Iepenspintkever
| Iepenspintkever | |||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||||
| Grote iepenspintkever (Scolytus scolytus) | |||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
| Geslacht | |||||||||||||
| Scolytus | |||||||||||||
| Soorten | |||||||||||||
| |||||||||||||
| |||||||||||||
| Vraatgangen van een iepenspintkever | |||||||||||||
| |||||||||||||
Iepenspintkevers behoren tot de orde kevers (Coleoptera) en de familie schorskevers (Scolytidae).
Er zijn 3 bekende soorten iepenspintkevers; de grote iepenspintkever (Scolytus scolytus), de kleine iepenspintkever (Scolytus multistriatus) en de dwergiepenspintkever (Scolytus pygmaeus). Ze zien er hetzelfde uit, alleen de lengte verschilt, respectievelijk 3 tot 6 mm, 2 tot 4 mm en 2,5 tot 3 mm. Ze behoren tot het geslacht Scolytus, waartoe ook andere houtaantastende soorten als de berkenspintkevers behoren.
De schimmel die de iepziekte veroorzaakt, wordt overgebracht door de iepenspintkevers. De kever zet haar eitjes af in een verzwakte of dode boom of ander iepenhout waar de bast nog omheen zit. Gezonde bomen worden dus met rust gelaten, maar kunnen worden besmet als een boom in de omgeving wordt aangetast, bijvoorbeeld doordat de wortels contact maken. Ook het transporteren van stukken hout, zoals openhaardhout, kan de ziekte verspreiden. De kevers vliegen van mei tot september en hebben een bereik van enkele kilometers.