Naar inhoud springen

Gerrit Achterberg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Hardscarf (overleg | bijdragen) op 14 jul 2009 om 15:58. (→‎Externe link)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Gerrit Achterberg (Nederlangbroek, 20 mei 1905Leusden, 17 januari 1962) is een Nederlands dichter. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste dichters in de twintigste-eeuwse Nederlandse poëzie. Zijn werk werd onderscheiden met onder meer de P.C. Hooft-prijs en de Constantijn Huygensprijs.

        Diaspora

 

Al zijt gij in onnoembaarheid,
glanzende scharen van mijn wil
zijn uitgegaan om u te tellen:
een prevelen, niet te verstaan,
zal eenmaal samenvallen
met onze kennismaking
diep in de taal.

 

Dan treedt uw lichaam uit mijn som,
want alle moleculen
roep ik weerom
uit hun verstrooiing. Alle.

 

(Gerrit Achterberg)


Levensloop

Achterberg was de derde zoon in een calvinistisch gezin met negen kinderen. Zijn vader was aanvankelijk koetsier en later, na de toegenomen populariteit van de automobiel, boer.

Achterberg blonk uit op school en begon in 1924 een carrière als onderwijzer. Zijn literaire debuut vond in hetzelfde jaar plaats: samen met Arie Dekker, die hem tot schrijven stimuleerde, publiceerde hij de inmiddels verloren gegane bundel De zangen van twee twintigers. Hij beschouwde het werk later als een jeugdzonde.

Door zijn omgeving werd Achterberg intussen meer en meer beschouwd als een introverte zonderling. Een verloving werd verbroken nadat hij, met een pistool in de hand, had gedreigd met zelfmoord en hij werd afgekeurd voor militaire dienst wegens 'zielsziekte'.

Zijn carrière als dichter kreeg pas duidelijk gestalte nadat Roel Houwink zich als zijn literaire mentor ontpopte. Het eerste resultaat was de bundel Afvaart (1931) waarin Achterbergs hoofdthema al aanwezig is: het oproepen van de gestorven geliefde.[1] Na de publicatie van Afvaart raakte Achterberg in een geestelijke crisis. Hij werd enkele keren opgenomen in een psychiatrische inrichting en had moeilijke relaties met vrouwen. De verwarring die dat met zich meebracht, leidde bij Achterberg vaak tot gewelddadige buien.

De ontwikkelingen mondden uit in een drama. Achterberg had in 1934 het onderwijs verruild voor een baan als landbouwcrisisambtenaar bij de Crisis Vee Centrale in Utrecht. Hij woonde aldaar in de Boomstraat 20-bis op kamers en kreeg, hoewel hij inmiddels verloofd was, een relatie met zijn hospita Roel van Es. Op 15 december 1937 schoot Achterberg de toen 40-jarige vrouw dood en hij verwondde haar 16-jarige dochter Bep in de commotie die was ontstaan nadat hij getracht had Bep op zijn kamer te overweldigen. Hij meldde zich zelf bij de politie en werd tot tbr veroordeeld. Tot augustus 1943 verbleef hij in diverse (forensisch-) psychiatrische inrichtingen. Daarna volgde een periode van resocialisatie tot de tbs in 1955 definitief werd opgeheven.

Onderwijl produceerde hij een stroom aan nieuw werk. Tussen 1939 en 1953 verschenen 22 bundels. En Jezus schreef in 't zand (1947) werd in 1949 onderscheiden met de P.C. Hooft-prijs. Ballade van de gasfitter (1953) kreeg in 1954 de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam en in 1959 kreeg Gerrit Achterberg voor zijn gehele werk de Constantijn Huygensprijs toegekend.

In 1946 trouwde Achterberg met een jeugdvriendin: Cathrien van Baak. Zij gingen op de eerste etage van de villa Mariahoeve te Hoonte (Neede) wonen. De laatste jaren van zijn leven woonde hij samen met haar in Leusden waar hij in 1962 aan een hartaanval overleed.

Prijzen

Bibliografie

Trivia

  • De Koninklijke Bibliotheek heeft een deelcollectie Gerrit Achterberg, waarin nagenoeg alle auteursexemplaren van zijn bundels zijn opgenomen.

Externe link

Biografieën, werken en teksten bij de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl)

  1. Volgens Roel Houwink was de versregel "U en de dood en ik" bijvoorbeeld op te vatten als een samenvatting van dit thema [1]