Portaal:Insecten/Uitgelicht/39

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Monarchvlinders

Trekvlinders zijn vlinders die migreren over grote afstanden naar gebieden waar zij zich niet blijvend kunnen vestigen. Trekvlinders worden op alle continenten van de wereld waargenomen, ze trekken vanuit of binnen subtropische en tropische gebieden. Het begrip trekvlinder is plaatsgebonden: alleen op plaatsen waar de vlinders zich niet blijvend kunnen vestigen zijn ze als trekvlinder te identificeren.

Door te trekken ontkomen de vlinders aan ongunstige omstandigheden, zoals ongunstig weer, gebrek aan voedsel of overpopulatie. Net als bij vogels zijn er soorten vlinders waarvan alle individuen gaan trekken, maar ook veel soorten waarvan maar een deel van de individuen wegtrekt, net als deeltrekkers bij vogels. Deze vlinders zijn standvlinders in een deel van hun verspreidingsgebied.

Trekvlinders[brontekst bewerken]

Een geheel eenduidige definitie van vlindertrek is er niet, en dit geldt ook voor voorstellen tot een indeling in klassen van trekvlinders. Zo wordt het verschijnsel dat vlinders zich op eigen kracht verplaatsen over een flinke afstand ook wel met "trek" aangeduid als ze binnen hun bekende leefgebied blijven. Deze vlinders worden meestal zwervers genoemd. Een bekend voorbeeld is het groot koolwitje. Van deze soort wordt soms massale "trek" waargenomen, maar niet naar gebieden waar blijvend vestigen niet mogelijk is. Anders dan de echte trekvlinders, gaat het hier om standvlinders.

Deze scheidslijn tussen zwervers en trekkers is niet makkelijk te trekken. Er zijn soorten trekvlinders die in Nederland wel kunnen overleven, maar in te kleine aantallen om dat lang vol te houden. Anderzijds zijn er soorten die soms voor meer dan twee jaar een populatie vormen, en die worden niet tot de trekvlinders maar tot de zwervers gerekend, het zijn onregelmatige standvlinders. Pas als een soort in een gebied tien jaar een vaste populatie heeft spreken we van een standvlinder.

Verder lezen