Hilde Holger

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hilde Holger, gefotografeerd door Josef Trcka in 1925

Hilde Boman-Behram (18 oktober 1905 - 24 september 2001), geboren Hilde Sofer en bekend onder de artiestennaam Hilde Holger, was een expressionistische danseres, choreografe en danslerares. Haar bijdragen aan geïntegreerde dans hebben een grote impact gehad op moderne dans.

Familie[bewerken | brontekst bewerken]

Holger kwam uit een liberaal joods gezin. Zij was de dochter van Alfred en Elise Sofer Schneiber. Haar vader was een dichter: hij stierf in 1906. Haar grootvader was schoenmaker, en werkte voor het Oostenrijkse hof. Toen Nazi-Duitsland in 1939 Oostenrijk binnenviel, ontvluchtte Holger Wenen. Omdat haar toegang tot het Verenigd Koninkrijk werd geweigerd, besloot ze te emigreren naar India. Daar ontmoette ze in Bombay de homeopaat en kunstliefhebber, Dr. Ardershir Kavasji Boman-Behram. Ze trouwden in 1940. Haar moeder, stiefvader en veertien van haar familieleden kwamen om tijdens de Holocaust.[1]

Hilde Holger had twee kinderen. In 1948 emigreerde ze met haar gezin naar Engeland waar ze de rest van haar leven heeft gewoond.[2]

Carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Hilde Holger begon haar danscarrière op zesjarige leeftijd. In die tijd was ze te jong om toegelaten te worden tot de Academie voor Muziek en Dramatische Kunsten in Wenen. In plaats daarvan nam ze met haar zus lessen in ballroomdansen, totdat ze werd toegelaten tot de academie. Ze studeerde vervolgens bij de radicale danseres Gertrud Bodenwieser, die destijds docent aan de Weense Staatsacademie was. Ze bewonderden Isadora Duncan en Ruth St. Denis, evenals kunstenaars van de Weense Sezession.[2]

Holger werd al snel de belangrijkste danseres en een persoonlijke vriendin van Bodenwieser, en trad met het gezelschap van Bodenwieser op in heel West- en Oost-Europa. Ze toerde ook met haar eigen Hilde Holger Dans Groep. Op haar achttiende had ze haar eerste solo-optreden. Later veroorzaakte ze met haar veelgeprezen expressionistische dans opschudding in de Weense Hagenbund en theaters in Wenen, Parijs en Berlijn. Vanwege haar passie voor dans richtte ze in 1926 in Palais Ratibor, midden in het hart van Wenen, de New School for Movement Arts op.[2]

Op 12 maart 1938 trokken Duitse troepen Oostenrijk binnen en werd het land samengevoegd met Duitsland. Het werd Joden verboden op te treden. Holger kreeg hulp van haar vriend Charles Petrach om Oostenrijk te ontvluchten. Ze besloot naar India te gaan omdat, naar haar zeggen in die tijd, de kunst van dat land voor westerlingen het meest fascinerend was.[1]

In India kreeg ze de kans om nieuwe ervaringen op te nemen in haar werk, in het bijzonder de handbewegingen van de Indiase dans. Klassieke Indiase dans kent meer dan driehonderd van deze bewegingen om leven en natuur uit te drukken. In 1941 richtte Holger een nieuwe dansschool op in Bombay. Ze accepteerde studenten van alle rassen, religies en nationaliteiten zonder vooroordeel. Net als in Wenen werd Holger onderdeel van de kunstenaarsgemeenschap. Onder haar vrienden waren de Indiase dansers Uday Shankar en Ram Gopal. Gopal danste in Holgers dansschool. In 1948 was het geweld tussen moslims en hindoes in India zo erg dat ze gedwongen was opnieuw te emigreren, dit keer naar Groot-Brittannië.[2]

In Engeland trad haar Holger Modern Ballet Group op in parken, kerken en theaters. Ze opende opnieuw een dansschool, de Hilde Holger School of Contemporary Dance, waar ze trouw bleef aan haar filosofie dat om een goede danser te zijn lichaam en geest een eenheid moesten vormen. Haar doorbraak in Londen kwam in 1951 met de première van Under the Sea, geïnspireerd door een compositie van Camille Saint-Saens. Haar voorstelling Apsaras (1983) verkende haar ervaringen in India.[3]

In de zomer van 1983 keerde ze voor het eerst terug naar India waar ze sinds 1948 niet meer was geweest. Daar werkte ze als choreograaf voor een groot dansgezelschap geregisseerd door Sachin Shankar.

Holger was bijzonder trots op haar werk met geestelijk gehandicapten. Ze creëerde een vorm van danstherapie voor kinderen die net als haar eigen zoon het syndroom van Down hadden. Holger was de eerste choreograaf die professionele dansers liet dansen met jonge volwassenen met ernstige ontwikkelingen en leermoeilijkheden. Holger orkestreerde After the Light, met muziek van Edvard Grieg in 1968. Het was een baanbrekend en innovatief werk, en een van de eerste geïntegreerde dansstukken die op een professioneel podium verscheen.[3]

Invloed en navolging[bewerken | brontekst bewerken]

Hilde Holger heeft invloed gehad op drie generaties dansers en choreografen. Ze stelde hoge eisen aan kwaliteit en ze was niet bang om risico's te nemen. Ze accepteerde studenten zonder vooroordeel, inclusief gehandicapte studenten, zolang ze maar oprecht waren.

Een van haar studenten, Wolfgang Stange, zette haar werk voort met mensen met leermoeilijkheden, zoals het downsyndroom en autisme, evenals met mensen met lichamelijke handicaps. Stange's Amici Dance Theatre Company, het eerste fysieke geïntegreerde dansgezelschap in Groot-Brittannië, creëerde een uitvoering getiteld Hilde die werd opgevoerd in het Riverside Theatre in Londen in 1996, evenals in het Odeon in Wenen in 1998.[4]

In de laatste paar weken van haar leven gaf Holger nog steeds danslessen in haar kelderstudio in Camden, Londen, waar ze meer dan vijftig jaar had gewoond. Onder haar studenten waren Liz Aggiss, Jane Asher, Primavera Boman, Carol Brown, Carl Campbell, Sophie Constanti, Jeff Henry, Ivan Illich, Luke Jennings, Thomas Kampe, Claudia Koppenberg, Lindsay Kemp,[5][6] Juliet Miangay-Cooper, Royston Maldoom OBE, Anna Niman, David Niman, Litz Pisk, Kristina Rihanoff, Kelvin Rotardier, Feroza Seervai, Rebecca Skelton, Marion Stein, Sheila Styles, Jacqueline Waltz en Vally Wieselthier.

Zie de categorie Hilde Holger van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.