Naar inhoud springen

Park Geun-hye

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door InternetArchiveBot (overleg | bijdragen) op 15 mei 2019 om 02:24. (1 (onbereikbare) link(s) aangepast en 0 gemarkeerd als onbereikbaar #IABot (v2.0beta14))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Park Geun-hye

박근혜

Park Geun-hye
Geboren 2 februari 1952
Daegu (Gyeongsangbuk-do)
Politieke partij Saenuri-partij
Beroep Politica, auteur
Religie Atheïst[1]
Handtekening Handtekening
President van Zuid-Korea
Aangetreden 25 februari 2013
Einde termijn 10 maart 2017
Voorganger Lee Myung-bak
Opvolger Moon Jae-in
Partijvoorzitter van de Saenuri-partij
Aangetreden 17 december 2011
Einde termijn 15 mei 2012
Voorganger Hong Jun-pyo
Opvolger Hwang Uyeo
Partijvoorzitter van de Saenuri-partij
Aangetreden 23 maart 2004
Einde termijn 10 juli 2006
Voorganger Choi Byeong-ryeol
Opvolger Kang Jae-sup
First lady van Zuid-Korea
Aangetreden 16 augustus 1974
Einde termijn 26 oktober 1979
President Park Chung-hee
Voorganger Yuk Young-soo
Opvolger Hong Gi
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Park Geun-hye (Hangul: 박근혜) (Daegu (Gyeongsangbuk-do), 2 februari 1952) is een Zuid-Koreaanse politica. Van 25 februari 2013 tot en met 10 maart 2017 was zij de eerste vrouwelijke president van Zuid-Korea. Zij is ook de eerste Zuid-Koreaanse president die werd afgezet. Park is lid van de conservatieve Saenuri-partij (Hannara-dang). Van 17 december 2011 tot 15 mei 2012 was zij partijvoorzitter en ze bekleedde deze functie eerder van 2004 tot 2006.

Ze is de dochter van oud-dictator Park Chung-hee[2] en ze diende als de first lady van Zuid-Korea van 1974 tot 1979 tijdens het bewind van haar vader, nadat haar moeder werd vermoord op 15 augustus 1974. Haar vader werd op 26 oktober 1979 doodgeschoten door een lid van de Zuid-Koreaanse geheime dienst.

President

Park werd beschouwd als de meest invloedrijke politica in Zuid-Korea. Op 19 december 2012 werd ze verkozen tot de eerste vrouwelijke president van Zuid-Korea.[3]

Fraude en machtsmisbruik

In 2016 kwam Park in een lastig parket te zitten, toen haar vriendin Choi Soon-sil beschuldigd werd van fraude en machtsmisbruik. Choi zou haar vriendschap met Park hebben misbruikt om zo bedrijven (zoals Samsung en Hyundai) te dwingen om geld te storten in twee non-profitorganisaties van Choi. Tientallen miljoenen euro's werden overgemaakt. Tevens droeg ze Choi op om toespraken te herschrijven, waarmee Choi feitelijk illegaal vertrouwelijke overheidsinformatie in handen kreeg. Park werd beschuldigd van fraude en het lekken van vertrouwelijke informatie aan Choi. Het schandaal werd door de media al snel Choi-gate genoemd en er werd opgeroepen tot een aftreden van Park. Park kon echter niet vervolgd worden omdat ze president was en volgens de Zuid-Koreaanse wet mag een president enkel beschuldigd worden van verraad. Ze zou dus eerst moeten worden afgezet. Park stond echter wel toe dat ze ondervraagd werd, wat haar de eerste Zuid-Koreaanse president maakte die ondervraagd werd.

Het schandaal zorgde voor een duik in de peilingen (deze zakte tot 5%), het laagste cijfer dat een zittend president van Zuid-Korea ooit haalde.[4]

Na weken van protesten (de grootste ooit in Zuid-Korea) werd er een stemming gehouden in het parlement. De parlementsleden die voor het aftreden van Park stemden, wonnen met een grote marge. Park zei dat ze de stemming zou respecteren. Park wachtte echter nog op de beslissing van het grondwettelijk hof. Deze moest nog oordelen of het aftreden rechtvaardig was. De eerste minister Hwang Kyo-ahn nam in de tussentijd de macht over, maar Park behield haar titel als president en mocht vooralsnog in het presidentiële paleis, het Blauwe Huis, blijven wonen. Op 10 maart 2017 vonniste het constitutioneel hof unaniem dat de eerdere uitslag van de parlementaire stemming legitiem was, waarmee Park per direct uit haar ambt was gezet.[5] Ze verloor daardoor haar immuniteit en kon juridisch vervolgd gaan worden. Op 6 april 2018 werd Park Geun-hye veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 jaar voor machtsmisbruik en omkoping.[6] In juli 2018 kwam daar een straf van nog eens acht jaar bovenop wegens misbruik van overheidsgelden en inmenging in de parlementaire verkiezingen in 2016.[7]

Op andere Wikimedia-projecten