Jonkheer

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Jonkheer en jonkvrouw zijn adellijke predicaten in Nederland en adellijke titels in België (arrest van het Hof van Cassatie, 1927). De afkortingen voor jonkheer en jonkvrouw zijn respectievelijk jhr. en jkvr. Beide dienen met kleine letters te worden geschreven.[1][2]

Predicaat (Nederland)[bewerken | brontekst bewerken]

Dit predicaat wordt gevoerd door de meeste leden van adellijke families. In Nederland duidt het aan dat men wel tot de adel behoort, maar geen titel heeft. In België is sinds en ingevolge het arrest van het Hof van cassatie in 1927, Jonkheer een volwaardige adellijke titel.[3]

Het predicaat (of titel in België) wordt voor de volledige naam geplaatst. Een paar voorbeelden:

  • jhr. mr. X.Y.Z. Teding van Berkhout
  • De echtgenote van een Nederlandse jonkheer voert geen predicaat. De juiste vorm is dan Mevrouw X.Y.Z. Teding van Berkhout (met de initialen van haar echtgenoot) of Mevrouw G.H. Teding van Berkhout-Bakker (met haar eigen initialen).
  • Adresseert men beiden, dan wordt het Jonkheer en Mevrouw X.Y.Z. Teding van Berkhout of jhr. en mevrouw Teding van Berkhout-Bakker. In de privé sfeer gebeurt het in België dat zowel in het Nederlands als in het Frans 'Jonkheer en Jonkvrouw' (of Jonkvrouwe bij oudere dames) wordt gebruikt.
  • De ongehuwde dochter van een jonkheer is een jonkvrouw, bijvoorbeeld jkvr. A.B.C. Teding van Berkhout. Als zij trouwt verliest haar naam het predicaat. Zij wordt dan Mevrouw X.X. Bakker (met de initialen van haar echtgenoot) of Mevrouw Bakker-Teding van Berkhout, eventueel met toevoeging van haar eigen initialen. Zij blijft in haar documentatie wel gewoon het predicaat voeren, net als haar meisjesnaam.
  • In België maakt de titel 'jonkheer' of 'jonkvrouw', net als een andere adellijke titel, deel uit van de familienaam en wordt aldus vermeld in akten van de burgerlijke stand en op identiteitsbewijzen.

In combinatie met academische of ambtelijke titels[bewerken | brontekst bewerken]

  • Academische titels worden direct voor de initialen geplaatst en dus na het predicaat, het wordt jhr. mr. A. de Jonge.
  • Ambtelijke titels worden voor de gehele naam en dus ook voor het predicaat geplaatst, het wordt prof. jhr. A. de Jonge.
  • In combinatie wordt het prof. jhr. mr. A. de Jonge.
  • Echter kan het voorkomen dat de titel ook achter de naam komt. Bij een registeraccountant zou het worden: "jhr. A. de Jonge RA".

Het predicaat jonkheer wordt door sommige families gebruikt als titel. Zo gebruikt de koninklijke familie van Nederland de titel Jonkheer van Amsberg, zie hieronder.

Jonkheer van Amsberg[bewerken | brontekst bewerken]

De koninklijke familie van Nederland gebruikt het predicaat "Jonkheer" de laatste jaren als een titel. De zonen en kleinkinderen van prins Claus plaatsen de aanduiding Jonkheer van Amsberg ná hun koninklijke of prinselijke titels. Daarmee is in dit geval de betekenis van de naam jonkheer dus zozeer veranderd dat het, althans voor de familie Van Oranje-Nassau, een titel is geworden.

Titel (België)[bewerken | brontekst bewerken]

In België is "jonkheer" of "jonkvrouw" een titel, sinds het arrest van het Hof van Cassatie in 1927. Hij wordt gedragen door leden van de erfelijke adel die geen hogere titel bezitten (vaak zonen of dochters van edellieden) en door personen aan wie persoonlijke of erfelijke adeldom is verleend, zonder hogere titel.

Rangkroon[bewerken | brontekst bewerken]

Rangkroon van een jonkheer

Volgens besluit van koning Willem I der Nederlanden in 1817 mogen jonkheren of jonkvrouwen in Nederland én België de rangkroon van een (erf)ridder boven hun familiewapen voeren, en zijn dus als zodanig te herkennen. Deze kroon bestaat uit een ring van effen goud (zonder edelstenen) met daarop vijf gouden punten met op ieder top een parel. Bovendien is de ring omwikkeld met een snoer van parels.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]