Naar inhoud springen

Gebruiker:Rdijk/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Rdijk/Kladblok
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Persoonlijke informatie
Geboren 8 februari 1850
Geboorteplaats Obergum, Vlag van Nederland Nederland
Overleden 13 mei 1922
Overlijdensplaats Hoenderloo - Apeldoorn
Positie oprichter
Beroep Ondernemer
Bedrijf Talens & Co resp. ROYAL TALENS
Portaal  Portaalicoon   Economie

Marten Talens is de grondlegger van het bedrijf Royal Talens (voorheen Talens & Co) te Apeldoorn, een bedrijf voor de productie van inkt, verf en lakken. Vele generaties Nederlanders hebben op school leren schrijven met Talens-inkt. Talens was toonaangevend in de wereld van inkt-producten en later ook verf-benodigdheden. Deze ondernemende man kwam aan het hoofd te staan van een groot bedrijf dat ook voor vestigingsplaats Apeldoorn van groot economisch belang is geweest. In 1922 wordt Talens beschreven als bereisd, belezen en selfmade en iemand met doorzettingsvermogen.[1] Hij bezat de zogenaamde Hollandse koopmansgeest, uitmondend in het stichten van verschillende hypotheekbanken, een landbouwmaatschappij en vooral de oprichting van de Talens & Co., een Nederlandse fabriek voor verf, lak en inkt te Apeldoorn.

Marten Talens werd op 8 februari 1850 geboren in het Groningse dorp Obergum. Obergum maakt tegenwoordig deel uit van het naastgelegen dorp Winsum. Hij was de zoon van Hilbrand Talens en Alberdina Aikes. Van de 8 kinderen in dit gezin bleven er slechts 2 in leven, naast Marten alleen zijn jongste zusje Jantien (1857-1945). De andere 6 stierven op zeer jonge leeftijd, 7 jaar en jonger. De familie Talens was een bemiddelde familie, die in Obergum en Winsum diverse panden en stukken grond bezat.

Vlak na de geboorte van zijn jongste zusje werd Marten Talens al wees op 9-jarige leeftijd, daar hun beide ouders al snel na de 6 jonge kinderen ook vlak na elkaar vroegtijdig stierven, beiden op 40-jarige leeftijd. Marten (9) en Jantien (2) trokken in bij een oom en tante, in een voorname woning in het centrum van Winsum, aan de Hoofdstraat.

Op 12-jarige leeftijd verhuisde Marten naar Groningen, naar de kostschool aan het Martinikerkhof. Twee jaar later kwam hij terug en woonde weer even bij oom en tante. Daarna vertrok hij naar Baflo. Hij woonde hier 3 jaar. Hij heeft hierna nog een periode van 3 jaar in resp. Brussel en Enschede gewoond. En daarna nog een jaar terug naar Winsum.

Bankier in Uithuizen

[bewerken | brontekst bewerken]

Effectenhandelaar, kassier en commissionair

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1871 dook de naam Marten Talens Hzn op in Uithuizen. Hij was toen 21 jaar. Hij stond toen in de boeken als kassier. Liet een  nieuw huis bouwen in 1872. In 1876 trouwde hij (als 26-jarige) met Hilje Post uit Nieuwolda. Er werden in Uithuizen 3 kinderen geboren: Hilda (1880), Hilbrand (1881) en Alberdina (1886). Van Hilbrand en Alberdina is bekend dat zij de HBS in Warffum bezochten. Zoon Hilbrand zou zijn vader later opvolgen als directeur van de Talens-fabrieken.

Kassier Talens had een commissionairskantoor en woonde in een statig renteniers-pand dat hij in 1874 als 24-jarige liet bouwen (hoek Oudestraat/Hoofdstraat te Uithuizen). Hij was toen effectenhandelaar van beroep. Uit publicaties in kranten blijkt dat hij zeker 28 jaren zeer actief op de beleggingsmarkt is geweest. Ook toen hij in later jaren directeur van de fabriek in Apeldoorn was, hield Talens zich nog steeds bezig met effecten.

Maarten Talens was een vooruitstrevend en vooraanstaand burger in Uithuizen. Hij werd lid van de gemeenteraad[2] en van het Bestuur van het 'Tot Nut van ’t Algemeen' opgerichte Spaarbank en Hypotheekbank. Maar bovenal was hij zelfstandig  kassier/commissionair. Het grote geld speelde een belangrijke rol in zijn leven. Zowel in Uithuizen als Leens vestigde hij Hypotheekbanken. Deze rijke man leende zijn geld uit, met als doel om stevige winsten te maken. Ook de 'dikke Hogelandster boeren' legden hun geld in. Talens was directeur en tussenpersoon. Hij plaatste wervende  advertenties waarin miljoenenbedragen voorbijkwamen.[3]

Bemoeienis met spoorlijnen

[bewerken | brontekst bewerken]

Marten was vanaf 1880 actief om een spoorlijn van Uithuizen naar naar de stad Groningen te bewerkstelligen. Met jonkheer Gerhard Alberda (van de borg Menkema) speelde hij een hoofdrol in het opstellen van het plan van de gemeente. Zijn (niet doorgevoerde) voorstel: een route via de dorpjes Zandeweer, Kantens, Middelstum, Onderdendam, Bedum en Noord- en Zuidwolde.[4] Zijn geboortedorp Winsum/Obergum kwam in zijn plannen bijzonder genoeg nooit in beeld. (Uiteindelijk ging de spoorlijn van Uithuizen naar Groningen trouwens wel via zijn geboortedorp). Talens vroeg met een aantal andere beleggers ook concessies bij het ministerie aan voor bv. de aanleg van een spoorlijn Amsterdam – Rotterdam.[5][6]

Activiteiten in Noord-Amerika

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1886 reisde Talens met de stoomboot W.A. Scholten naar Amerika[7] om grond aan te kopen, met als doel deze te verhuren en te verhandelen. Reisgenoot was grootgrondbezitter (en later eerste-kamerlid) Dojes uit Uithuizen. Gedurende 4 maanden gingen deze welgestelde Groningers op zoek naar goede landbouwgronden. In de staat Minnesota bij Clara City werd 4000 ha aangekocht ("1 uur en 3 kwartier lang en 1 uur breed"). In 1890 werd op dit grondgebied onder andere een stockfarm met de naam 'Groningen' gevestigd[8].

De reis naar Amerika had resultaat: In 1887 richtten Talens en anderen de 'N.V. Nederlandsch-Amerikaansche Maatschappij voor Landbouw en Veeteelt[9]' op. Talens werd directeur. Doelen waren de aan- en verkoop en het huren en verhuren van landerijen in Amerika, alsmede het verhandelen in Nederland van fokvee en het verstrekken van hypotheken. Jaren werkte hij samen met de Noord-Groninger 'hereboeren' Welt en Dojes. Beiden waren lid van Raad van Beheer (D. Knol-Welt was grootgrondbezitter, lid der Provinciale Staten Groningen en Eerste Kamer-lid, R.P. Dojes was grootgrondbezitter en Eerste-Kamerlid).

Ruzie en ontslag

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1898 nam Talens ontslag als directeur van de Nederlandsch Amerikaanse Hypotheekbank. Er was een stevige ruzie ontstaan tussen hem en de heren Knol-Welt en Dojes. Deze ruzie eindigde niet op het moment dat Marten Talens verhuisde naar Apeldoorn. Hij bleef namelijk aandeelhouder. In 1900 en zelfs in 1910[10] verschenen nog krantenartikelen waar er sprake was van stevige onmin[11][12][13][14]

Inktfabriek 'Talens & Co' opgericht in Apeldoorn

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1899 startte de Obergumer Marten Talens met een inktfabriek in Apeldoorn (Talens & Co; verf, lak en inkt). Het is niet duidelijk waarom hij – als oud bankier- koos voor de inkt- en verfwereld.  Hij had echter een groot zakelijk inzicht en wist de juiste contacten te leggen. Hij verzamelde de juiste mensen om zich heen, mensen met kennis van het product. Het achtervoegsel 'Co' was van chemicus F.Schmidt, een man die elders in Europa al een naam had opgebouwd. Deze was werkzaam bij een bedrijf dat zich bezig hield met het ontwikkelen van producten voor de inkt- en verfmarkt. De kwaliteit werd op een steeds hoger niveau gebracht. In eerste instantie werden alleen inkt en kantoorbenodigdheden gemaakt. Al snel ging Talens over op de productie van verven.

Begin 1900 werd de productie van Rembrandt olieverf (in tubes) toegevoegd aan de werkzaamheden. Voor veel schilders was de kwaliteitsverf een ideale oplossing. (Tot die tijd mengden schilders vaak nog zelf hun eigen verven. Een precies werkje, waarbij o.a. juiste hoeveelheden lijnolie, pigmenten en bindmiddelen van belang waren). In 1904 trad zoon Hilbrand toe tot de directie, op het moment dat dhr. Schmidt zich terugtrok. De bedrijfsnaam veranderde toen van 'Talens & Co' naar 'Talens & Zoon'. De zakendrift van Marten Talens bracht hem naar België, Frankrijk, Zwitserland en zelfs Rusland.

In 1917 vond Marten Talens de tijd gekomen zich op 67-jarige leeftijd terug te trekken uit het bedrijf als directeur. Hij zou de jaren daaropvolgend optreden als adviseur. Zoon Hilbrand volgde hem in de functie van directeur op.

MartenTalens overleed in 1922 op 72-jarige leeftijd en ligt in Apeldoorn begraven. Op zijn grafsteen staat de geboorteplaats Obergum vermeld.

Categorie:Nederlands ondernemer