Geweerarrest

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Geweerarrest
Datum 2 december 1935
Instantie Hoge Raad der Nederlanden
Rechters L.E. Visser, B.M. Taverne, C.J.H. Schepel, G. Kirberger, J. Donner
Adv.-gen. W.J. Berger
Soort zaak   strafkamer
Procedure cassatie
Wetgeving art. 121 Sv
Onderwerp   voortgezette toepassing van bevoegdheden
Vindplaats   NJ 1936/250

Het Geweerarrest (Hoge Raad 2 december 1935, NJ 1936/250) is een arrest van de Nederlandse Hoge Raad dat betrekking heeft op de voortgezette toepassing van bevoegdheden.

Casus[bewerken | brontekst bewerken]

Een ambtenaar is ter controle op grond van de Drankwet in een woning aanwezig en treft daar een vuurwapen aan. Dat werd prompt door de ambtenaar, die eerst alleen de naleving van de Drankwetvergunning controleerde in beslag genomen, en wel op basis van de toenmalige Vuurwapenwet; thans de Wet wapens en munitie. De eigenaar verzet zich hiertegen door aan het geweer te trekken. In cassatie voerde de eigenaar aan dat de controlebevoegdheid van de desbetreffende ambtenaar zich niet uitstrekte tot inbeslagname van het geweer aangezien de ambtenaar 'slechts' mocht controleren op overtreding van de Drankwet. De Hoge Raad oordeelde deze inbeslagneming echter rechtmatig.

Essentie[bewerken | brontekst bewerken]

Uit het arrest kan de volgende algemene regel worden afgeleid. De politieambtenaar die in de rechtmatige uitoefening van zijn taak een bevoegdheid toepast, behoudt daarbij alle andere bevoegdheden die hij op grond van andere taken heeft. Als de politieambtenaar bij de (rechtmatige) uitoefening van een bevoegdheid die hem toekomt op grond van zijn ordehandhavings- of hulpverleningstaak uit de Politiewet of enige toezichthoudende taak op grond van een of andere bijzondere wet, stuit op feiten en omstandigheden die voldoende zijn om een redelijk vermoeden van een begaan strafbaar feit te wekken, dan kan hij de opsporingsbevoegdheden uitoefenen die hem zijn toegekend. Hij mag dan (vervolgens) opsporingsbevoegdheden toepassen. Vanwege de oorsprong van deze regel in betreffende arrest, wordt wel van 'geweerjurisprudentie' gesproken. Men spreekt ook wel van de 'voortgezette toepassing van bevoegdheden'.