Overleg:Hartbert van Bierum

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Laatste reactie: 7 jaar geleden door Gerdevries in het onderwerp Familieband van Hartbert.

Wijzigingen teruggedraaid[brontekst bewerken]

Ik heb de wijzigingen van Gerdevries en waarschijnlijk bijbehorende ip teruggedraaid. Ik zal hem daarvan op zijn overlegpagina verwittigen. Michiel (overleg) 6 jan 2012 21:23 (CET)Reageren

Randerath[brontekst bewerken]

Harpern of Hartbert van Bierum is van Randerath (Alias Bierum was mogelijk zijn Bijnaam!!)

Hartbert van Randerath was van jongst af aan in dienst van de Abdij Echternach en Prüm en de Bisschop van Keulen. In de Drenste Volksalmanak schrijft Schaap dat Hartbert gesteund wordt door zijn familie en verbondenen, Hartbert kan ook gesteund worden door zijn familie uit Boxtel en hoeft geen familie van Leffard en Ludo en Uffo te zijn, !!?? Helaas is hier tot heden geen akte waarin de familiebanden expliciet staan beschreven, echter Wikipedia beschrijft dat hij een ouder broer van Leffart is. De bijnaam van Bierum heb ik geen probleem mee maar vertel dan ook zijn juiste afkomst. Een andere mogelijkheid is dat de familieband van Hartbert berust op op een van de echtgenotes.Is dit niet mogelijk dan vertel ook zijn andere mogelijke afkomst vlg's G.de Vries. Laat dit geschrift maar eens op Wikipedia zien!!! Maar zoals het zich nu laat aanzien is Harpern van Bierum een zoon Hartbert van Randerath (Boxtel) volgens diverse schenkingen van Bisschop Hartbert samen met zijn zoon Goswinus die in 1137 naar de kloosterschool te Rolduc ging om in de letteren gevormd te worden. Bron; annalen Rodensis Kerkrade. zie; http://anduin.kgv.nl/wiki/index.php/tx:Annales_Rodenses/1137_NL Eodem anno emit Iohannes mansum terre ab Hariberto pontifice (Uit Latijns Pontifex, het woord aan een priester die als aartsbisschop dient in een bisdom of bisschop te beschrijven.) De naam van zijn zoon Gozewijn stamt af van zijn moederskant Luitgard Gerardsdra van Heinsberg van zijn grootvader Goswinus van Heinsberg deze niet gebruikelijk is in de regio van Groningen en daar ook niet voorkwam. En in 1147 Beschreven in de regesten van Bisdom Koln met broers en vader Harpern I. Het huis Boxtel was kwam voort uit een geslacht stammend uit de regio tussen Keulen en Aachen. (Hier is het goed Dorweiler mee bedoelt). Zij waren als ministeriaal bij diverse geschillen tot zelfs in Brabant waar zij ook woonden Heer en Voogd van de Abdij Prüm en Echternach , maar ook handelden zij diverse zaken te Aachen af. In 1144 wordt Hartpern als voogd van Buckestela beschreven in een geschil met het Bisdom Münster over land aan de beek de Würm, dit aangeeft dat hij voogd van Boxtel was. Harper (Hartbert) werd door de Bischop van Keulen gevraagd om ook de belangen van het Bisdom van Utrecht in het gebied aan en boven de Rijn te besturen. Harper III noemde zich niet meer Randerath maar van Heer van Boychstel. Hartberts broer Arnoldis I was die tijd Bischop van Keulen 1139-1151! Aanvankelijk werd de bischop Hartbert genoemd maar later kreeg hij in deze eeuw de bijnaam van Hartbert van Bierum toegeschreven (door de historicus Schaap) waarschijnlijk omdat hij daar de opstand van Groningen had gewonnen en bezegeld. Deze naam is niet terecht en zou het eerder Hartbert van Randerath (Bierum) moeten zijn maar in de oudeste geschriften staat hij als Harbert van Utrecht vermeld. De eerste 2 zonen worden beide naar hun grootvaders vernoemd. Zijn zoon Gozewijn wordt 1136, 1137 en 1146 als zoon van Hartbert vermeld in de annales Rodenses van Rolduc 1146, hij was geboren voordat Hartbert Bischop werd en toen zijn echtgenote zeer vroeg ca.1136 was overleden werd hij gevraagd als proost en voor het bisschopsambt van Utrecht Zo komt de naam Goswijn in die tijd in het hoge noorden bij die adel niet voor!! Annales Rodenses 1146; In het jaar van de menswording des Heren 1146 had het klooster Lonnig veertig morgen land met een hoeve in Ameln en dertig morgen met een hoeve in Spiel. Hierover nu sloten de abt en dat klooster onderling een contract en hij kocht dit bezit van hen. Daarvoor verkocht hij twee hoven bij Utrecht en een in "Wiburchoven" en gaf hen het geld daarvan en zij hebben aan ons het land overgedragen. Eén van de hoven die hij verkocht bij de aankoop van dat land, had de overste Johannes gekocht van Hartbert, bisschop van Utrecht, in het jaar des Heren 1137. De tweede had Gozewijn, de zoon van die Hartbert, in het jaar des Heren 1136 hier ingebracht. De derde tenslotte had zuster Wendelburgis in het jaar des Heren 1118 aan het klooster geschonken. Hartbert en zijn zoon Goswinus schenken 1336 en 1337 beide een hove die naast elkaar waren gelegen bij Schalwijk tussen de rivier de Lek en Utrecht, in het dorp dat Schalkwijk heet, in 1131 had hij als Proost van het Bisdom Utrecht bij de ontginning van dit gebied een contract met het bisdom Utrecht gesloten om 2 hovens te verkrijgen. In 1133 worden diverse gronden verkocht (met Hovens?) in en rond Schalkwijk. Tot nu toe is alleen beschreven Hartbert met zoon Goswijnus. Ook verkoopt zijn zoon Goswijn in een akte van 1147 gut Dorweiler ( ten zuidoosten van Randerath) voor 100 mark voor het welzijn en begleiding van zijn belofte te trekken naar het heilige land op kruistocht dat zijn grootvader Hartpern I met Broer Meginherus geerfd had.

Echter hierna verkoopt Goswijnus de goederen te Dorweiler die van Harpern I zijn doorvererft en wordt de naam Randerath erbij vermeld!!!

Akte van de Archieven van de NRW; U K/7 1147 Beschreibung : Erzbischof Arnold von Köln bezeugt und genehmigt, daß Gozewinus de Randenrode zwecks Ausführung seines Gelübdes, eine Pilgerfahrt in das Land Jesu Christi zu unternehmen, von Propst Gerardus und dem Konvent von St. Maria, gt. ad Gradus, 100 Mark Silber aufnimmt und dafür gt. Kirche sein Landgut, das er zu Erbrecht in Dorewilere [Dorweiler] lange besaß, mit Zustimmung seines Oheims Hartpernus, welcher sein Erbe im Falle von Kinderlosigkeit des Gozewinus erhalten würde, mit allem Zubehör und frei von Forderungen der Vögte übereignet, ferner, daß er das Stift bestätigt im Besitz der Hälfte des gt. Ortes, die der Bruder seines Großvater Megenerus gt. Kirche für sein und seiner Eltern Seelenheil stiftete. Falls Gozewinus von der Pilgerfahrt zurückkehrt, steht ihm das Recht zu, gt. Gut für 100 Mark erneut zu kaufen, doch betrifft dieses Vorrecht nur Gozewinus selbst, nicht seine Verwandten, und zwar gleichsam als Neukauf. Zur Sicherung des Vertrages nimmt St. Mariengraden den Ohm des Gozewinus namens Wilhelmus, Kanoniker zu Bonn, in das Kapitel auf und überträgt ihm ein Kanonikat. Walterus Maioris Ecclesie decanus, Üdelricus Susaciensis prepositus; Bernardus prepositus SS. Apostolorum; Walterus decanus S. Gereonis; Freie: Graf Adolf, Domvogt; Graf Adolf von Berg, Üdelricus de Are und sein Bruder Otto, Udo de Bruge; Ministeriale: Vogt Hermannus, Gerardus, Filippus, Thipoldus. Meginherus broer van Hartpern I verkoop hier zijn deel van Dorweiler.

Akte Archief NRW;U K/4 13. April 1104 Beschreibung : Erzbischof Friedrich I von Köln bezeugt, daß Meginherus de Randenrode, der weder Weib noch Sohn hat, aus frommem Antrieb sein eigenes Gut, das er zu Horenchusen (Burg Hof Horrig bij het heudige Schloss Trips aan de andere zijde van de Wurm gelegen is tegewoordig verdwenen maar staat in 1800 nog op de kaart) hat und das 12 Kölner Schilling einbringt, für sein und seines Vaters Seelenheil dem Altar der heiligen Maria, der an der Treppe steht, übergab. Um aber seine Verdienste zu verdoppeln, stiftete er ferner 120 Maß Weizen Erbrente, schließlich seinen gesamten Besitz zu Dorwilere (Dorweiler) samt Zubehör im Einvernehmen mit seinem einzigen Bruder Hartbernus und unter der Bedingung, daß er, solange er lebt, den Nießbrauch behält einschließlich der Hintersassen, die er als Wachszinsige gibt, aber alljährlich am Sonntag Palmarum an die Brüder (von St. Mariengraden) 1 Kölner Schilling zahlt. Zo zien we ook bij het Gravengeslacht Heinsberg en ook Nobilis van Randerath meerdere Bisschoppen en Ministerialen. Hartberts echtgenote was Luitgard Gerardsdra van Heinsberg Het gelacht van Randerath stamt af van Sponheim Hun oudste voorouder was Immo Graaf van Sponheim en Abt te Prüm 1003 – 1006 Bron; Abten van Prüm

Hartbert was eerst v.a. ca.1127 domproost van Utrecht totdat hij op 24 juli 1139 tot bisschop werd gewijd. Tijdens zijn bewind ontstond een opstand in de stad Groningen waar hij de wapenen weer opnam, gesteund door zijn familieleden en bondgenoten. Nadat de bisschop deze opstand had neergeslagen, maakten de bisschop en de stad een afspraak geen omwalling rondom de stad aan te leggen - een afspraak waar de Groningers zich niet lang aan hielden. Verder spak de bisschop af dat Leffart de prefectuur van de stad in leen kreeg en zijn broer Ludolf (fam. van Uffo) kreeg het kasteel Coevorden in het zuidoosten van Drenthe en daarmee de controle over de enige weg door het Bourtangermoeras van Drenthe naar Duitsland. Door deze politiek werd de kiem gelegd voor het latere verlies van Drenthe voor het bisdom Utrecht. Bron; Drenste Volksalmanak Dhr. Schaap

In dit laatste stukje van Dhr. Schaap over de geschiedenis wordt gesproken over de Familie van Hartbert en bondgenoten, dit kunnen ook de Familieleden van Boxtel zijn en er wordt nergens over gesproken dat Hartbert een oudere broer van Leffart en Uffo is!!!

Gerdevries (overleg) 24 jan 2013 00:56 (CET)Reageren

Wat de Annales Rodenses schrijven over de zoon van Hartbert is natuurlijk buitengewoon interessant. De kortsluiting met een Harbern die in 1109 wordt genoemd is nogal discutabel: ten eerste zijn Hartbert en Harbern twee heel verschillende namen - de suffixen -bert en -bern mag je niet zomaar gelijkstellen. Vervolgens treedt Harbern van Randerode uit 1109 op voor zijn broer Megenher die vrouw noch kind heeft. Het is niet uitgesloten dat het hier een jongeman betrof en dat zijn broer Harbern 41 jaar daarna als bisschop van Utrecht zou overlijden, maar voor de hand liggend is het toch ook niet... Notum-sit (overleg) 11 feb 2013 13:21 (CET)Reageren

Familieband van Hartbert.[brontekst bewerken]

Harpernus is de oude latijnse benaming die door vertaling Hartpern en daarna als Hartbert wordt geschreven. Zoals het zich nu laat aanzien waren de grootvoorouders van Hartbert van Utrecht Immo II van Sponheim de zoon van Immo I van de Betuwe (Graaf in Teisterband 947-949, Hettergouw, Duffelgouw en Condrost, Voogd van Stablo 953-959, Voogd van de Abdij St. Remi te Reims en Meersen)! Immo II van Sponheim was de kleinzoon van Ricfried van de Betuwe en Hersindis van Kleef. Bron boek: Dhr. Hein.H. Jongbloed, LGOG Jaarboeken 2009 deel 145 De Listige Immo. Graaf Immed. Dat was een oomzegger van bisschop Balderik van Utrecht (bisschop 918-976). Immo I wordt in het verbroederingsboek van Reichenau samen genoemd met zijn zoon Immet en broer Balderich. Immo II van Sponheim de Over-overgrootvader van Hartbert was gehuwd met Adele van Hamaland en haar grootvader was Meginhard IV en deze naam komt nu ook regelmatig weer terug bij Sponheim Randerath en Boxtel! Nu weten we ook door welke familie's hij werd gesteund in zijn oorlog in het noorden!!Gerdevries (overleg) 22 mrt 2013 22:25 (CET)Reageren


Het bewijs dat Harpern (Hartbern) van Randerath afstamd ligt bij zijn zoon Goswijnes. Goswines Gaat op Kruistocht en schenkt dezelfde goederen te Dorweiler als zijn oom Meginherus van Randerath te Dorweiler bij Jullich.

Akte van de Archieven van de NRW; U K/7 1147 Beschreibung : Erzbischof Arnold von Köln bezeugt und genehmigt, das Gozewinus de Randenrode zwecks Ausfuhrung seines Gelubdes, eine Pilgerfahrt in das Land Jesu Christi zu unternehmen, von Propst Gerardus und dem Konvent von St. Maria, gt. ad Gradus, 100 Mark Silber aufnimmt und dafür gt. Kirche sein Landgut, das er zu Erbrecht in Dorewilere [Dorweiler] lange besaß, mit Zustimmung seines Oheims Hartpernus, welcher sein Erbe im Falle von Kinderlosigkeit des Gozewinus erhalten wurde, mit allem Zubehör und frei von Forderungen der Vogte übereignet, ferner, daß er das Stift bestätigt im Besitz der Hälfte des gt. Ortes, die der Bruder seines Großvater Megenerus gt. Kirche für sein und seiner Eltern Seelenheil stiftete. Falls Gozewinus von der Pilgerfahrt zurückkehrt, steht ihm das Recht zu, gt. Gut fur 100 Mark erneut zu kaufen, doch betrifft dieses Vorrecht nur Gozewinus selbst, nicht seine Verwandten, und zwar gleichsam als Neukauf. Zur Sicherung des Vertrages nimmt St. Mariengraden den Ohm des Gozewinus namens Wilhelmus, Kanoniker zu Bonn, in das Kapitel auf und ubertragt ihm ein Kanonikat. Walterus Maioris Ecclesie decanus, Udelricus Susaciensis prepositus; Bernardus prepositus SS. Apostolorum; Walterus decanus S. Gereonis; Freie: Graf Adolf, Domvogt; Graf Adolf von Berg, Udelricus de Are und sein Bruder Otto, Udo de Bruge; Ministeriale: Vogt Hermannus, Gerardus, Filippus, Thipoldus. Deze Hoven in Dorweiler had hij geerft van zijn Grootvader Harper van Randerath deze het weer van zijn Ouders had geërfd.

Deze gegevens vindt U niet te Bierum, wel dat de Bisschop van Utrecht met zijn leger daar in de slacht ging!!!Gerdevries (overleg) 8 jan 2017 18:24 (CET)Reageren