Palaeorhynchidae

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Palaeorhynchidae
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Vroeg-Eoceen tot Vroeg-Mioceen
Fossiel van Palaeorhynchus deschmanni
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Superklasse:Osteichthyes (Beenvisachtigen)
Klasse:Actinopterygii (Straalvinnigen)
Orde:Carangiformes
Superfamilie:Xiphioidea
Familie
Palaeorhynchidae
Blainville, 1818
Fossiel van Palaeorhynchus glaronensis
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vissen

De Palaeorhynchidae zijn een familie van uitgestorven straalvinnige beenvissen uit de orde Istiophoriformes. Ze verschenen 53 miljoen jaar geleden in het Vroeg-Eoceen en kwamen tot veertien miljoen jaar geleden voor, tot in het Midden-Mioceen. Fossielen zijn gevonden in tal van Europese landen en in de Verenigde Staten.

Naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]

De familie werd in 1818 benoemd door Henri Marie Ducrotay de Blainville.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De verschillende geslachten en soorten van de Palaeorhynchidae waren middelgrote vissen met een zeer slanke, langwerpige vorm. Het lichaam was tien tot twaalf keer zo lang als het hoog was. Het aantal wervels was vijfenveertig tot zestig. De maximale lengtes van de kleinere geslachten Homorhynchus en Palaeorhynchus was zestig tot iets meer dan tachtig centimeter. Pseudotetrapturus werd tot vier meter lang. De kop van de Palaeorhynchidae was smal, de ogen groot. Beide kaken waren langwerpig, met de bovenkaak langer (Homorhynchus) of even lang (Palaeorhynchus en Pseudotetrapturus) als de onderkaak. De rug- en anaalvinnen waren lang en strekten zich als een naad uit over het grootste deel van de romp. Het aantal rugvinstralen was minstens gelijk aan het aantal wervels en soms tot twee keer zo hoog. De staartvin was halvemaanvormig of gevorkt. De schubben kunnen groot of klein zijn.

Geslachten[bewerken | brontekst bewerken]

Binnen de vier geslachten zijn tot nu toe 22 soorten beschreven.