Geringde viltkop
Geringde viltkop | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Mallocybe agardhii (N. Lund) Matheny & Esteve-Rav. (2019 [1]) | |||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||
Inocybe agardhii | |||||||||||||||
|
De geringde viltkop (Mallocybe agardhii) is een paddenstoel uit de familie Inocybaceae. Hij vormt Ectomycorrhiza.[2] Hij groeit bij wilg: in de vochtige duinvalleien is dit in de buurt van kruipwilg en in bermen bij boswilg.[3] De vruchtlichamen komen voor van juni tot november.[4] Ze staan vaak in kleine groepjes.[5] De soort kenmerkt zich door een dik velum dat een wollige wollige ringzone op de steel achterlaat.[6]
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Uiterlijke kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]- Hoed
De hoed heeft een diameter van 25 tot 80 mm.[5] De vorm is klokvormig tot licht umbonaat en wordt platter met een ingesneden rand.[5] Het oppervlak is viltig en vezelig, niet opvallend schubbig. De hoedkleur is lichtbruin en in het midden donker. Het velum op de hoed is wittig/zilverachtig.
- Lamellen
De lamellen zijn bleek okerachtig oranjebruin, uiteindelijk bruin lederkleurig met een witte lamelsnede.[3] Ze zijn sinuate-adnate aan de steel gehecht.[5]
- Steel
De steel heeft een lengte van 20 tot 60 mm en een dikte van 3 tot 12 mm.[5][7] Hij is hol en bij jonge vruchtlichamen met een duidelijke ringzone.[8] Er is een cortina aanwezig en de kleur is wittig.[8]
- Geur en smaak
De geur is afwezig of muf-aards tot zurig tot onplezierig.[5] De smaak is afwezig of licht onprettig.[5]
Microscopische kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De sporen zijn glad en meten 8,0-11,0 × 5,0-6,5 μm.[3][4] De basidia zijn 4-sporig en meten 30-35 × 7-8 µm.[9] De dunwandige cheilocystidia zijn zeer onregelmatig gevormd (meestal knotsvormig) en hebben vaak een langwerpig (sub)cilindrisch eindsegment. Ze meten 15-30 × 10-18 μm.[3][7] Soms staan ze in korte ketens aaneengeschakeld met gespen.[5] Er zijn geen pleurocystidia aanwezig (net als alle soorten uit het genus).
Verspreiding
[bewerken | brontekst bewerken]In Nederland komt hij matig algemeen voor. Hij staat niet op de rode lijst en is niet bedreigd.[2]
Naam
[bewerken | brontekst bewerken]Mallocybe agardhi is vernoemd naar de botanicus Carl Adolph Agardh (1785-1859).
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ (en) Index Fungorum
- ↑ a b NMV Verspreidingsatlas Paddenstoelen
- ↑ a b c d yavannah.nl
- ↑ a b Fungi Temperate Europe, 1 (Læssøe & Petersen 2019): blz 678
- ↑ a b c d e f g h Mustrooms and Toadstools of Britain and Europe / G. Kibby / ISBN 978-0-9572094-9-7 / blz 26
- ↑ Ecologische Atlas van Paddenstoelen in Drenthe: Lanen op basenrijke leem- en kleigrond
- ↑ a b Funga Nordica
- ↑ a b (de) Inocybaceae
- ↑ Agaricales rares ou nouvelles pour la région du Velay et ses environs (1975)
- Externe link