Naar inhoud springen

Kleifarvatn

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jozefus (overleg | bijdragen) op 23 aug 2018 om 09:08. (Correctie Nederlands)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Kleifarvatn
Kleifarvatn
Kleifarvatn (IJsland)
Kleifarvatn
Situering
Stroomgebieds­landen IJsland
Coördinaten 63° 55′ NB, 21° 59′ WL
Basisgegevens
Oppervlakte 8 km²
Maximale lengte 4,7 km
Maximale breedte 2,5 km
Maximale diepte 97 m
Foto's
Deel van het Kleifarvatn
Deel van het Kleifarvatn
Portaal  Portaalicoon   Geografie

Kleifarvatn is het grootste meer op het Reykjanes schiereiland in het zuidwesten van IJsland. Het meer ligt in het zuiden van het schiereiland op de splijtzone van de Midden-Atlantische rug. Het meer is via een pad deels omloopbaar. Het meer is ongeveer 97 meter diep en bevat vis, vooral forel, die erin is uitgezet. Volgens de IJslanders zit er ook een monster in dit meer, ook al werd het nooit werkelijk gezien. Na een grote aardbeving in 2000 begon het meer water te verliezen, waarschijnlijk via een ondergrondse afvoer, en het oppervlak van het meer is sindsdien 20 procent kleiner geworden. Deze gebeurtenis heeft de IJslandse misdaadauteur Arnaldur Indriðason aangegrepen om het boek "Kleifarvatn" (Koudegolf) te schrijven.

Het waterpeil is sinds begin 2008 weer aan het stijgen. De oorzaak is nog niet duidelijk, maar men neemt aan dat de fissuur waar het water door wegstroomde door het meegevoerde slik en modder deels verstopt is geraakt, waardoor de waterafvoer belemmerd wordt. Verder is geen aan- en afvoer van water via stroompjes of riviertjes en het waterpeil geeft dan ook ruwweg de grondwaterstand aan.

Bezienswaardigheden

Met name ten zuiden van het meer zijn er meerdere natuurlijke fenomenen die op vulkanische activiteit duiden. Zo ligt er het solfatarenveld of hete-bronnengebied Seltún. Dit gebied ligt vlak aan de weg en is eenvoudig te bereiken. Aan de andere kant ligt direct aan de weg Fúlipollur, een groot gat in de grond met kokende modder. Een stuk ten oosten hiervan ligt de Austurengjahver. Ook dit is een solfatorengebied, maar het is moeilijker bereikbaar. Er gaat geen weggetje, voetpad of schapenpaadje heen, dus de bezoeker zal zijn eigen weg moeten zoeken. De grond ter plaatse is erg zacht, er is geen veilig gebied afgezet en je benadert het gebied van de meest onveilige kant. Het gebied is derhalve zeer, zeer gevaarlijk en personen die onervaren met solfatorenvelden zijn dienen er ver weg van te blijven.


Even ten zuiden van Seltún ligt Grænavatn, een 44 diep meertje dat het restant van een explosiekrater is dat met groen water gevuld is (vandaar haar naam: Groen meer). Gestsstaðavatn ligt aan de andere kant van de weg.


Op een steenworp afstand hiervan ligt een stukje grond dat Krýsuvík heet, met daarop een kerkje: de Krýsuvíkurkirja. Dit kerkje is in 1857 gebouwd en in 1964 gerestaureerd. Begin 2010 is het kerkje afgebrand en het is niet duidelijk wat er met de restanten gaat gebeuren.

Krýsuvíkurkirja (voor de brand).