Naar inhoud springen

Marko Koers

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Marko Koers
Marko Koers op de Papendal Games in 1997
Marko Koers op de Papendal Games in 1997
Volledige naam Marko Ewout Koers
Geboortedatum 3 november 1972
Geboorteplaats Molenhoek
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederland
Lengte 1,93 m
Gewicht 80 kg
Sportieve informatie
Discipline middellange afstand
Trainer/coach Honoré Hoedt, Theo Joosten
Eerste titel NCAA-indoorkampioen 800 m 1993
OS 1992, 1996, 2000
Extra Ned. recordhouder 1000 m 1997-2024, 1500 m 1996-2001; indoorrecordhouder 1 Eng. mijl
Portaal  Portaalicoon   Atletiek

Marko Ewout Koers (Molenhoek, 3 november 1972) is een Nederlandse voormalige atleet, die gespecialiseerd was in de 800 m en 1500 m. Hij is negenvoudig Nederlands kampioen en heeft nog altijd het Nederlands record in handen op de 1000 m (2.15,05). Indoor was hij op de Engelse mijl met 3.57,37 nationaal recordhouder van 2001 tot 2024. Hij nam driemaal deel aan de Olympische Spelen en wist hierbij eenmaal door te dringen tot de finale.

Eerste internationale toernooien

[bewerken | brontekst bewerken]

Op jonge leeftijd begon Koers met hardlopen en al snel boekte hij successen op nationale en internationale jeugdwedstrijden. Zo nam hij in 1990 deel aan zijn eerste grote internationale toernooi, de wereldkampioenschappen voor junioren in Plovdiv. Uit de verf kwam hij daar overigens nog niet. Hij werd op de 1500 m in zijn serie zelfs teleurstellend uitgeschakeld. Na afloop weet hij dit aan de zware limietenjacht die aan het toernooi vooraf was gegaan, gekoppeld aan de spanning rond het einde van het schooljaar.[1]
Een jaar later zat de Nijmegenaar op de Europese kampioenschappen voor junioren in het Griekse Thessaloniki er op de 800 m al veel beter bij. Na in zijn serie als tweede te zijn geëindigd in 1.53,39, raakte hij in de halve finale verwikkeld in een fel gevecht. Ten slotte bleek hij in de slotfase niet opgewassen tegen het geweld, maar over zijn gelopen tijd van 1.50,68 kon hij redelijk tevreden zijn.[2] Datzelfde jaar kreeg Marko Koers een studiebeurs en ging naar de Amerikaanse universiteit van Illinois.

Olympische Spelen en eerste WK-ervaring

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1992 kwalificeerde Marko Koers zich op de 800 m voor de Olympische Spelen van Barcelona. Hier drong hij met een tijd van 1.46,88 in de series door tot de halve finale, waarin hij zevende werd in 1.52,53.
In 1993 won hij de 800 m op de universiade in Buffalo. Hij was er veel te sterk voor de verzamelde concurrentie, die hij in 1.48,57 bijna een seconde voorbleef. Rekening houdend met voorgaande resultaten werd op de wereldkampioenschappen in Stuttgart van dat jaar gehoopt op een finaleplaats. Dat lukte echter niet, ook al kwam Koers op de 800 m een heel eind. Nadat hij in de serie met de hakken over de sloot in 1.46,40 als een van de verliezende tijdsnelsten was doorgedrongen tot de halve finale, kwam hij hierin ondanks een goede 1.45,90 net iets te kort om door te zetten tot een van de eerste plaatsen. Hij werd vijfde. "Ik kan met eer het toernooi verlaten", concludeerde Koers. "Ik heb in de halve finale meer geknokt dan op de Spelen. Maar het blijft balen, natuurlijk".[3]

Teleurstellingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Een jaar later, op de Europese kampioenschappen in Helsinki, mocht hij het opnieuw proberen en weer was er van tevoren optimisme over zijn mogelijkheden. "Ik zou teleurgesteld zijn als hij de finale niet haalt", liet trainer Theo Joosten zich voorafgaand ontvallen.[4] Toch kwam Marko Koers weer niet verder dan de halve finale en opnieuw werd hij hierin vijfde. "Ik hoor hier dus niet bij, nog niet bij in ieder geval", was achteraf zijn eerlijke conclusie.[4]

Mocht Koers hoop hebben gehad dat hij op de WK van 1995 in Göteborg verder zou komen dan bij zijn eerdere optredens, dan kwam hij bedrogen uit. De Molenhoeker, die voorafgaand in november 1994 een knie-operatie had moeten ondergaan en hierdoor pas laat in 1995 aan zijn wedstrijdseizoen kon beginnen, had desondanks goede hoop gehad om voorbij de series te komen, maar dat mislukte. De felle eindsprint aan het einde van zijn langzaam begonnen 800 meterrace brak hem op. "Als ik beter wil presteren op zo'n toernooi, dan moet ik in het voorseizoen meer kunnen laten zien", zo concludeerde hij terecht.[5]

OS van 1996: beste Nederlander

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1996 vertegenwoordigde Koers Nederland opnieuw op de Olympische Spelen van Atlanta, ditmaal op de 1500 m. Die keuze had hij gemaakt, nadat bekend was geworden dat de eerste ronde op de 800 m was afgelast wegens onvoldoende deelname. Koers schatte dat dit zou leiden tot een ongemeen harde en felle schifting in de halve finales en verkoos de 1500 m. Ook hier ging het er echter ongemeen fel aan toe. In de serie van Marko Koers werd zelfs de snelste eerste ronde ooit op Olympische Spelen gelopen. Toch overleefde hij de slachting en ging hij met 3.36,06 als vijfde over naar de eindstrijd. Hierin raakte hij aanvankelijk vanwege het trage tempo ingesloten in het dichte veld, maar toen de Algerijn Noureddine Morceli, de latere winnaar, het veld met een versnelling uit elkaar trok, kon Koers flinke winst boeken en eindigde hij ten slotte als zevende in 3.38,18.[6] Het bleek de beste prestatie van de Nederlandse delegatie in Atlanta.

Zilver met een gouden randje

[bewerken | brontekst bewerken]

Dat Marko Koers nu zover was gekomen, dat hij ook voor het eremetaal kon meestrijden, bewees hij in de jaren na Atlanta. Op de WK van 1997 in Athene werden die medaillekansen hem van tevoren reeds toegedicht, maar vier zware 800 meterwedstrijden in vijf dagen bleken nog net iets te veel van het goede. Hierdoor moest hij in de finale, die werd gewonnen door Wilson Kipketer in 1.43,38, met zijn tijd van 1.44,85 uiteindelijk genoegen nemen met een zesde plaats. De vele wedstrijden die hij in het seizoen voorafgaand aan deze WK had gelopen, eisten hun tol.[7]
In 1998 leek Koers tijdens de Europese indoorkampioenschappen in Valencia op dezelfde afstand echter regelrecht op het goud af te gaan, nadat hij in de finale op 50 meter voor het einde de leidende Noor Vebjørn Rodal, regerend olympisch kampioen, wist te passeren. Beiden hadden evenwel geen rekening gehouden met de jonge Duitser Nils Schumann, Europees juniorenkampioen, die aan de binnenkant door een piepklein gaatje kroop en met een sterke demarrage in 1.47,02 naar het goud sprintte. Koers veroverde door zijn aanvallende lopen vlak achter Schumann de zilveren medaille in 1.47,20. "Ik was absoluut verbouwereerd", was zijn commentaar na afloop. "Maar ik ben ook hartstikke blij met deze medaille."[8]

Derde olympische optreden

[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren die volgden nam Koers nog deel aan menig internationaal toernooi en zelfs mocht hij in 2000 voor de derde maal zijn opwachting maken bij de Olympische Spelen, die van Sydney, maar op de 1500 m overleefde hij met zijn 3.39,42 deze keer de halve finale niet. De laatste keer dat dit hem op een groot kampioenschap wel lukte, was op de EK van 2002 in München, waar hij op de 1500 m achtste werd.

Na in 2003 nog tweemaal Nederlands 1500 meterkampioen te zijn geworden en na in 2004 een laatste keer aan een WK indoor te hebben deelgenomen, zette Koers aan het eind van dat jaar een punt achter zijn sportcarrière.
Vervolgens was hij enige tijd werkzaam voor de Stichting Sporttop en mentor van Kai Bloetjes. Tegenwoordig is hij adviseur bedrijfssport (om werkgevers te helpen bij interne betrokkenheid en vitaliteit van werknemers) en begeleidt hij rolstoeltennisster Aniek van Koot.

Kampioenschappen

[bewerken | brontekst bewerken]

Internationale kampioenschappen

[bewerken | brontekst bewerken]
Onderdeel Titel Jaar
800 m NCAA-indoorkampioen 1993
Universitair kampioen 1993
1500 m NCAA-kampioen 1993, 1996

Nederlandse kampioenschappen

[bewerken | brontekst bewerken]
Outdoor
Onderdeel Jaar
800 m 1994, 1995, 1997, 1999
1500 m 2003
veldlopen (korte afstand) 1999
Indoor
Onderdeel Jaar
1500 m 1997, 2000, 2003

Persoonlijke records

[bewerken | brontekst bewerken]
Outdoor
Onderdeel Prestatie Datum Plaats
800 m 1.44,01 22 augustus 1997 Brussel
1000 m 2.15,05 (ex-NR) 16 juli 1997 Nice
1500 m 3.33,05 (ex-NR) 28 juni 1996 Parijs
1 Eng. mijl 3.53,47 30 augustus 1996 Berlijn
2000 m 5.04,75 15 juni 1997 Woluwe
3000 m 7.46,52 12 juni 1999 Leiden
Indoor
Onderdeel Prestatie Datum Plaats
800 m 1.46,43 9 maart 1997 Liévin
1000 m 2.17,77 20 februari 1997 Stockholm
1500 m 3.38,91 18 februari 2001 Birmingham
1 Eng. mijl 3.57,37 (NR) 15 februari 2001 Stockholm
  • 1991: Zilver NK - 1.49,15
  • 1991: 6e ½ fin. EJK - 1.50,68
  • 1991: 5e Gala '91 te Kerkrade - 1.50,32
  • 1991: Zilver B-loop Adriaan Paulen Memorial - 1.48,12
  • 1992: Zilver Adriaan Paulen Memorial - 1.45,57
  • 1992: 7e ½ fin. OS - 1.52,53 (1.46,88 in serie)
  • 1993: Zilver Adriaan Paulen Memorial - 1.45,91
  • 1993: Goud Universiade - 1.48,57
  • 1993: Goud Europacup C - 1.47,86
  • 1993: 5e ½ fin. WK - 1.45,90
  • 1994: Goud NK - 1.50,03
  • 1994: 5e ½ fin. EK - 1.47,52 (1.47,18 in serie)
  • 1995: 4e Adriaan Paulen Memorial - 1.46,59
  • 1995: 8e Europa Cup te Bazel - 1.49,25
  • 1995: Goud NK - 1.46,57
  • 1995: 5e in serie WK - 1.46,73
  • 1996: Goud Europacup C - 1.51,56
  • 1997: 5e WK indoor - 1.46,43
  • 1997: Brons Adriaan Paulen Memorial - 1.44,95
  • 1997: Goud NK - 1.47,01
  • 1997: 6e WK - 1.44,85
  • 1997: 7e Grand Prix Finale - 1.45,73
  • 1998: Zilver EK indoor - 1.47,20
  • 1999: 6e Europa Cup te Lahti - 1.51,80
  • 1999: Goud NK - 1.46,99
  • 2001: Zilver Nijmegen Global Athletics - 1.46,70
  • 2001: 4e FBK Games - 1.46,22
  • 2002: 10e FBK Games - 1.48,62
  • 2003: 4e NK - 1.49,36
  • 2004: Zilver NK indoor - 1.49,13
  • 2004: Brons NK - 1.50,39
  • 1990: 13e in serie WJK - 4.15,37
  • 1992: 4e NK - 3.45,47
  • 1996: 7e OS - 3.38,18 (3.36,06 in ½ fin.)
  • 1997: Goud NK indoor - 3.49,20
  • 1997: Goud Europacup B in Dublin - 3.50,41
  • 1997: Zilver Papendal Games - 3.35,73
  • 1999: 5e Adriaan Paulen Memorial - 3.38,28
  • 1999: 10e in ½ fin. WK - 3.40,15 (3.38,04 in serie)
  • 2000: Goud NK indoor - 3.43,65
  • 2000: 4e in serie EK indoor in Gent - 3.42,13
  • 2000: Goud Europacup B in Bydgoszcz - 3.41,81
  • 2000: 8e in ½ fin. OS - 3.39,42 (3.39,16 in serie)
  • 2001: 6e in serie WK indoor - 3.43,17
  • 2001: 4e NK - 3.53,91
  • 2002: Goud Papendal Games - 3.38,15
  • 2002: Brons NK - 3.46,27
  • 2002: 8e EK - 3.46,68
  • 2003: Goud NK indoor - 3.43,64
  • 2003: Goud NK - 3.47,60
  • 2004: 5e Europese indoorcup - 3.51,08
  • 2004: 5e in ½ fin. WK indoor - 3.42,53
  • 2004: 11e FBK Games - 3.46,37
  • 1991: 119e WK voor junioren - 28.22
  • 1999: Goud NK te Heerde (korte afstand = 4022 m) - 12.47
  • 1999: 99e WK (korte afstand = 4,2 km) - 14.04
  • 2001: Brons Profilecross in Uden (korte afstand = 3720 m) - 12.16
  • 2002: 5e NK te Amersfoort (korte afstand = 5 km) - 17.03

Onderscheidingen

[bewerken | brontekst bewerken]