Portaal:Georgië/Uitgelicht/12
De Tsjitsjilaki (Georgisch: ჩიჩილაკი) is een Georgische traditionele nieuwjaars- en kerstboom gemaakt van gesnoeide en gedroogde hazelaar- of walnoottakken die zijn geschaafd om een kleine kerstboom te vormen. Deze ornamenten hebben een hoogte van 20 centimeter tot 3 meter en komen voornamelijk uit de west-Georgische regio's Goeria en Samegrelo.
Oorspronkelijk was het een nieuwjaarsboom ontsproten uit heidense tradities en verbonden met de bijbelse levensboom, een symbool van hoop. De traditie van de tsjitsjilaki raakte na de kerstening van Georgië in 337 verweven met kerstmis dat in de nieuwjaarsperiode viel, waardoor de tsjitsjilaki ook wel de bijnaam 'Georgische kerstboom' kreeg. Het is een populaire kerst-accessoire geworden door de popularisering van de Europese kerstboomtraditie. Volgens de overlevering lijkt de geschaafde tak op de baard van de heilige Basilius de Grote uit de 4e eeuw, van wie wordt aangenomen dat hij mensen bezocht tijdens Kerstmis, vergelijkbaar met de kerstmantraditie. De herdenking van Basilius valt samen met nieuwjaar.
De tsjitsjilaki wordt traditioneel gedecoreerd met klein fruit zoals appeltjes, rode bessen, tangerijnen, noten en bladeren van de meekrap of andere vergelijkbare natuurlijke decoratie als offer aan de hemel voor een overvloedige oogst. De tsjitsjilaki's worden meestal op de dag voor Driekoningen ceremonieel verbrand, om het voorbijgaan van de problemen van het voorgaande jaar te symboliseren.