Naar inhoud springen

N-ethylcarbazool

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 82.72.19.36 (overleg) op 2 jul 2017 om 15:18.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
N-ethylcarbazool
Structuurformule en molecuulmodel
Structuurformule van N-ethylcarbazool
Structuurformule van N-ethylcarbazool
Algemeen
Molecuulformule C14H13N
IUPAC-naam N-ethylcarbazool
Andere namen 1-ethylcarbazool, 9-ethylcarbazool, ECZ
Molmassa 195,254 g/mol
CAS-nummer 86-28-2
PubChem 6836
Wikidata Q291377
Beschrijving Bruine vaste stof[1]
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen
Schadelijk
Gevaar[1]
H-zinnen H315 - H319 - H335[1]
EUH-zinnen geen[1]
P-zinnen P261 - P305+P351+P338[1]
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestand vast
Kleur bruin
Smeltpunt 68-70[1] °C
Vlampunt 186[1] °C
Onoplosbaar in water
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

N-ethylcarbazool is een van carbazool afgeleide organische verbinding met als brutoformule C14H13N. Het is een brandbare, bruine vaste stof, die vrijwel onoplosbaar is in water.[1]

Synthese

N-ethylcarbazool kan gesynthetiseerd worden door ethyleren van kaliumcarbazolaat (het kaliumzout van carbazool) met di-ethylsulfide in chloorbenzeen bij 100°C.[2][3]

Toepassingen

Waterstofopslag

Zie Waterstofopslag voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

N-ethylcarbazool is, samen met verwante verbindingen als N-methylcarbazool en fenyleencarbazool, onderzocht op zijn mogelijkheden als transport- en opslagmiddel voor waterstofgas ten behoeve van gebruik in brandstofcellen of interne verbrandingsmotoren. Het binden van waterstofgas vindt plaats onder druk en met een geschikte katalysator, bijvoorbeeld ruthenium of platina. Transport van brandgevaarlijk waterstofgas is niet nodig. De omzetting van N-ethylcarbazool naar zijn volledig gehydrogeneerde analoog (de perhydrovorm) kan op dezelfde plek gebeuren als de productie van waterstof. De stof is in zijn perhydrovorm vloeibaar en kan tot 54 g/L waterstofgas afgeven. Eenzelfde hoeveelheid waterstofgas heeft onder standaardomstandigheden een volume van ongeveer 604 liter:[4][5]

Waterstofopslag in N-ethylcarbazool
Waterstofopslag in N-ethylcarbazool

Deze reactie verloopt naar links bij temperaturen boven 100°C: het waterstofgas komt weer beschikbaar als brandstof.[6][7] De restwarmte van de verbranding ervan zorgt voor het vrijkomen van nieuwe hoeveelheden waterstofgas. Het carbazool kan vervolgens opnieuw gehydrogeneerd worden. Interessant is ook de energiedichtheid in vergelijking met andere manieren om waterstofgas op te slaan. Opslag van elektrische energie (na omzetting in waterstofgas) in N-ethylcarbazool gebeurt efficiënter dan in bijvoorbeeld de Sabatier-reactie.[8] De huidige infrastructuur rond tankstations kan daarbij vrijwel onveranderd in gebruik blijven. Een nadeel is echter dat N-ethylcarbazool teruggebracht moet worden naar de plaats waar de hydrogenering plaatsvindt.

Strijdgas

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd N-ethylcarbazool in combinatie met antraceenolie ingezet als strijdgas in zogenaamde Blaukreuzgranaten.[9] De stof werkt irriterend op de neus- en keelholte, maar werd niet tegengehouden door de toenmalige gasmaskers. De optredende niesreflex leidde tot het afzetten van de gasmaskers, waarna de getroffenen slachtoffer werden van de andere in de granaat aanwezige gevaarlijkere stoffen.[10]

Weekmaker

N-ethylcarbazool wordt toegepast als weekmaker.[11]

  • (en) MSDS van N-ethylcarbazool