Ilse von Twardowski-Conrat

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ilse von Twardowski-Conrat
Ilse von Twardowski-Conrat (1906)
Persoonsgegevens
Volledige naam Ilse Conrat
Geboren 20 januari 1880, Wenen
Overleden München, 9 augustus 1942
Geboorteland Vlag van Oostenrijk Oostenrijk, Vlag van Duitsland Duitsland
Nationaliteit Oostenrijkse
Beroep(en) Beeldhouwster
Oriënterende gegevens
Leermeester Josef Breitner
Charles van der Stappen
Jaren actief 1897-1935
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Ilse Beatrix Amalia von Twardowski-Conrat, geboren als Ilse Cohn (Wenen, 20 januari 1880München, 9 augustus 1942), was een Oostenrijks beeldhouwster.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Haar ouders waren de Joodse koopman Hugo Conrat (2 juni 1845 – 22 maart 1906) en zijn vrouw Ida (1857 - 1938). Haar vader bekeerde zich in 1882 met zijn gezin tot het protestantisme en veranderde hun namen van Cohn in Conrat. Zus Erica Tietze-Conrat werd de eerste Oostenrijkse kunsthistorica die een doctoraat kreeg. Botanicus en microbioloog Ferdinand Cohn (1828-1898) was haar oom.

Naast koopman was haar vader muziekliefhebber en hij kende veel artiesten uit zijn tijd. Het huis van haar ouders was een ontmoetingsplaats voor kunstenaars, onder wie Johannes Brahms, Ferruccio Busoni, Alexander von Zemlinsky, Fernand Khnopff en beeldhouwer Charles Van der Stappen.

Conrat kreeg haar aanvankelijk thuisonderwijs. In 1896 ging ze naar een meisjesgymnasium om haar matura te maken. Daarnaast kreeg ze privéles van Josef Breitner. Van 1898 tot 1901 verbleef ze in Brussel, waar ze werd opgeleid door Van der Stappen.

Vanaf 1897/1898 maakte ze haar eerste ontwerpen voor een buste van Brahms (thans opgenomen in de collectie van het Johannes Brahms-Museum in Hamburg) en portretbustes van onder andere Elisabeth in Beieren, Theodor Gomperz, Alma Mahler-Werfel en Karl Wolfskehl.

Vanaf 1901 nam ze deel aan internationale tentoonstellingen in München. Ze ontving daar een gouden medaille voor haar werk Nasse Haare. Van 1902 tot 1905 nam ze deel aan tentoonstellingen met de Wiener Secession. In 1905 nam ze eveneens deel aan de Biënnale van Venetië. Ook kreeg ze in die periode opdrachten voor portretten en grafmonumenten:

In 1907 was ze vertegenwoordigd in een collectieve tentoonstelling in Galerie Miethke (Wenen) en in 1908 maakte ze het bronzen monument Der veredelnde Gärtner voor haar oom en een monumentale bank voor het Südpark in Breslau.

Van 1910 was ze vicepresident van de Vereinigung bildender Künstlerinnen Österreichs (VBKÖ) en medeorganisator van de overzichtstentoonstelling Vrouwelijke kunst (1910-1911 in het Secessionsgebouw in Wenen). Datzelfde jaar huwde ze met de Pruisische officier Ernst August Dobrogast von Twardowski (1849-1928) - ze was zijn tweede vrouw. Tot 1914 reisde ze met hem door het Verre Oosten en Europa en behaalde groot succes op de Romeinse jaartentoonstelling van 1914 met de bronzen sculpturenfontein Wäscherinnenbrunnen, die werd aangekocht door Margaretha van Savoye.

In 1917 ontwierp ze het graf van de familie Twardowski op de begraafplaats Invalidenfriedhof in Berlijn (thans verdwenen). Datzelfde jaar nam ze een baan aan in porceleinfabriek Allach. Hier maakte ze onder andere vazen, kleine sculpturen, dierfiguren en haarden. Daarnaast maakte ze grote figuren en sculpturen, zoals Die Namenlosen, voor Ilse Leembruggen, dochter van Leopold von Lieben. Tussen 1918 en 1934 werden de werken getoond op vele tentoonstellingen in München, Berlijn, Hamburg, Londen en Parijs. Haar echtgenoot overleed in 1933 en na de machtsovername van 1935 werd ze uit de Reichskammer der bildenden Künste gezet. Ze dook onder, vernietigde talrijke werken en verhuisde naar Trudering-Riem. Toen ze in 1942 dreigde gedeporteerd te worden, pleegde ze zelfmoord.

Privéleven[bewerken | brontekst bewerken]

Met haar echtgenoot kreeg ze op 15 juni 1920 een dochter: Elisabeth Maria (Ivo).

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ilse B. Conrat: Die bildenden Künstlerinnen der Neuzeit, Ferdinand Enke Verlag, Stuttgart (1905)
  • Almut Krapf-Weiler, Erica Tietze Conrat en Alma Mahler-Schindler: Ohne Rauch geht nichts! Eine Festgabe zum 50. Geburtstag von Dr. Peter Rauch, Böhlau, Wenen (1992)
  • Almut Krapf-Weiler: Löwe und Eule. Hans Tietze und Erica Tietze-Conrat – eine biographische Skizze. (1999)
  • Ulrike Wendland: Biographisches Handbuch deutschsprachiger Kunsthistoriker im Exil. Leben und Werk der unter dem Nationalsozialismus verfolgten und vertriebenen Wissenschaftler., deel 2: L–Z. Saur, München (1999) - ISBN 3-598-11339-0
  • Sabine Plakolm-Forsthuber: Stein der Sehnsucht, Stein des Anstoßes. Drei Bildhauerinnen der Jahrhundertwende, Die Frauen der Wiener Moderne. Verlag für Geschichte und Politik, Wenen (1997) - ISBN 3-7028-0348-3.

Galerij[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Ilse Twardowski-Conrat van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.