Naar inhoud springen

Hobbe Baerdt van Sminia (1655-1721)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jan Arkesteijn (overleg | bijdragen) op 27 mei 2017 om 14:28. (+ afbeelding)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Hobbe Baerdt van Sminia (Johannes Heimans, 1679)

Hobbe Baerdt van Sminia (22 augustus 1655 - Leeuwarden, 23 oktober 1721) was raadsheer en president-raadsheer van het gerechtshof van Friesland te Leeuwarden.

Van Sminia was een zoon van de raadsheer Jetze van Sminia en van Anna Maria van Baerdt. Hij was secretaris van de grietenij Stellingwerf-Westeinde. In 1679 werd hij door het kwartier Zevenwolden gekozen tot raadsheer in het Hof van Friesland. Ondanks protesten vanuit Oostergo bleef zijn benoeming gehandhaafd. Hij vervulde deze functie gedurende bijna 42 jaar. De laatste zes jaar was hij tevens president van het hof.[1]

Van Sminia is driemaal getrouwd geweest. Op 2 januari 1678 trouwde hij te Franeker met Tetje Gerroltsma. Op 17 april 1692 trouwde hij te Oudega met Catharina van Haersma. Zijn derde huwelijk sloot hij op 3 april 1701 te Rijperkerk met Ida Margaretha van Rhala. Hij had in het totaal negen kinderen.[1] Van Sminia was in 1697 de één na rijkste Fries met een geschat vermogen van 450.000 gulden. In 1706[2] kocht hij het grietmanschap van Hinnaarderadiel voor 38.000 gulden van Edzard van Grovestins voor zijn zoon Idzard uit zijn eerste huwelijk.[3]

Van Sminia kocht in 1681 de stins De Klinze, ook oppe Clincke genoemd, in Oudkerk. Tot 1966 hebben zijn nazaten deze stins bewoond.