Naar inhoud springen

Overleg:Ontologie (filosofie)

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Laatste reactie: 2 jaar geleden door Apdency in het onderwerp Snap geen donder van de eerste zin

Voor overleg over deels dit artikel en de history ervan, zie ook: Overleg:Ontologie. Flyingbird 27 apr 2005 02:11 (CEST)Reageren

Descartes

[brontekst bewerken]

Is Descartes niet de geestelijk vader van het ontologisch godsbewijs en verdient dat niet de aandacht? 't Is bij mij een beetje weggezakt, maar ik dacht dit me juist te herinneren. Mark Coenraats 20 okt 2008 19:45 (CEST)Reageren

Het ontologisch godsbewijs werd geformuleerd door Anselmus van Canterbury en zo genoemd door Kant. Zie onder meer godsbewijs. Dat lijkt mij een betere plaats hiervoor. Descartes behoort natuurlijk wel in het rijtje "ontologen". Maar die lijst is überhaupt erg incompleet. Vriendelijke groet, --Maurits 20 okt 2008 23:57 (CEST)Reageren

Mistige zin

[brontekst bewerken]

Wil Gebruiker:Valère De Brabandere, die zijn oogappelzin nu al enkele keren heeft teruggeplaatst misschien eens duidelijk uitleggen aan de lezers wat hij hiermee bedoelt: "Ontologie of zijnsleer is werkelijk het hart van de filosofie; daar het 'zijn' zelf van de dingen de breedst mogelijke categorie is, en analoog in alle substanties aanwezig is", liefst in een taal die voor mensen die willen begrijpen wat ontologie is? Ik ben zelf niet bepaald een leek in filosofie, maar deze zin verduistert meer dan hij uitlegt. Ik kijk er naar uit. Beachcomber 6 mrt 2009 17:32 (CET). Ontologie is de leer van het zijn zelf; en daar alle substanties of zijnden aan dat'zijn'deelnemen,is het zijn zelf de eerste categorie van de zijnden,nl.dat ze er zijn; en al de overige predikaten zijn eigenschappen van die zijnden .Reageren

Nog een mistige zin

[brontekst bewerken]

De bijzin (objectief gegeven en) "dus onveranderlijke van structuur hebbende" lijkt me geen correct Nederlands. Ik neem aan dat betere formuleringen zouden zijn: "dus een onveranderlijke structuur hebbende" (lelijk) of "dus onveranderlijk van structuur zijnde" (ook lelijk) of "dus onveranderlijk van structuur" (veel beter) of "dus met een onveranderlijke structuur" (ook veel beter).

Overigens kan ik mij niet voorstellen dat de empirie dit als kadrering voor het empirisch onderzoek zou hanteren. Mij lijkt dat volgens deze definitie alles wat leeft, en zeker de hersenen, daarmee van empirisch onderzoek zouden zijn uitgesloten. En niets is minder waar. Iets dergelijks geldt voor de zin "onafhankelijk van menselijk kennen". Een belangrijk deel van empirisch onderzoek in de anthropologie, pyschologie en sociologie e.d. kan, dacht ik, alleen plaats vinden via het menselijk kennen - door interpretatie. Maar misschien begrijp ik het allemaal niet goed. Gebruiker: Martin Spanjaard 30 augustus 2009

De Fransen hebben er een mooie uitdrukking voor: "bien étonné(s) de se trouver ensemble". Ik doel op Wittgenstein die zich zo maar onder de 'Ontologen' blijkt te scharen: het laddertje op zijn graf in Cambridge staat te schudden! Bij de latere Wittgenstein is er in de verste verte niets te vinden dat op een ontologie duidt: er zijn geen metafysische aannames. Hij voorziet immers nog maar één taak voor 'de filosofie' en die is het bestrijden van de beheksing van het verstand door de middelen waarover de taal beschikt. Voor wat de vroege Wittgenstein betreft: sommige traditionalisten zien in de Tractatus een ontologie; stelling 1 lijkt immers een zijnsleer of een metafysische aanname te impliceren: "De wereld is alles wat het geval is." De laatste jaren zijn ook deze zogenaamde realistische interpretaties van dit werk onder vuur komen te liggen ten gunste van een meer letterlijke (resolute) lezing. Tractatus (ladder)stelling 6.54 zegt immers: "Mijn stellingen zijn verhelderend omdat hij die me begrijpt, ten slotte erkent dat ze onzinnig zijn [....]", m.a.w. ontologie exit! – De voorgaande bijdrage werd geplaatst door Onwijsgeer (overleg · bijdragen) 21 jan 2011 14:09

Onhoudbare stelling

[brontekst bewerken]

De stelling: "Met name de eerste term is van belang omdat zonder een onveranderlijke structuur experimenten op het object geen zin hebben." is volgens mij onhoudbaar. Erg categorisch en veel te strikt.

Zolang er geen significante verandering in het te meten object is, op de tijdschaal van de meting, dan is er geen probleem. Anders zou al het natuurwetenschappelijke onderzoek 'geen zin' hebben. Ik kan makkelijk een bodemlaag onderzoeken, ook al ziet hij er over een miljoen jaar misschien heel anders uit en ook al is hij op het moment van onderzoek aan het veranderen. – De voorgaande bijdrage werd geplaatst door 92.65.61.251 (overleg · bijdragen) 6 apr 2011 16:40

Absolute ontologie.

[brontekst bewerken]

- Het enige absolute 'zijn, is volgens J.Bochenski, de eeuwige wetmatigheden van de logica, de wiskunde en andere exacte kennissen ; terwijl al het overige, dat is, niet noodzakelijk en niet absoluut is -Dit absolute 'zijn, van die logos is dan ook een absolute wil, die net als onze wil verwordt tot energie, en verder toe massa, materie en de dingen... -Wat men 'god, noemt, is niets anders of meer dan die absolute wil, en energie ; zodat de formule E=mc2 kan uitgebreid worden tot E= mc2=Psy, waar Psy staat voor die absolute wil en andere 'logos, ..... Valère De Brabandere (overleg) 29 aug 2015 15:09 (CEST)Reageren

Onzin

[brontekst bewerken]

Dit artikel over onthologie bevat op moment van mijn schrijven de volgende tekst:

BEGIN TEKST FRAGMENT

De vraag: "is er -'iets'-; wát dan ook?" dient te worden beantwoord.

De radicale en fundamentele twijfel (kan alles in twijfel worden getrokken?) hieromtrent wordt weggenomen door het antwoord: "ja: er is deze vraag", en daarmee een vraagsteller. Daaruit wordt dan een conclusie getrokken, uitgaande van de aanname dat de vraagsteller niet onbestaand is: Ergo: ik ben.

Deze laatste aanname: dat de vraagsteller, het subject, niet onbestaand kan zijn is een zwak punt. Men gaat er dus van uit, dat alleen het "zijnde" "IS" en dat het "niet zijnde", niet bestaat. Als zodanig kan men deze bewijsvoering zien als een cirkelredenering.

EINDE TEKST FRAGMENT

Ik wil daar graag op reageren, omdat het totale onzin is. Want juist het feit dat wordt beweert dat de bewijsvoering een cirkelredenering is, is een cirkelredenering. De vraag of er iets is hoeft overigens niet beantwoord te worden "Ik denk dus ben ik" is in deze genoeg. De vraag die we ons wel kunnen stellen is of wat wij waarnemen slechts een idee is of dat het werkelijk fysiek is. Welnu, dat zullen we nooit weten. En feitelijk is het een domme (want zinloze) vraag, juist omdat we dat onderscheid nooit zullen kunnen maken. De oplossing is simpel, accepteer je eigen realiteit als werkelijkheid doch wel in het besef dat je waarneming zijn eigen grenzen kent. Hier komt het wetenschappelijk theorema vervolgens om de hoek kijken, welke aangeeft aan welke normen waarnemingen moeten voldoen om als werkelijkheid te worden aanvaart. Is dat een sluitend theorema? Nee, maar het is alles wat we hebben. Wie dat niet aanvaard komt in een fictie terecht die redelijkerwijs nog lastiger te aanvaarden is. Dus stop met moeilijk doen, en maak de werkelijkheid (=God) niet tot meer dan wat ze volgens de rede en de wetenschappelijke waarneming kunnen zijn. Even voor het helderheid kom je dan uit op het volgende: het "multiversum", is de "ene", is "God", de oneindigheid waarbinnen de universa ontstaan en ten onder gaan..... 77.60.121.89 8 dec 2020 12:14 (CET)Reageren

Snap geen donder van de eerste zin

[brontekst bewerken]

Misschien een goed idee om is te kijken naar de eerste alinea want deze valt alleen te begrijpen als je al enigszins bekend bent met de term 'ontologie'. BinkeBint (overleg) 19 jun 2022 16:13 (CEST)Reageren

Je noemt in het kopje de eerste zin, daaronder heb je het over de eerste alinea. Wel, de eerste zin is nog redelijk te begrijpen. Maar dan: "De ontologie onderzoekt en beschrijft de eigenschappen, of breder: het zijn van het geheel van dingen, entiteiten of zijnden waarvan aangenomen wordt dat ze bestaan of beter: zijn." Nee, dat is geen Jip en Janneke. Onder meer dat drie keer voorkomen van 'zijn' is niet helder. Dit kan tot een doorzichtiger zijn, of beter: bijgeschaafd worden. Apdency (overleg) 19 jun 2022 16:45 (CEST)Reageren