Gebruiker:Mdd/Definities van wetenschap

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Dit artikel geeft een overzicht van definities en omschrijvingen van het begrip wetenschap in gezaghebbende Nederlandstalige bronnen. Elke bron licht hierbij een eigen aspect uit.

Citaten uit gerenommeerde bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

Aard van de wetenschap[bewerken | brontekst bewerken]

De aard van de wetenschap is al eeuwenlang het onderwerp van heftige discussie - een discussie die wordt gevoerd door natuurwetenschappers, filosofen, geschiedkundigen en andere belanghebbenden. Alhoewel het niet tot overeenstemming is gekomen, hebben diverse opvattingen van de wetenschap grote bijval gekregen:
(1) ... wetenschap wordt beschouwd als gedragspatroon waarmee de mens zich controle over zijn omgeving verschaft...
(2) ... wetenschap wordt gezien als een bepaalde hoeveelheid theoretische kennis en technologie als de toepassing van theoretische kennis bij het oplossen van praktische problemen...
(3) ... wetenschap (kan worden gedefinieerd) aan de hand van de vorm van haar beweringen - universele wetmatige beweringen, bij voorkeur in wiskundige taal gesteld.
(4) ... wetenschap kan worden gedefinieerd aam de hand van zijn methodenleer: ... experimentele procedures, die tot doel hebben de geheimen van de natuur te onderzoeken en theorieën over haar gedragingen te bevestigen of te ontkennen...
(5) ... wetenschap (kan men) definiëren op grond van haar epistemologische status (ofwel de zekerheden die haar stellingen geacht worden te geven)...
(6) ... op grond van haar inhoud is ... wetenschap een specifieke reeks overtuigingen aangaande de natuur - min of meer wat de hedendaagse natuurkunde, scheikunde, biologie, geologie en dergelijke leren...
(7) ... wetenschap en wetenschappelijk worden toegepast op iedere werkwijze en overtuiging, die gekenmerkt wordt door geldigheid, precisie en objectiviteit. Scherlock Holmes gebruikte aldus, bij het bestuderen van misdaden een wetenschappelijke methode.
(8) En tot slotte worden ‘wetenschap’ en ‘wetenschappelijk’ vaak gewoonweg gebruikt als algemene termen van goedkeuring - als benamingen die wij verbinden aan alles wat we willen aanprijzen.
Bron: David C. Lindberg (Pioniers van de westerse wetenschap, Boom Amsterdam 1995, p.15-16)'.

Benaderingen van de wetenschap[bewerken | brontekst bewerken]

In de wetenschapsfilosofie wordt eigenlijk eenvoudig de vraag gesteld wat wetenschap is.... Nu zijn er verschillende benaderingen op het verschijnselen wetenschap mogelijk:.
  • De cultuurhistorische: Binnen deze benadering wordt wetenschap onderzocht als een cultureel verschijnsel dat de vrucht is van een historisch proces....
  • De wetenschapshistorische: Hier betreft het de geschiedschrijving van de wetenschap zelf....
  • De sociologische: Wetenschap wordt in de wetenschapssociologie onderzocht als een activiteit van een groep mensen. Welke normen en waarden constitueren de ‘wetenschappelijke’ groep? Welke instituties treffen we aan? Welke statussymbolen....
  • De psychologische: “Wetenschap kan vanuit psychologisch gezichtspunt worden onderzocht door de aandacht te richten op het proces van wetenschappelijke begripsvorming....
  • De economische: Van een ‘wetenschapseconomie’, waarin het verschijnsel wetenschap door de bril van de econoom wordt bekeken, kan men nauwelijks spreken...
  • De filosofische benadering van het verschijnsel wetenschap bestaat nu zowel uit een analyse als uit een waardering van dit verschijnsel, zowel in de zin van onderzoek als in de zin van theorie. In de wetenschapsfilosofische analyse wordt getracht de veronderstellingen van wetenschap als activiteit bloot te leggen en opheldering te krijgen over de weg waarlangs dat onderzoek verloopt, over de methodes dus en over de logica achter dat onderzoek. Tevens is de wetenschapsfilosofie eropuit om de vragen over structuur, status en waarheidspretentie van theorieën te beantwoorden. Bij de waardering gaat het om de vraag naar de rechtvaardiging centraal. Hoe kunnen de veronderstellingen, die methodes van onderzoek en die waarheidsaanspraken van theorieën worden gerechtvaardigd....
Bron: Herman Koningsveld (Het verschijnsel wetenschap: een inleiding tot de wetenschapsfilosofie, Boom Amsterdam 11e druk 1987, p.9-12).

Betekenissen van wetenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Wetenschap is:
1. het geheel van kennis op een bepaald gebied en van regels waarmee je meer kennis kunt verkrijgen ...
2. het ergens van op de hoogte zijn, het weten ...
Bron: Van Dale (Basiswoordenboek Nederlands, Van Dale Lexicografie Utrecht, 1e druk 1987, p.543).
Wetenschap is synoniem met denkvermogen, bewustzijn, medeweten, toestemming, mededeling, kennisgeving, rechtelijke aanzetting
1. Wetenschap is het weten omtrent, de kennis, de bekendheid met iets...
2. Wetenschap is wat men omtrent iets moet weten...
3. Wetenschap is het systematisch geordende geheel van het weten en van de regels, wetmatigheden, theorieën, hypotheses en systemen waarmee verdere kennis verkregen kan worden...
4. Wetenschap is het weten op een speciaal gebied...
5. Wetenschap is de beoefenaars van de wetenschap...
Bron: Van Dale (Groot Woordenboek der Nederlandse taal, Van Dale Lexicografie Utrecht, 13de druk 1999, p.3965).
Wetenschap is:
1. kennis, bekendheid met iets
2. geordend geheel van kennis
3. studieveld, tak van studie
Bron: Van Dale (Nieuw Nederlands Handwoordenboek, Van Dale Lexicografie Utrecht, 8e druk 1982, p.1182).
WETENSCHAP:
1) Het weten, kennis als toestand van den geest ten opzichte van de werkelijkheid in het alg. of van afzonderlijke zaken uit die werkelijkheid.
a) In den meest alg. zin, zonder de gedachte aan een specifiek voorwerp van die kennis.
b) Ter aanduiding van kennis omtrent een welbepaald gebied.
2) Kennis, in den zin van: zaken die, of datgene wat gekend kan of moet worden
3) Wijsheid; inzicht; gezond verstand. W.g. en sinds lang verouderd.
4) Verstandelijke vermogens; bewustzijn. W.g. en sinds lang verouderd
5) Methodisch en systematisch verworven en geordende kennis van de werkelijkheid, samen met de bedrijvigheid, de studie, het onderzoek waardoor deze kennis wordt verworven en uitgebreid. Vaak met een bep. lidw. ter aanduiding van de totaliteit van zoodanige kennis en studie.
6) Afzonderlijke tak van de kennis en studie in den zin van de vorige bet. ...
b) In verb. met bnw. of van-bep., inz. ter onderscheiding van specifieke disciplines, zoals in antropologische, historische, juridische, mathematische, medische, natuurkundige, filologische, filosofische, technologische, theologische, wijsgerige, wiskundige wetenschap(pen) of in wetenschap van den landbouw, van rechten, van de theologie enz.
c) In nevensch. verb. met kunst(en), vaak min of meer ter aanduiding van het geheel van de cultuur. Voor de historische verhouding tussen beide begrippen, zie ook Dl. VIII, 559.
7) De beoefenaars der wetenschap; de wetenschappelijke wereld.
8) Geheel van praktisch bruikbare kennis m. betr. t. een bep. gebied; techniek; vaardigheid; handigheid; kunde; kunst. Veroud.
9) Bericht; mededeling. Alleen aangetroffen in de verb. wetenschap doen (van iets), bekendmaken. W.g. en sinds lang veroud.
Bron: Woordenboek der Nederlandsche taal, Instituut voor Nederlandse Lexicologie, 1999

Doelgericht onderzoek en kennisverwerving[bewerken | brontekst bewerken]

... Bij wetenschap gaat het om opzettelijk en doelgericht onderzoek en verwerving van kennis op een bepaald terrein of vakgebied (vakwetenschap). Deze vorm heeft sinds Plato en de middeleeuwen een geïnstitutionaliseerde vorm gekregen (academies, universiteiten, instituten, laboratoria). Kennis of wetenschap is hier steeds het resultaat van kritisch onderzoek dan wel controle van gegevens en bereikte resultaten. Dit gaat samen met het opstellen van hypothesen of onderstellingen en theorievorming... Over betekenis en functie van de theorievorming zijn nog steeds diepgaande discussies gaande, m.n. naar aanleiding van de aanval van K. R. Popper op de verificatietheorie, die nog steeds het meest aanvaarde en laatstelijk nog door R. Carnap empirisch gefundeerde theorie, waartegenover Popper op scherpzinnige wijze telkens opnieuw z’n falsificatietheorie stelt.
Hoewel het streven steeds gericht is op definitieve resultaten, blijkt desondanks wetenschap nooit een definitieve vorm of inhoud aan te nemen, maar steeds vatbaar te zijn voor verbreding, uitbreiding, verdieping, correctie, ja zelfs voor radicale keerpunten en revoluties. De wijze van onderzoek en de controle der resultaten alsook de vorm die aan de resultaten wordt gegeven (systematisch, innerlijk samenhangend geheel) dragen een methodisch karakter, zozeer dat wetenschap in de grond van de zaak sinds de Grieken als een kwestie van methoden (inductieve, deductieve en experimentele methode) wordt beschouwd en eventueel een theoretisch verantwoorde technieken (statistiek, test); maar ook van redenering en bewijsvorm....
Bron: Karel Kuypers (Encyclopedie van de filosofie, lemma: Wetenschapsleer, Elsevier Amsterdam 1977, p.718-719).

Geordende kennis der werkelijkheid[bewerken | brontekst bewerken]

Wetenschap is geordende kennis van de werkelijkheid. Haar ideaal is objectiviteit en algemeengeldigheid. Er is een voortdurend streven door om meningen en hypothesen door toetsing tot wetenschap te verheffen. De gebieden der werkelijkheid geven aanleiding tot groepen van wetenschappen, die echter alle door het ideaal der objectiviteit worden bijeengehouden. De indeling in natuur- en cultuurwetenschappen is opgekomen met de cultuurwetenschappen zelf, die door de historisch-vergelijkende methode worden beheerst en nog geen twee eeuwen bestaan, terwijl natuurwetenschappen (vroeger kortweg 'sciences' of 'filosofie' geheten) een tweeduizendjarige verleden hebben...
De systematisering der wetenschappen is in de vorige eeuw door August Comte op positivistische en door Hegel op idealistische grondslag ondernomen. Comte ordent de wetenschappen naar opklimmende graad van ingewikkeldheid. De wiskunde voorop (het gebied van de meest algemene en eenvoudige ervaring) staat voorop, dan volgen astronomie, fysica, chemie, biologie,. De sociologie (die ook de geschiedwetenschap omvat) en door Comte als 'physique sociale' wordt omschreven - ze onderzoekt de wetten van structuur en dynamiek der samenleving - is de laagste en hoogste wetenschap. Alle wetenschap dient het leven: ‘savoir pour prévoir’. Bij Hegel wordt opgeklommen van de natuur tot de geest, waarin de idee tot zelfbewustzijn komt. Deze ordening is finalistisch: elke volgende fase is voorbereiding voor een volgende. De wetenschap dient hier niet het leven, maar is er voor haarzelf.
Bron: J.J. Poortman, (in: Encyclopedisch Handboek van het moderne denken, W. Banning (red) ea., Van Loghum Slaterus N.V. Arnhem, 3e druk 1950, p.812).

Forum van de wetenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Empirische wetenschap kan worden gezien als een proces dat voortschrijdt en waarin zelden onaanvechtbare definitieve resultaten worden geboekt. Natuurlijk neemt onze kennis - en de graad van zekerheid daarvan – steeds toe, maar .... men kan zelfs met Karl Popper volhouden, dat de werkelijk belangrijke stappen in de toeneming van onze kennis, die van de weerlegging van (andere) theorieën en opvattingen zijn.
Het proces wordt in gang gehouden door de activiteit van de onderzoeker. Wetenschap kan zo dus niet zozeer, of althans gezien worden als een systeem van begrippen en/of uitspraken maar vooral als een systeem van activiteiten .... Deze opvatting van wetenschap als activiteit impliceert verder, dat de wetenschapsbeoefenaar, de onderzoeker, dikwijls het uitgangspunt van de beschouwing is.... De activiteiten van de onderzoeker worden hierbij gezien als een speciale vorm van een algemene vorm van gedrag, waardoor het menselijk organisme in staat is kennis en ervaring te verwerven....
Verder kan men stellen, dat wetenschapsbeoefening een sociaal proces is en moet zijn. Democratische uitwisseling is een voorwaarde, zowel voor onderlinge kritiek als voor onderlinge inspiratie en ontlening. Zowel voor de verwerping van wat onthoudbaar blijkt als voor de opbouw van een structuur van wetenschappelijk gestaafde kennis, als ... voor formulerings- en publicatie-eisen, vermijding van subjectiviteit, zelfs aanvaardig van eenzelfde logica.... De laatste beslissingen hierover berusten dikwijls bij een sociale ‘institutie’, zij het een nogal abstracte institutie: het forum.
Bron: Adriaan D. de Groot, (in: Methodologie: grondslagen van onderzoek en denken in de gedragswetenschappen, Mouton & Co Den Haag, 5e dr. 1970, pag VIII - IX).

Onderdeel van de maatschappij[bewerken | brontekst bewerken]

Wetenschap is een onderdeel van de maatschappij dat zich ten doel heeft gesteld kennis te vergaren. De wetenschap heeft een eigen karakter: de beoefening ervan is onderworpen aan eigen wetten, methoden en conventies. Het woord wetenschap heeft verschillende betekenissen: 1) allereerst staat het voor het instituut der wetenschap: de universiteiten, de hoogleraren, de organisatie, enz. Wetenschap in deze zin heet ook wel wetenschapbedrijf. 2) Ten tweede is wetenschap een activiteit; zij houdt zich bezig met meten registreren, waarnemen, en experimenteren, ordenen en interpreteren, begripsvorming en verwoording, afleiding en voorspellen, hypothesevorming en -toetsing, evaluatie en planning. Wetenschap in deze zin heet ook wel wetenschapsbeoefening. 3) ten slotte is wetenschap de benaming voor de producten van de activiteit, de wetenschappelijke kennis. De wetenschappelijke kennis vormt een reconstructie van een deel van de werkelijkheid, opgebouwd met een bepaalde methodiek. Deze reconstructie is systematisch in de zin dat men steeds tracht series gelijkvormige vragen te beantwoorden en lacunes in de kennis op te vullen.
Bron: Psychologie van A tot Z (Ad Bergsma & Korina van Petersen, Het spectrum Utrecht, 6e dr. 2004, pag 361).

Psychologische benadering van wetenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Een psychologische interpretatie van de wetenschap begint met het duidelijke besef, dat wetenschap eerder een menselijke schepping is dan een autonoom, niet-menselijke ‘ding’ op zichzelf. Haar oorsprong ligt in menselijke motieven... Wetenschapsbeoefenaars worden naast de gangbare behoeften gemotiveerd door ... cognitieve behoeften aan zuivere kennis (nieuwsgierigheid) en aan begrip... en ten slotte de drang naar schoonheid, symmetrie en de mogelijk naar eenvoud, volledigheid en orde... Zich aan de wetenschap wijden kan als broodwinning dienen, als bron van prestige, als middel tot zelfexpressie of als bevrediging van één van de vele neurotische behoeften.
We kunnen in de wetenschap op zijn minst de volgende functies onderscheiden:
1. Haar probleemzoekende, vragenstellende, ideeënbevorderende, hypotheseproducerende functie
2. Haar beproevende, onderzoekende, bevestigende en ontkennende, en bekrachtigende functie; haar toetsen en onderzoeken van hypothesen: haar herhaling en controlering van experimenten; haar opstapelen van feiten; het betrouwbaar maken van feiten
3. Haar organiserende, theoretiserende, structurerende functie; haar zoeken naar hoe langer hoe ruimere generalisaties.
4. Haar geschiedmateriaal verzamelende, geleerde functie
5. Haar technologische kant; instrumenten, methoden, technieken
6. Haar administratieve, uitvoerende en organisatorische kant
7. Haar publicistische en opvoedkundige functie
8. Haar toepassingen voor menselijk gebruik
9. Haar waardering, genieting, viering en verheerlijking
Deze veelvoud van functies houdt noodzakelijkerwijs een arbeidsverdeling in, want weinig individuen zouden al deze vaardigheden in zich kunnen verenigen.... Deze psychologische benadering van de wetenschap heeft enige implicaties...
Bron: Abraham Maslow (Motivatie en persoonlijkheid, Lemniscaat Rotterdam 1974, p.44-49).

Systematiek der wetenschap[bewerken | brontekst bewerken]

...Wetenschap is zekere kennis van ware oordelen; G.W. Leibniz...
In de systematiek der wetenschap zijn vier grote groepen te onderscheiden: de normwetenschappen, vormwetenschappen, vitale wetenschappen, geesteswetenschappen. Men kan ook spreken van getalleer (rekenkunde, meetkunde, kinematica, enz.), natuurleer (Natuur- en scheikunde, sterrenkunde, enz.), levensleer (biologie, medische wetenschappen, psychoanalyse, enz.), geestesleer (sociologie, rechtswetenschappen, letterkunde, enz.). Tussen de zelfstandige takken van wetenschap heeft wisselwerking plaats - zoowel tusschen de wetenschappen van één groep als tusschen de verschillende groepen -, die onderling harmonie waarborgt en bevordert. Voorts is er wisselwerking tusschen de takken van wetenschap en de takken van dienst en kunst, i.h.a. tusschen de synthetische en praktische cultuurgebieden ..., en tusschen theorie en ervaring.... Aan het geestesleven nemen de zelfstandige groepen van wetenschappen gelijkelijk deel... Elk praktische gebied, dat pas met theoretiseren begint, vindt theorie doodsch, en groen des levens boom, zolang deze nog geen gerijpte theoretische takken draagt. Geschiedschrijving moge als geïsoleerd zelfstandig gebied, dat op de grens ligt tusschen de drie groepen van cultuurgebieden, synthetische gebieden, kunsten en diensten, een lijkkleur vertoonen als uiterlijk teeken van de bloedige scènes die op het oorlogsterrein van den cultuurstrijd voorvallen, de synthese aller zelfstandige gebieden en cultuurvrede brengt de gezonde kleur weer terug.
Bron: A.C. Elsbach (in: Encyclopedisch Handboek van het moderne denken, A.C. Elsbach (red) ea., Van Loghum Slaterus N.V. Arnhem, 1e druk 1931, p.580-582).

Vorm van weten[bewerken | brontekst bewerken]

De meest ruime omschrijving van wetenschap is, dat zij een vorm van weten is. Weten is een ruimer begrip dan wetenschap, doordat er velerlei weten voortkomt, dat geen wetenschap is. Er is weten, dat wij als voorstadium van of een voorbereiding op en derhalve als onvolkomen wetenschap kunnen beschouwen en dat we voorwetenschappelijk noemen. Er is echter ook een weten dat nooit in wetenschap over zal gaan... b.v. kennis van kunst, mensenkennis en praktische kennis... wat we buitenwetenschappelijk noemen. Aan deze laatste kan wetenschap diensten leveren....
(Karakteristiek aan wetenschappelijke denken is), dat zij op de eerste plaats streeft naar uitbreiding van kennis.... De wetenschap is nl. Geboren uit een sterk vermoeden, dat de werkelijkheid oneindig veel rijker is dan de “gewone” mens denkt en dat het mogelijk is, dat men in de diepte doordringt, wanneer men maar op geëigende wijze te werk gaat.... In de tweede plaats streeft de wetenschap naar grote zuiverheid van kennis.... De wetenschap tracht onzuiverheid weg te nemen door te komen tot onbetwijfelbare ware kennis. Daartoe gaat zij kritisch te werk... Dit betekent dat zij kritisch is ten opzichte van zichzelf, maar ook tegenover de beoefenaren der wetenschap, zoals hij omgekeerd van hen kritiek vraagt. De wetenschap kan slechts bestaan en vorderen door de wederzijdse kritiek op haar beoefenaars. Deze kritiek is niet afbrekend, doch opbouwend; zij draagt het karakter van een onderlinge controle, en is een vorm van samenwerking....
Bron: Harmen de Vos (in: Inleding tot de wijsbegeerte, Uitgeverij Callenbach Nijkerk, 1975, p.95-97).

Commentaar[bewerken | brontekst bewerken]

De citaten spreken ieder voor zichzelf en worden hier niet afzonderlijk becommentarieerd. In dit kader wordt wel wat algemene karakteristieken besproken van de gegeven definities en omschrijvingen.

Meer omschrijving dan definitie[bewerken | brontekst bewerken]

De gegeven citaten zijn meer omschrijvingen, ofwel kernachtige beschrijvingen, dan definities. Het is opvallend er vrij veel vakspecialistische woordenboeken en encyclopedieën zijn, waarin het begrip wetenschap niet expliciet wordt beschreven. De gegeven citaten uit dit soort bronnen zijn meer uitzondering.

Elke citaat afzonderlijk[bewerken | brontekst bewerken]

Elk citaat belicht een eigen zijde van de wetenschap. De citaten uit de woordenboeken staan op hun zelf, maar de andere zijn uit een eigen kader gehaald.

De citaten met elkaar[bewerken | brontekst bewerken]

De citaten vullen elkaar deels aan, zijn deels overlappend, zijn deels verschillend, en zijn deels strijdig. Zie ook Demarcatiecriterium

Het beeld van de wetenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Een vraag die rest is, of er uit deze omschrijvingen een duidelijk of duidelijker beeld van de wetenschap ontstaat?

Citaatrecht[bewerken | brontekst bewerken]

In verband met het citaatrecht zijn alle citaten afgerond op zo'n 200 woorden.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

[[Categorie:Wetenschap]] [[Categorie:Wetenschapsfilosofie]]