Hobbe Baerdt van Sminia (1655-1721)
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/b/b1/Hobbe_Baerdt_van_Sminia_%281655-1721%29%2C_by_Johannes_Heimans.jpg/260px-Hobbe_Baerdt_van_Sminia_%281655-1721%29%2C_by_Johannes_Heimans.jpg)
Hobbe Baerdt van Sminia (22 augustus 1655 - Leeuwarden, 23 oktober 1721) was raadsheer en president-raadsheer van het gerechtshof van Friesland te Leeuwarden.
Van Sminia was een zoon van de raadsheer Jetze van Sminia en van Anna Maria van Baerdt. Hij was secretaris van de grietenij Stellingwerf-Westeinde. In 1679 werd hij door het kwartier Zevenwolden gekozen tot raadsheer in het Hof van Friesland. Ondanks protesten vanuit Oostergo bleef zijn benoeming gehandhaafd. Hij vervulde deze functie gedurende bijna 42 jaar. De laatste zes jaar was hij tevens president van het hof.[1]
Van Sminia is driemaal getrouwd geweest. Op 2 januari 1678 trouwde hij te Franeker met Tetje Gerroltsma. Op 17 april 1692 trouwde hij te Oudega met Catharina van Haersma. Zijn derde huwelijk sloot hij op 3 april 1701 te Rijperkerk met Ida Margaretha van Rhala. Hij had in het totaal negen kinderen.[1] Van Sminia was in 1697 de één na rijkste Fries met een geschat vermogen van 450.000 gulden. In 1706[2] kocht hij het grietmanschap van Hinnaarderadiel voor 38.000 gulden van Edzard van Grovestins voor zijn zoon Idzard uit zijn eerste huwelijk.[3]
Van Sminia kocht in 1681 de stins De Klinze, ook oppe Clincke genoemd, in Oudkerk. Tot 1966 hebben zijn nazaten deze stins bewoond.
- ↑ a b Wumkes in: Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW) [1]
- ↑ Het jaartal 1706 wordt vermeld door Hobbe Baert van Sminia in de Nieuwe naamlijst van Grietmannen van de vroegste tijden af tot het jaar 1795. Ook Van der Aa noemt 1706 in Biographisch Woordenboek der Nederlanden [2]. In de aantekening bij de familie Van Sminia in het archief van de familie Van Eysinga-Vegelin van Claerbergen is echter sprake van een koop van het grietmanschap in 1708
- ↑ Archief Familie Van Eysinga-Vegelin van Claerbergen