Spion

Een spion is iemand die op heimelijke en soms illegale (clandestiene) wijze inlichtingen vergaart. Spionnen kunnen werken voor een overheid, maar ook voor bedrijven. De term spion wordt vooral in de dagelijkse populaire taal gebruikt. Inlichtingen die via dergelijke menselijke bronnen verkregen worden, heet Human Intelligence (HUMINT).
Terminologie[bewerken]
Binnen de inlichtingenwereld wordt het begrip 'spion' als zodanig niet gebruikt, maar spreekt men van inlichtingenofficier en agent. De inlichtingenofficier is degene die in dienst is van een geheime dienst. De agent is een buitenstaander die doorgaans niet op de loonlijst staat, maar soms wel een (financiële) tegenprestatie voor geleverde informatie ontvangt. Daarnaast is er nog de informant die zonder tegenprestatie en uit eigen beweging inlichtingen levert aan de officier of de agent.
Een dubbelspion is een agent die aan beide kanten inlichtingenofficieren van informatie voorziet, terwijl een mol een agent is die moedwillig in een vijandige inlichtingenorganisatie infiltreert. Kim Philby was een mol, hijzelf zei hierover:
- "Ik heb niemand verraden. Ik heb altijd dezelfde werkgever en dezelfde opvattingen gehad. Ik was gewoon een agent die de tegenpartij moest infiltreren. Dat die zo stom was dat niet te doorzien, dat is hun zaak."[1]
Bekende spionnen[bewerken]
Bekende spionnen zijn onder anderen:
- Rudolf Abel
- Aldrich Ames
- Robert Baden-Powell[2]
- George Blake
- Christopher Boyce
- Martha Cnockaert
- Eli Cohen
- Theo Dobbe tijdens de Tweede Wereldoorlog
- Klaus Fuchs speelde informatie over het Manhattanproject door aan de Sovjet-Unie
- Robert Hanssen
- Theo Haze
- George Koval
- Huub Lauwers
- Christiaan Lindemans alias King Kong
- Mata Hari (verondersteld spionne)
- Eugène Michiels
- Sigismund Payne Best
- Gary Powers
- Sidney Reilly
- Julius en Ethel Rosenberg Amerikaans koppel terechtgesteld als spionnen voor de Sovjet-Unie
- Henk Scheermeijer
- Charles Louis Schulmeister spion van Napoleon
- Richard Sorge spion voor de Sovjet-Unie
- Jan van Straelen (1940-1943)
- Violette Szabo (1921-1945), Frans-Brits geheim agente
- Anton van der Waals
- De Cambridge Five:
Fictieve spionnen[bewerken]
In literatuur geldt het werk The Spy van James Fenimore Cooper uit 1821 als de introductie. Ook Charles Dickens weeft een plot rond spionage in zijn A Tale of Two Cities. Meer modern gelden vooral de werken van Graham Greene als waarheidsgetrouw. Het meer tot de verbeelding sprekende personage James Bond, geschreven door het voormalig lid van de Engelse militaire geheime dienst Ian Fleming, romantiseerde het publieke beeld van de spion.
Andere fictieve spionnen:

Zie ook[bewerken]
Literatuur[bewerken]
- Dulles, Allen W. (194x/2006) The craft of intelligence The Lyons Press ISBN 1592282970 (10) ISBN 9781592282975 (13)
- Haswell, Jock (1977) Spies & Spymasters Butler & Tanner Ltd. ISBN 0500011788
- Polmer, Norman & Allen, Thomas B. (1997) Spy book, The Encyclopedia of Espionage. Random House ISBN 1853672785
Bronnen, noten en/of referenties
|
![]() |
Zie de categorie Spies van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |