Psychologische roman

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door XXBlackburnXx (overleg | bijdragen) op 20 mei 2019 om 19:18. (Wijzigingen door 201.229.99.106 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Geerlings' robot)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Eline Vere van Louis Couperus, P.N. van Kampen & Zoon (1898)

Een psychologische roman, ook wel psychologisch realisme genoemd, is een literair genre waarin meer dan normaal de nadruk wordt gelegd op het innerlijk van de karakters, motieven, omstandigheden en innerlijke handelingen en gedachten die ontstaan.

De roman vertelt niet alleen de verschillende gebeurtenissen, maar gaat dieper in op het waarom en waarvoor deze gebeurtenissen tot stand komen. In de manier van schrijven zijn de personages, karaktervorming en de gedachtegang van de personages belangrijker dan bij een normale roman. Een psychologische roman kan ook een "roman van het innerlijk" worden genoemd.

Het literaire genre onderscheidt zich van het realisme door een andersoortig taalgebruik, waarbij het innerlijk, de psyche, zo realistisch mogelijk wordt gepresenteerd. De karakterschetsen en de drijfveren van de personages vormen het onderwerp, de actie die daaruit volgt, is van ondergeschikt belang.

Aan de basis van de stroming stond de Russische toneelschrijver Anton Tsjechov. De eerste realisten in de Nederlandse letterkunde verschenen midden 19e eeuw, zoals Nicolaas Beets en Conrad Busken Huet. De stroming presenteerde zich in Nederland met sierlijker taalgebruik dan wat men bij de Vlaamse schrijvers aantrof. Het hoogtepunt van de stroming lag rond 1900. Vrij snel ontwikkelde het Nederlandse realisme zich echter tot het naturalisme.

Belangrijke latere vertegenwoordigers waren Ina Boudier-Bakker en Louis Couperus, wiens Eline Vere en vooral Psyche vaak als typische voorbeelden worden genoemd. In de tweede helft van de 20e eeuw werd de stroming nieuw leven ingeblazen door de boeken van Hubert Lampo.[1]