Naar inhoud springen

Haring Haringsma

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door FLechdrop (overleg | bijdragen) op 30 dec 2016 om 15:56.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Haring thoe Heeg ( gekozen ongeveer 1400 - 1401) was volgens Andreas Cornelius de zestiende potestaat van Friesland.

Leven

De geschiedschrijver Petrus Thaborita noemt "Haghe Haringsma" een hoveling. Haring Haringsma uit Heeg (1323 - 1404) was gehuwd met ene Jelck. Hij was Heerschap te Heeg vanaf 1381 en werd later potestaat van Westergo. In 1398 was hij gevolmachtigde van Wapenbrugge (Zuidwesthoek van Friesland) tegenover de graaf van Holland, Albrecht van Beieren. In 1400 werd hij tot potestaat gekozen, maar alleen voor Westergo, met Sjoerd Wiarda voor Oostergo. Een jaar later speelde hij een rol bij vrede van Bolsward tussen Holland en Friesland.

Stamvader

Haring was de stamvader van de Harinxma's, zijn zonen heetten Agga, Syrick, Epa, Hotthya en Douwa. Hij had één dochter, Ymcke. Alle afstammelingen van Haring kregen de toevoeging 'thoe Heeg' achter 'Harinxma'.

Zie ook

Voorganger:
Sjoerd Wiarda
Potestaten
Opvolger:
Juw Dekama

Bronnen

  • "Geschiedenis van Friesland", W. Eekhoff - 1851; "Dispereert niet", deel II