Gebruiker:Vincent Steenberg/Burggraafschap Le Thil

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het château du Thil.

De heerlijkheid Le Thil is een voormalig heerlijkheid in Frankrijk, die hoorde bij de heerlijkheid Beaujeu. Le Thil was één van de zeven heerlijkheden, die tegenwoordig de gemeente Vauxrenard vormen.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De heerlijkheid Le Thil was aanvankelijk een leengoed van de jongere zoon van de heer van Beaujeu.[1] De eerste zelfstandige heer van Le Thil was Guichard de Sainte-Colombe, die in 1331 wordt vermeld als executeur van een zekere Guichard de Thelis, heer van l'Espinasse. Guichard de Sainte-Colombe was meest waarschijnlijk een jongere zoon van Guillard I, heer van Sainte-Colombe, die in 1319 een rechtzaak won die hij aanspande tegen de heer van Beaujeu.[2]

Hij werd opgevolgd door zijn zoon, Girard de Sainte-Colombe, die naast ridder ook baljuw van de Beaujolais was. Hij wordt op 22 december 1376 vermeld als plaatsvervanger van Eduard II van Beaujeu in Villefranche-sur-Saône, de hoofdstad van de Beaujolais. Hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon, Guillaume de Sainte-Colombe.[3] Toen de Engelsen in 1415 Frankrijk binnenvielen sloot hij zich aan bij het leger van Karel VI van Frankrijk, maar sneuvelde in de Slag bij Azincourt. Hij had twee zoons en mogelijk ook twee dochters.[4]

Zijn zoons, Guyot en Jacques de Sainte-Colombe, erfden samen de familiegoederen. In 1449 gaf de toenmalige heer van Beaujeu, Karel II van Bourbon, hen 32 soldaten om vanuit het château du Thil het dorp Vauxrenard te beschermen tegen mogelijke invallen door Filips de Goede, hertog van Bourgondië.[5] Jacques werd opgevolgd door zijn zoon Jacques of Jaimes de Sainte-Colombe, die betrokken was bij de Italiaanse Oorlogen. In 1501 diende hij op hoge leeftijd nog als ‘premier gendarme’ in de compagnie van Guy d'Alègre in Milaan.[6] Hij trouwde op 27 juni 1470 met Marie van Bourbon, een buitenechtelijke dochter van Jan II van Bourbon.[7] Jan II beloofde hem een grote bruidsschat, maar na de geboorte van een zoon kwam hij zijn gelofte niet na en ontving Jacques in plaats van een bruidsschat het vruchtgebruik van de heerlijkheid Ambérieux-en-Dombes.[8]

Zijn zoon, Jean of Janot de Sainte-Colombe, erfde naast Le Thil ook het vruchtgebruik van de heerlijkheid Ambérieux.[9] Hij diende in het leger en was net als zijn vader in 1501 aanwezig in Milaan. Op 6 mei 1495 werd een conflict bijgelegd met Peter II van Bourbon waarbij Jean en zijn buitenechtelijke broer Antoine de Sainte-Colombe hun aanspraken op de heerlijkheid Ambérieux introkken in ruil voor 1.000 écus, de rechtsbevoegdheid in Le Thil en het recht daar een schandpaal op te richten.[10] Jean overleed kinderloos en werd opgevolgd door zijn halfbroer, die kort daarvoor gewettigd werd en geschikt bevonden werd de familiegoederen te erven. Hij trouwde met Françoise de Nagu, maar hij had samen met haar geen nakomelingen. Zijn vrouw bleef zich na zijn dood ‘dame & maîtresse de la terre de Thil’ noemen en hertrouwde met Gabriel de Chevrier, heer van Saint-Mauris.[11] Op die manier kwam de heerlijkheid in het bezit van de familie De Chevrier.

Hun zoon, Laurens de Chevriers (overl. 16 december 1629), was naast heer van Saint-Mauris ook heer van Le Thil en diende als vrijwilliger in het leger van Hendrik IV van Frankrijk. Zijn zoon, Honoré de Chevriers, ridder in de Orde van Sint-Michiel, werd in oktober 1651 verheven tot burggraaf van Le Thil. Zijn kleinzoon, Claude Joseph François de Chevriers, wordt vermeld als ‘comte du Thil’.[12]

Omstreeks 1780 stierf de familie De Chevriers uit, waarna de heerlijkheid in het bezit kwam van de familie De Grollier. Toen in 1789 de Franse Revolutie uitbrak werd de heerlijkheidLe Thil opgeheven.[13] De laatste heer van Le Thil, Pierre Louis, markies van Grollier en Trefort, graaf van Maisonseule, burggraaf van Le Thil, enz., werd op 26 december 1793 als gevolg van de Terreur als landverrader geëxecuteerd.[14]