Inhuldigingsmedaille 1948
Inhuldigingsmedaille 1948 | ||||
---|---|---|---|---|
Inhuldigingsmedaille 1948
| ||||
Uitgereikt door Koninkrijk der Nederlanden | ||||
Type | Herinneringsonderscheiding | |||
Statistieken | ||||
Instelling | 13 augustus 1948 | |||
Totaal uitgereikt | 3.240 | |||
Volgorde | ||||
Volgende (hoger) | Huwelijksmedaille 1937 | |||
Volgende (lager) | Herinneringsmedaille 1962 | |||
baton
| ||||
|
De Inhuldigingsmedaille 1948 is een herinneringsmedaille die werd toegekend ter herinnering aan de inhuldiging van koningin Juliana der Nederlanden. De drie koningen hebben geen inhuldigingsmedailles ingesteld; de eerste medaille van deze soort was ook de eerste Nederlandse herinneringsmedaille voor feestelijkheden van het koningshuis: de Inhuldigingsmedaille 1898.
Achtergrond
[bewerken | brontekst bewerken]In 1898 was het nog niet gebruikelijk om bij het vieren van huwelijken, bij jubilea en inhuldigingen van leden van het Nederlands Koninklijk Huis een herinneringsmedaille in te stellen. Deze medaille was de eerste van een reeks en de jonge koningin en haar moeder koningin-regentes Emma hebben zich door Duitse voorbeelden laten inspireren.
Toen het hof de inhuldiging voorbereidde ontving Nel Klaassen opdracht om een medaille te ontwerpen. De medaille zou op de voorzijde de portretten van koningin en prins-gemaal moeten dragen. Zij hield zich aan de traditie van over elkaar liggende hoofden zoals bij talloze huwelijksmedailles. De jonge koningin draagt geen diadeem. Dat prins Bernhard is afgebeeld is staatsrechtelijk merkwaardig: alleen de koningin werd door de Staten-Generaal ingehuldigd, niet de prins.
Op de keerzijde van de medaille staat een door een koningskroon gedekt koninklijk monogram "J" met daaromheen de tekst "JULIANA KONINGIN DER NEDERLANDEN" en in kleinere letters "INHULDIGING 6 SEPTEMBER 1948".
Het lint heeft zoals gebruikelijk zou worden de kleuren oranje en nassaublauw die in twee brede banen voorkomt. De Nederlandse koningen kiezen sinds eeuwen voor oranje. De medaille heeft een smalle rood-wit-blauwe bies met de blauwe baan aan de buitenzijde.
De zilveren medaille heeft een doorsnee van 30 millimeter en is daarmee vrij groot. De medaille weegt circa 19 gram. Het moirézijden lint is 26 millimeter breed. Op de zijkant is een mercuriusstaf, teken van het Utrechtse munthuis, geslagen. Er is geen keur op de medaille aangebracht. Men kon een miniatuur van de medaille dragen op een rokkostuum of gala-uniform maar er was, behalve de voor militairen gedachte baton, geen knoopsgatversiering voor het revers.
Er zijn 3240 medailles uitgereikt. De militairen van het escorte, gasten en honderden medewerkers van het hof kregen een onderscheiding.
- A.C. Zuidema [e.a.], Koninklijke medailles. Amsterdam, 2002, p. 40-45.