Nitrotyrosine

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Nitrotyrosine[1]
Structuurformule en molecuulmodel
Structuurformule van nitrotyrosine
Algemeen
Molecuulformule C9H10N2O5
IUPAC-naam (2S)-2-Amino-3-(4-hydroxy-3-nitrofenyl)propaanzuur
Andere namen 3-Nitro-L-tyrosine;
3-Nitrotyrosine
Molmassa 226,19 g/mol
SMILES
O=[N+]([O-])c1cc(ccc1O)C[C@@H](C(=O)O)N
CAS-nummer 621-44-3
PubChem 65124
Wikidata Q412383
Beschrijving Geel tot groene, kristallijne stof
Fysische eigenschappen
Aggregatietoestand vast
Smeltpunt (ontleed) 233-235 °C
Slecht oplosbaar in water
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar).
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Nitrotyrosine is een component die ontstaat bij het nitreren van tyrosine onder invloed van reactieve stikstofcomponenten, zoals het peroxynitriet-ion en stikstofdioxide. Als stabiele verbinding, in tegenstelling tot de reactieve stikstof- en zuurstofcomponenten, wordt nitrotyrosine als indicator van celbeschadiging door de laatste twee groepen verbindingen beschouwd. Algemeen geldt dat veel ziekten aanleiding geven tot oxidatieve stress. Een eerste gevolg is de productie van superoxide-ionen, die met stikstofmonoxide aanleiding geven tot peroxynitriet (ONOO).[2] Het gevormde peroxynitriet kan zowel met lipoproteïnes als met tyrosineresiduen in een groot aantal eiwitten reageren. Omdat de productie van ONOO lastig vast te stellen is, wordt nitrotyrosine in proteines gebruikt als indirecte maat voor ONOO. In een groot aantal pathologische situaties kan nitrotyrosine aangetoond worden[3][4] en wordt het beschouwd als een goede maat voor voor NO-afhankelijke reactieve stikstofcomponenten. Nitrotyrosine kan gevonden worden in biologische vloeistoffen als plasma, BALF (Broncho alveolar lining fluid, het slijmvlies dat de binnenkant van de luchtwegen bedekt) en urine. Verhoogde waarden voor nitrotyrosine kunnen aangetoond worden bij reumatoïde artritis,[5] septische shock[6] en coeliakie.[7] In al deze studies werd in gezonde deelnemers geen nitrotyrosine gevonden. Nitrotyrosine wordt ook aangetroffen in een groot aantal door ziekte aangetaste weefsels als het hoornvlies in keratoconus.[8] Peroxynitriet en/of nitrerende stress kan ook een rol spelen in het ziekteverloop van diabetes en de complicaties daarvan.[4][9]

N-acetylcysteine (NAC), een precursor voor glutathion (een van de belangrijkste lichaamseigen antioxidanten), blijkt in staat de hoeveelheid nitrotyrosine te verlagen.[10][11] In verband hiermee kan ook genoemd worden dat er een relatie is tussen het gehalte nitrotyrosine en TIA en oedeem, terwijl anderzijds NAC een van de behandelingen kan zijn voor deze condities.[12]

Vrij nitrotyrosine wordt gemetaboliseerd tot 3-nitro-4-hydroxyfenylazijnzuur (NHPA). Onder fysiologische omstandigheden is dit als het acetaat aanwezig, dat door de nieren wordt uitgescheiden.[13][14]

Nitrotyrosine, als indicator voor reactieve stikstof- en zuurstofcomponenten blijkt ook een relatie te hebben met de degeneratie van dopamine-afhankelijke neuronen[15]. Tyrosine is de precursor van dopamine, een neurotransmitter die een belangrijke rol speelt in processen die onder andere betrokken zijn bij motivatie, concentratie, leren en dag/nachtritme.