenaarde)
  • Innovation (Antwerpen)

Nieuwbouwprojecten[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]