Peeckelhaering met een tinnen kan en een pijp

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Peeckelhaering met een tinnen kan en een pijp
Peeckelhaering met een tinnen kan en een pijp
Kunstenaar Judith Leyster
Jaar circa 1629
Ontstaan in Haarlem
Genre genrestuk
Techniek olieverf op doek
Afmetingen 77 × 63 cm
Museum Gemäldegalerie, Berlijn
Werken van Judith Leyster
Vorige De vrolijke drinker
Volgende Vrolijk gezelschap
RKD-gegevens
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Peeckelhaering met een tinnen kan en een pijp of De vrolijke drinker is een schilderij van Judith Leyster uit circa 1629.

Leyster heeft op dit schilderij hetzelfde personage uitgebeeld als op haar Vrolijke drinker in het Rijksmuseum: Peeckelhaering, de nar van het Haarlemse volkstoneel. Hij presenteert zich hier nog nadrukkelijker als de spreekwoordelijke tabakdrinker of rookdrinker. Juist in die periode dacht men dat roken de alcohol neutraliseerde en de dronkenschap tegen kon gaan. De moralisten daarentegen zagen vooral twee ondeugden die elkaar versterkten. Als mogelijk medicijn tegen allerlei kwalen werd tabak getolereerd, maar roken als genotsmiddel werd afgekeurd. Rond dezelfde tijd schreef Leysters Haarlemse stadgenoot Samuel Ampzing een satirisch vers dat begint met: De smook is al myn lust, en 't bier al myn leven.[1] Kunsthistoricus Eddy de Jongh wees ook op deze combinatie in verband met De roker en andere werken van Adriaen Brouwer. Hij citeerde hierbij het puntdicht Taback (1656) van Constantijn Huygens, die zich afvroeg of de rookdrinkers rookten omdat ze nat werden van de drank of dat ze dronken omdat ze droog werden van de tabak.[2][3]

Er is verder gewezen op verwantschap met werken van andere Haarlemse schilders, zoals De vrolijke drinker van Frans Hals (die zich liet inspireren door de Utrechtse caravaggisten) en de stillevens ("toebackjes") van Pieter Claesz. en Willem Claesz. Heda.[1]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Biesboer, Pieter (1993): "Judith Leyster, schilderes van 'moderne beelden'," in: Welu & Biesboer (red.), Judith Leyster. Schilderes in een mannenwereld, Zwolle: Waanders, p. 75-92
  • Biesboer, P. & Sitt, M. (red.) (2003): Satire en vermaak. Het genrestuk in de tijd van Frans Hals, Zwolle: Waanders / Frans Hals Museum Haarlem, p. 130
  • Bogendorf Rupprath, Cynthia von (1993): "Catalogus", in: Welu & Biesboer (red.), Judith Leyster. Schilderes in een mannenwereld, Zwolle: Waanders, p. 130-135 (cat. 2)
  • (en) Hofrichter, Frima Fox (1989): Judith Leyster: A Woman Painter in Holland's Golden Age, Doornspijk: Davaco Publishers, p. 40 (cat. 6)
  • Jongh, Eddy de (1976): Tot lering en vermaak. Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw, Amsterdam, Rijksmuseum; te lezen op DBNL(KB)

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. a b Bogendorf Rupprath (1993), p. 130-135 (cat. 2)
  2. De Jong (1976), p. 54-57 (cat. 7)
  3. Het gedicht is ook te lezen in Huygens' Gedichten. Deel 5: 1652-1656, p. 298 op DBNL(KB)
  4. De roker (website Rijksmuseum)