Naar inhoud springen

Mediterraan draaigatje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Mediterraan draaigatje
Mediterraan draaigatje
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Hymenoptera (Vliesvleugeligen)
Familie:Formicidae (Mieren)
Onderfamilie:Dolichoderinae
Geslacht:Tapinoma
Soort
Tapinoma nigerrimum
Nylander, 1856
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

Het mediterraan draaigatje (Tapinoma nigerrimum) is een mierensoort uit de onderfamilie van de Dolichoderinae.[1][2] De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1856 door Nylander. De benaming draaigatje komt van de door de mier toegepaste manier van verdedigen: eerst bijten en dan het achterlijf naar de wond draaien en er een irriterende stof in spuiten.[3]

De Mediterrane draaigatjes bestaan uit vier soorten die zeer op elkaar lijken en daarom gezamenlijk Tapinoma nigerrimum-complex worden genoemd.[4]

Het mediterraan draaigatje is een zwartglanzende mier, waarvan de werksters sterk in grootte variëren van 2 tot 5 mm. Een typische kenmerk is, dat zij op de bestrating rond de nestopeningen kratertjes maken die herkenbaar zijn als bergjes zand.

Ieder nest wordt geregeerd door meerdere koninginnen. Zij keren na de paringsvlucht terug naar het moedernest en vormen zo tezamen een 'uni-kolonie' of 'superkolonie', die bestaat uit een cluster van afzonderlijke nesten, waarbij de werksters van alle koninginnen samenwerken. Zo neemt hun aantal ieder jaar toe en groeit ook de omvang van de kolonie. Daarmee gelijkt de levenswijze sterk op die van de Lasius neglectus.

De nesten kunnen zich bevinden in de grond, onder bestrating, in spouwmuren of binnenshuis tot aan bovenverdiepingen toe. In de zomer is de kolonie op z’n grootst. De werksters maken dan satellietnesten nabij voedselbronnen.[5]

Voortplanting

[bewerken | brontekst bewerken]

In het voorjaar worden voor de uitbreiding van het volk nieuwe koninginnen en mannetjes opgekweekt, die na ongeveer een maand uit het ei komen en een maand lang als gevleugelde mieren in het nest verblijven tot aan de paringsvlucht.

Een aantal jaar werd gedacht dat deze soort ook in Nederland zou voorkomen, maar inmiddel is bekend geworden dat dit de verwante soort Westmediterraan draaigatje betreft.[6][7]

Het mediterraan draaigatje komt vooral voor in stedelijk gebied. In 2009 is de verwante soort voor het eerst in Duitsland waargenomen en in 2014 in België[8] In 2013 werd voor het eerst melding gemaakt van zijn vestiging in Wageningen[9]

Op 29 maart 2020 werd er gemeld dat het aantal kolonies binnen een jaar was toegenomen van 8 naar 18. De overlast in Spijkenisse tussen 1987 en 1999 blijkt echter ook al te zijn veroorzaakt door deze soort.[10]