Gebruiker:Loussaine/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Kwetsbare jongere is een verzamelbegrip dat onderzoekers en jeugdwerkers gebruiken. De kwetsbaarheid van deze jongeren situeert zich in de combinatie van risico's op fysiek (personen met een beperking), op sociaal (gezinssituatie), op financieel (werk) en op cultureel (origine) vlak. Het begrip overlapt soms met het begrip 'risicojongeren'. Risicojongeren vertonen gedrag dat de maatschappij als overlast, als ongewenst of als delinquent/crimineel beschouwt.[1]

Oorzaken voor kwetsbaarheid[bewerken | brontekst bewerken]

De oorzaken van de kwetsbaarheid van de jongeren komt volgens de theorie van walgevesdat jongeren uit de allerlaagste sociale status een verzameling van negatieve ervaringen met maatschappelijk perspectief. Deze ervaringen geven aanleiding tot specifiek reacties gedrag en psychologische "kenmerken", die het risico op intensievere delinquentie doen toenemen. de systematische van die negatieve ervaringen bij bepaalde bevolkingsgroepen kan volgens Walgrave echter slechts worden begrepen in het licht van de macrosociologische context.[2]

Hoe werken met kwetsbare jongeren?[bewerken | brontekst bewerken]

Door analyse te doen voor verschillende organisatie over de doelstellingen en het activiteitenaanbod doet ons echter besluiten dat de invulling van dit vrijetijdswerk op een heel eigen manier gebeurt en dat de ambities verder reiken dan enkel vrijetijdswerk. We sommen enkele elementen op.

  • 1 Verlaagde drempel

financiële drempels (bv. de kosten van de activiteiten ,lidmaatschap, uniform ) culturele drempels (minder vertrouwdheid met het jeugdbewegingsconcept, andere spelcultuur…), groepsbeslotenheid (jeugdbewegingafdelingen vormen vaak een hechte kliek van jongeren waar het moeilijk tussenkomen is voor wie “anders” is). Werkingen kansarme jeugd wensen drempelverlagend te werken naar deze jongeren door hun aanbod enigszins bij te sturen.

  • Vrije tijd

Jongeren stimuleren tot jeugdwerk of organisatieparticipatie. Bijbrengen van vaardigheden die vereist zijn in het organisatieleven (op tijd komen, regelmaat…)Eenmalige contactactiviteiten met de jeugdbeweging Contacten met andere organisaties.

  • Onderwijs

Persoonlijk stimuleren van jongeren om het hogerop te zoeken, om een bepaalde specifieke richting te gaan volgen. vorming geven rond studierichtingen ‘Rolmodellen’ een belangrijke functie geven aan de jongeren in de werking. Adviseren van scholen De problematiek van de jongeren in de media brengen als het nodig is.

  • Werk

Jongeren helpen in hun zoektocht naar een job, een sollicitatiebrief helpen opstellen,… Sollicitatietraining [3]

Beleidsontwikkelingen[bewerken | brontekst bewerken]

In 2007 signaleerden de netwerken Integrale Jeugdhulp en de cliëntorganisaties voor ouders en jongeren in de Vlaanderen een toenemende problematiek met betrekking tot de doelgroep van de jongvolwassenen. Ook het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk alarmeerde het beleid hierover. In het verlengde hiervan verzocht het kabinet van de minister van Welzijn,Volksgezondheid en Gezin, de afdeling beleidsontwikkeling om zich te buigen over de probleemstelling van de maatschappelijk kwetsbare jongvolwassenen. Integrale Jeugdhulp organiseerde twee rondetafels. Een Vlaams expertenpanel finaliseerde de bevindingen van de rondetafels in een beschrijving van de specifieke problematiek van deze jongvolwassenen en in een beleidskader voor de aanpak ervan. Dit alles leidde tot een nota met concrete beleidsacties verdeeld over 16 clusters. Het kabinet vroeg hierop aan de afdeling beleidsontwikkeling om een voorstel van prioritering op te stellen. Zes prioriteiten worden hierbij naar voor geschoven, waarbij meteen ook een eerste aanzet tot uitwerking werd gekoppeld.

De zes prioriteiten zijn:

  • (1) kwetsbare jongvolwassenen als doelgroep erkennen;
  • (2) crisishulp voor jongvolwassenen;
  • (3) gerichte ondersteuning van jongvolwassenen, hun ouders en betrokken hulpverleners;
  • (4) screening regelgeving op concrete knelpunten die zorg op maat voor jongvolwassenen

bemoeilijken;

  • (5) hulpcontinuïteit;
  • (6) cliëntoverleg met jongvolwassenen.

'[4]


Organisaties[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds 1993 zijn deze inspanningen ook door de overheid financieel ondersteund. Ze zijn door in de subsidiëring van het landelijk georganiseerd jeugdwerk de mogelijkheid geboden om projecten die gericht zijn op het verhogen van de participatie van kinderen en jongeren van migratie achtergrond extra te erkennen. Van deze mogelijkheid maakten vooral de landelijke koepels van jeugdbewegingen en jeugdhuizen gebruik (Chiro Vlaanderen, KSJKSA-VKSJ, VVKSM, KAJ, VFJ, Socialistische federatie voor plaatselijk open jongerenwerk, FOS, Jeugd Rode Kruis, Pedagogisch instituut Vives, Jeugd en Gezondheid, Centrum informatieve spelen…) sommige landelijke koepels deden ook beroep op gelden vanuit de zogenaamde armoedefondsen.[5]

De zelforganisaties hier een die vermelding zijn . Reeds vanaf het begin van de migratie werden in Vlaanderen door allochtonen socio-culturele organisaties opgestart.op den deur zijn deze organisaties sterk in aantal toegenomen. Begin 2000 waren er zo bij de administratie in Vlaanderen een 856 lokale zelforganisaties gekend (ICEM, 1999). Binnen het geheel aan zelforganisaties neemt ook het aantal organisaties gericht op jongeren toe. Sommige van deze jongerenorganisaties vormen jeugdafdelingen van zelforganisaties gericht op volwassenen. Anderen vormen volledig op zichzelf staande jeugdorganisaties.Enkele van deze allochtone jeugdwerkingen zijn gegroeid vanuit bestaande WKJ’s.[6]

Literatuur en bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  1. ROVERS B. & KOOIJMANS M. (Red.). Werken met risicojongeren. Handboek voor sociale professionals, Expertisecentrum Veiligheid Avans Hogeschool,'s Hertogenbosch, sd., p. 2.
  2. uitdemarge Veerle Van Assche. (Red.). jeugdwerk met maatschappelijk achtergestelde jongeren , Dit artikel verscheen in: Gids sociaal-cultureel en educatief werk – jeugdwerk Afl. 30, juni 2001 – 97. , sd., p. 2.
  3. uitdemarge Veerle Van Assche. (Red.). jeugdwerk met maatschappelijk achtergestelde jongeren , Dit artikel verscheen in: Gids sociaal-cultureel en educatief werk – jeugdwerk Afl. 30, juni 2001 – 97. , sd., p.17.
  4. universiteit Gent Bert hauspie.& Nicole Vettenburg.& Rudi Roose. (Red.). kenmerken en hulp-en dienstverleningsbehoeften van de maatschappelijk kwetsbare jongvolwassenen , Dit vooronderzoek verscheen in: Vakgroep sociale Agogische,universiteit Gent, April 2010 . , sd., p. 5.
  5. uitdemarge Veerle Van Assche. (Red.). jeugdwerk met maatschappelijk achtergestelde jongeren , Dit artikel verscheen in: Gids sociaal-cultureel en educatief werk – jeugdwerk Afl. 30, juni 2001 – 97. , sd., p. 10.
  6. uitdemarge Veerle Van Assche. (Red.). jeugdwerk met maatschappelijk achtergestelde jongeren , Dit artikel verscheen in: Gids sociaal-cultureel en educatief werk – jeugdwerk Afl. 30, juni 2001 – 97. , sd., p. 10.