Naar inhoud springen

Gebruiker:PSTAR1498/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Handschrift 1587 (7 F 32)[bewerken | brontekst bewerken]

Hs. 1587 (7 F 32)
Volbladminiatuur met wapen van David van Bourgondië
Bewaarlocatie Universiteitsbibliotheek Utrecht
Plaats van ontstaan Zuidelijke Nederlanden
Datum van ontstaan ca. 1475
Betrokken personen
Auteur(s) Tekst: Gennadius II van Constantinopel

Dedicatie: Johannes de Polo Albo Castro

Kopiist(en) Georgius Hieronymus Spartanus
Opgedragen aan David van Bourgondië
Kenmerken
Formaat enkele kolommen, 15 regels
Materiaal Perkament (vellum)
Taal Latijn
Schrift Lettre Bourguignonne
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Handschrift 1587 (7 F 32) is een laat vijftiende-eeuws manuscript gewijd aan David van Bourgondië, bisschop van Utrecht. De Latijnse tekst bevat het Dialogus de via salutis hominum, een theologische dialoog geschreven door de patriarch van Constantinopel, Georgius Scholarius Gennadius in 1455. Fol. 4r-6v bevatten een persoonlijke dedicatie aan David van Bourgondië, onder vermelding van de naam Johannes Polo de Albo Castro, een Griekse adellijke leraar (nobilis vir nationis grecorum), later verbonden aan het hof van Philips I van Castilië.[1][2] Fol. 7r bevat de enige volbladminiatuur in het manuscript en is voorzien van het wapen van bisschop David van Bourgondië. De oorspronkelijk Griekse tekst is naar het Latijn vertaald door Georgius Hieronymus Spartanus, een Griekse emigrant die in verschillende capaciteiten werkzaam was in Noord-Europa.[3] Tegenwoordig wordt het handschrift bewaard in de Universiteitsbibliotheek Utrecht en kan het worden geciteerd als Universiteitsbibliotheek Utrecht Hs. 1587 (7 F 32).

Omschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Handschrift 1587 bevat 76 folia van 155 x 110 mm op perkament (vellum). Het tekstblok meet 92 x 60 mm. De tekst is geschreven in een bourgondische littera hybrida (Lettre Bourguignonne) in enkelvoudige kolommen van 15 regels per folio.[4] HIER MOGEN NOG 50 WOORDEN BIJ, LIEFST OOK MET WAT JARGON.

Decoratie[bewerken | brontekst bewerken]

De volbladminiatuur op fol. 7r bestaat uit een dubbel chevron van blauwe benen op een gouden achtergrond. Alle vlakken zijn voorzien van een scala aan rank- en bloemmotieven. Onder de inleidende tekst bevindt zich het wapenschild van David van Bourgondië, gepresenteerd door twee engelfiguren. De tekst bevat de inleidende paragraaf waarin de namen van de patriarch van Constantinopel en turcum' ofwel Turk (sultan Mehmet II) genoemd worden. De overige decoratie in het manuscript bestaat uit initialen van verschillende groottes, variërend tussen één en drie tekstregels. Deze initialen bestaan uit een rode ondergrond met daarop een vergulde letter. HIER MOGEN NOG 50 WOORDEN BIJ.'

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Het manuscript bevat een theologische dialoog tussen de oorspronkelijke auteur, Patriarch Gennadius en de Ottomaanse sultan Mehmet II. Circa twee jaar na de val van Constantinopel in 1453 werd Gennadius door Mehmet II gevraagd om patriarch van Constantinopel te zijn.[5] Als onderdeel van de herinstallatie van de patriarch vroeg Mehmet II om een geschreven kopie van een drietal gesprekken tussen hem en Gennadius over de fundamentele beginselen van het orthodoxe geloof en haar dogma.[6] De omvangrijkste tekst die hieruit ontstond was Gennadius' Confessiones. Het Dialogus de via salutis hominum is de tweede tekst uit deze reeks en is in feite een ingekorte versie van de Confessiones. Hierin staan enkele fundamentele theologische vragen centraal. Deze theologische vragen wordt in dialoogvorm geïntroduceerd op fol. 7r door een zin waaruit de gespreksvorm van de tekst duidelijk wordt (Interrogat Turcum, respondet Patriarcha). Door het manuscript heen stelt Mehmet II de vragen (interrogatio) en geeft Gennadius hierop antwoord (responsio). Deze tekststructuur is herkenbaar aan de woorden interrogatio en responsio die in het rood de tekst begeleiden. Enkele introducerende vragen op fol. 7r-8v zijn: Wat is god? (quid est Deus), waarom draagt hij [God] de naam Theos? (Unde dicitur θεός, Deus) en hoeveel goden zijn er? (et quot dij sunt). HIER MOGEN NOG 50 WOORDEN BIJ.

Maatschappelijke relevantie in het vijftiende-eeuwse Noord-Europa[bewerken | brontekst bewerken]

De Griekse tekst werd als onderdeel van een groep cadeau's geïntroduceerd in Parijs door de ambassadeurs van één van de zonen van Mehmet II, Bayezid II, aan de pasgeboren Franse koning Karel VIII. De hieropvolgende verspreiding van het Dialogus de via salutis hominum aan diverse klerikale en aristocratische figuren kan een indicatie zijn van de opgewekte interesse in de geopolitieke verhoudingen als gevolg van de Ottomaanse expansie in het huidige Turkije.[7] HIER MOGEN NOG 50 WOORDEN BIJ.

Oorsprong en provenantie[bewerken | brontekst bewerken]

Fol. 2r bevat de herkomst van het manuscript tot het Klooster Sint-Agnietenberg in Zwolle met de namen van Jacob van Bourgondië en Johannes de Zijl.

Georgius Hieronymus [de scribent?] was grotendeels actief als kopiist en vertaler van Griekse teksten in Frankrijk. De komst van Hieronymus naar Noord-Europa werd voorafgegaan door de val van Constantinopel, waarna een omvangrijke groep Grieken vluchtte voor de Turkse overheersing.[8] Andere kopieën van het Dialogus de via salutis hominum zijn door Hieronymus opgedragen aan Filips de Schone en Lodewijk de Beaumont, bisschop van Parijs tussen 1473-1492. In tegenstelling tot deze versies, waarin de dedicatie aan de patroon een vast schema kent, bevat Hs. 1587 een dedicatie gewijd aan David van Bourgondië door Johannes de Polo Albo Castro, wat erop kan duiden dat hij de opdrachtgever van Hs. 1587 was en deze commissie aan Hieronymus gaf.[9] HIER MOGEN NOG 50 WOORDEN BIJ.

Na David van Bourgondië[bewerken | brontekst bewerken]

Fol. 1v-2r bevatten een overzicht waarin vermeld wordt dat het manuscript verkregen is door het Klooster Sint-Agnietenberg in Zwolle na bemiddeling van Jacob van Bourgondië en deken Johannes de Zijl.[10] HIER MOGEN NOG 50 WOORDEN BIJ.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  1. (fr) Feys, Geudens, van Rooy, Xander, Christoffe, Raf (2020). ’At the cradle of Greek studies in the Low Countries: A sketch of their dawn and immediate impact in Louvain (ca. 1500– 1550). Annales de l’Institut archéologique du Luxembourg - Arlon 149-150.: 2.
  2. de Vocht, Henry (1951). History of the foundation and the rise of the Collegium Trilingue Lovaniense, 1517-1550. Bibliothèque de l'Université, Bureaux du Recueil, Louvain, p. 272.
  3. Harris, Jonathan (1995). Greek emigres in the West, 1400-1520. Porphyrogenitus, Camberley, p. 139. ISBN 187132811X.
  4. van der Horst, Koert (1989). Illuminated and decorated medieval manuscripts in the University Library, Utrecht : an illustrated catalogue. Maarssen : Schwartz/SDU, p. 41. ISBN 9061790867.
  5. Turner, C.J.G. (1969). The Career of George-Gennadius Scholarius. Byzantion 39: 440.
  6. Papadakis, Aristeides (1972). Gennadius II and Mehmet the Conqueror. Byzantion 42: 94-97.
  7. Kalatzi, Maria (Augustus 1997). Georgios Hermonymos, A 15th Century Scribe and Scholar: an Examination of his Life, Activities and Manuscripts. Thesis, p. 62.
  8. Kalatzi, Maria (Augustus 1997). Georgios Hermonymos, A 15th Century Scribe and Scholar: an Examination of his Life, Activities and Manuscripts. Thesis, p. 18.
  9. Kalatzi, Maria (Augustus 1997). Georgios Hermonymos, A 15th Century Scribe and Scholar: an Examination of his Life, Activities and Manuscripts. Thesis, p. 61-62.
  10. Dekker, C. (1979). Het Onze-Lieve-Vrouwe-Kapittel van Kappelle en de stichting van de parochie Biezelinge 1503-1529. Heemkundige Kring De Bevelanden, p. 40-42. ISBN 90 70298 01 5.