Gebruiker:Stonegagle/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is het persoonlijke kladblok van Stonegagle.
Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen die wat meer van Wikipedia) en mag dus geen onoorbare dingen te bevatten.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.
Enkele handige links: Spiekbriefje | Snelcursus

Andere testplaatsen: De algemene zandbak | De probeerpagina van de snelcursus | De sjabloonzandbak

Poeloe Brayan is een plaats op Noord-Sumatra waar het Japans interneringskamp Aek Pamienke zich bevond, ongeveer 6 km van Medan. Het Jappenkamp was bereikbaar door met de trein naar Poeloe Brayan te rijden en vandaar 1,5 km te lopen.

De eerste kampdag was op 12 april 1942. Het kamp werd gebruikt voor 1800 vrouwen en kinderen, die voor een groot deel uit andere kampen, waaronder Brastagi, kwamen. Eind oktober 1945 werd het opgeheven.

Poeloe Brayan A[bewerken | brontekst bewerken]

Behuizing[bewerken | brontekst bewerken]

Op het kamp stonden stenen huisjes die door de DSM voor de koelies waren gebouwd.

Toen de eerste groep aankwam, lag alles er verlaten, vies en vochtig bij. De huisjes hadden kamers die door vier personen bewoond moesten worden. Er was geen meubilair. Later kwamen er wat tafels en stoelen en enkele bedden voor de ouderen en zieken. De anderen sliepen op een matje.

Het kamp was verdeeld in de blokken A, B, C en D. Er was tijdelijk ook een blok E. Blok E leek het beste, daar waren petroleumlampen, dus daar was altijd verlichting, maar de behuizing was niet tegen regen bestand en al gauw was blok E onbewoonbaar. Het kamp had leidingwater, maar er was nergens riolering, dus na een tropische regenbui stond een groot deel van het kamp onder water.

Eten[bewerken | brontekst bewerken]

Het eten was redelijk in het begin, maar er kwam steeds minder. Vlees was er op den duur nauwelijks, soms werden er mosselen of gezouten vis klaar gemaakt. De standaardportie voor volwassenen was 350 gram rijst en 150 gram maïs per persoon. Kinderen onder de 10 jaar kregen de helft. Ook die hoeveelheid werd steeds minder, en vanaf 1944 werd het vaak vervangen door cassavemeel. Palmolie werd gebruikt om te bakken, ander vet was er niet. Er werd centraal gekookt, maar ook individueel, omdat het centrale eten nooit voldoende was.

Volwassenen kregen 15 cent zakgeld per dag, daarmee konden ze wat kopen in de kampwinkel, vooral wat extra melk en gezouten vis voor de zieken. Ook kon men extra geld verdienen door voor de Jappen te werken. Werk bestond uit naaien, touwdraaien, boombasten uitpluizen of sterren stikken. Smokkelen werd zwaar bestraft, maar soms werden toch kleren voor etenswaren geruild.

Hygiëne[bewerken | brontekst bewerken]

Water

Er was een watertoren stond. 3° 38' 1" NB, 98° 40' 26" OL Er waren vier waterputten, zodat er stromend water was, maar er was niet voldoende drinkwater. Er stroomde een klein kreekje door het kamp, waarin de 2000 vrouwen zich konden baden of hun kleren konden wassen. Aangezien de vrouwen hun eigen bagage moesten dragen toen ze naar het kamp kwamen, hadden ze weinig bij zich. Belangrijk waren een mok, een bord en wat dekens, voor kleding was niet veel ruimte. Van de Jappen kregen ze geen kleding, dus naarmate de tijd verstreek liep iedereen blootsvoets en in lompen. De wc bestond uit een hokje waarin een gat was gegraven. Vandaar werd een geul gegraven om alles af te voeren.

Medische verzorging

Er waren dokters en verpleegsters in het kamp en zij deden wat ze konden, maar medicijnen waren er nauwelijks. Tegen het einde van de oorlog was er geen kinine meer. Toch is er nooit een dysenterie-epidemie uitgebroken. Tijdens de gehele kampperiode stierven 28 geïnterneerden.

Arbeid[bewerken | brontekst bewerken]

Er werden corveeën uitgedeeld:

  • Keukencorvee bestond uit houthakken, koken en schrobben
  • Sommigen moesten op het land werken (=tjangkollen), waarmee per dag 25 cent werd verdiend
  • Sjouwen naar het station: rijst, groente, palmolie en klappers (= kokosnoten)
  • Doodskisten maken en doden begraven

Straffen[bewerken | brontekst bewerken]

Als men straf verdiende, werd er geschopt of geslagen, meestal met stokken, vooral als iemand betrapt werd op smokkelen of het versturen van brieven. Deze straffen werden uitgevoerd door groepjes Jappen, nooit door een enkeling. Ook werden extra corveeën uitgedeeld en moest men vaak een paar uren tjangkollen.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]


Aek Pamienke was een Japans interneringskamp op Noord-Sumatra, ongeveer 300 km ten zuiden van Medan aan de spoorlijn van de Deli Spoorweg Maatschappij naar Rantau Prapat, dat nog 30 km verder lag. Het was gelegen in de rubberplantage 'Aek Pamienke'.

Het bestond uit

  1. Aek Pamienke I. Dit is het kamp dicht bij de spoorlijn, bij station Aek Pamienke
  2. Aek Pamienke II. Dit kamp is midden in de rubberplantage gebouwd.
  3. Aek Pamienke III. Dit kamp lag bij de weg tussen Medan en Rantau Prapat, naast de rubberfabriek.

(Dit is de gebruikelijke nummering zoals die gehanteerd wordt in het standaard werk van Dr. van Velden [1]

Vanaf het station van Aek Pamienke lag er een smalspoorbaan naar de rubberfabriek die de kampen met elkaar verbond. Met een wagon (die met de hand werd voortgeduwd) werden o.a. het eten vanaf het station naar de kampen gebracht. Aek Pamienke is aan het eind van de oorlog gebouwd als een 'verzamelkamp'. Ongeveer 5000 vrouwen en kinderen werden uit veel verschillende andere kampen op noord Sumatra uiteindelijk hier naartoe gebracht.

Vanaf 24-04-1945 (Geïnterneerden arriveren in Aek Pamienke I) tot 24-08-194 (de capitulatie van Japan wordt in de kampen bekend gemaakt) zijn de kampen onder Japans beheer in gebruik geweest. Er zijn in die 4 maanden 40 mensen overleden. Na de capitulatie van Japan werd de situatie snel beter en kwam er meteen medicijnen beschikbaar.

Aek Pamienke was zo afgelegen dat het nieuws dat Japan op 15 augustus 1945 capituleerde pas op 24 augustus in de kampen bekend werd. Van de bekendmaking in Aek Pamienke III is een filmpje gemaakt [2] door een geïnterneerde vrouw, met een camera die al die tijd verborgen

Het heeft nog tot 01-11-1945 geduurd voordat alle geïnterneerden per trein naar Medan zijn vervoerd om daar in kamp Polonia te worden ondergebracht.

Anno 2011 is er van de kampen van Aek Pamienke niet veel meer over. De smalspoorbaan is al lang verdwenen, de rubberbomen zijn inmiddels al een keer vervangen door jonge aanplant, of door palmolie bomen.

Aek Pamienke I[bewerken | brontekst bewerken]

Dit kamp was in gebruik van 24-4-1945 tot 1-11-1945. Hier woonden ongeveer 1000 vrouwen en kinderen uit de kampen Glugur II, Tandjung-balai, Belawan-Estate en Poeloe Brayan D. Er zijn 15 mensen overleden. [1]

Aek Pamienke II[bewerken | brontekst bewerken]

Dit kamp was in gebruik van juni 1945 tot 1-11-1945. Hier woonden 2500 vrouwen en kinderen uit Glugur II en Poeloe Brayan A, Poeloe Brayan B en Poeloe Brayan C. Er zijn 17 mensen overleden. [1]

Dit kamp bestond uit een aantal hongs die op een open plek in het rubberbos waren geplaats. Om het kamp was een prikkeldraad hek en er liep een klein stroompje door het kamp. Er waren 2 stenen putten die in 2011, hoewel kapot, nog terug te vinden waren.

Aek Pamienke III[bewerken | brontekst bewerken]

Dit kamp was in gebruik van juli 1945 tot 1-11-1945. Hier woonden ongeveer 1500 vrouwen en kinderen uit Brastagi. Er zijn plus-minus 8 mensen overleden. [1]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]


referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. a b c d Dr. Velden, D. van – "De Japanse burgerkampen" - uitgegeven door Wever B.V.(1963)
  2. Bossenbroek, Martin van - Dvd behorend bij boek: "Oranje bitter", uitgegeven door Waanders