Neonicotinoïde

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Robberd77 (overleg | bijdragen) op 4 nov 2019 om 16:39. (+ effecten op waterinsecten, vogels, vissen)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Neonicotinoïden (ook wel “neonics” genoemd)[1][2] zijn een groep neuro-actieve insecticides die chemisch verwant zijn met nicotine. De producten werden in de jaren 80 door Shell, en in de jaren 90 door Bayer ontwikkeld. De groep neonicotinoïden omvat acetamiprid, clothianidine, imidacloprid, nitenpyram, nithiazine, thiacloprid en thiamethoxam. Imidacloprid is een veelgebruikt insecticide.

Uitgebreid en wereldwijd wetenschappelijk onderzoek wees in 2015 op de negatieve effecten van deze stoffen op het milieu, en met name de bijenpopulatie.[3][4][5][6] Intussen zijn ook de dodelijke effecten aangetoond voor waterinsecten,[7] vogels[8] en, in Japan, vissen.[9]

Vanaf einde 2018 geldt in de Europese Unie een verbod op het gebruik van imidacloprid, clothianidin en thiamethoxam, waarvoor sinds 2013 al beperkingen gelden. Gebruik in kassen blijft toegestaan.[10] Het verbod, gestemd op 27 april 2018, werd verwelkomd door natuurbeschermers, maar betreurd door landbouwers, met name de bietentelers.[1][2]

Ook bij de teelt van oliehoudende zaden, zoals koolzaad, zou door het verbod op de neonicotinoïde-coating van zaaizaad netto meer insecticide nodig zijn.[11]