Naar inhoud springen

RENFE serie 730

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door InternetArchiveBot (overleg | bijdragen) op 7 apr 2020 om 12:49. (1 (onbereikbare) link(s) aangepast en 0 gemarkeerd als onbereikbaar) #IABot (v2.0)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
RENFE serie 730
Twee treinstellen RENFE serie 730 "Hybrid-Patito" bij viaduct Martin Gil in de buurt van Zamora
Twee treinstellen RENFE serie 730 "Hybrid-Patito" bij viaduct Martin Gil in de buurt van Zamora
Aantal 15 (verbouwd)[1]
Aantal delen 13
Fabrikant Bombardier, Talgo
Indienststelling 2012
Asindeling Bo'Bo'+2'1'1'1'1'1'1'1'1'1'1'2'+Bo'Bo'
Spoorwijdte RD (Iberischspoor/normaalspoor)
Massa 361 ton (leeg)
383 ton (dienstmassa)
Aslast 18 ton
Lengte over buffers 186 m
Breedte 2.960 mm
Hoogte 3.365 mm
4.030 mm (aandrijfeenheden)
Maximumsnelheid 250 km/h (25 kV)
220 km/h (3.000 V)
180 km/h (dieselaandrijving)
Techniek
Stroomsysteem 25 kV, 50 Hz en 3.000 V =
Aandrijving elektrisch, diesel
Overbrenging Kardan-Hohlwellen-Antrieb
Vermogen 4.800 kW (25 kV)
4.000 kW (3.000 V)
dieselmotoren: 2 × 1.800 kW
Aantal motoren 2 × MTU 12V4000R43L 12-cilinder diesel
Treinbeïnvloeding ASFA, LZB, ETCS L1+2, EBICAB
Koppeling Scharfenberg
Bijzonderheden twee rijtuigen vervangen door generatorwagens voorzien van dieselmotor en generator voor niet geëlektrificeerde trajecten
Portaal  Portaalicoon   Openbaar vervoer
Verkeer & Vervoer

De RENFE serie 730 is een hogesnelheidstrein van de Spaanse staatsspoorwegmaatschappij RENFE, geschikt voor twee verschillende bovenleidingsspanningen (25 kV, 50 Hz en 3000 V) en twee verschillende spoorwijdten (1435 en 1668 mm). Daarnaast brengt de fabrikant Talgo deze trein op de markt als Talgo 250/TH.

Andere afkortingen van deze trein zijn S130H en S730. Daarmee is deze een hybride aanvulling op de RENFE serie 130. De RENFE schafte deze treinen aan vanwege de combinatie van elektrische tractie met dieselmotoren en generatoren voor niet-geëlektrificeerde trajecten.

De serie bestaat uit 15 treinstellen die gebouwd zijn door een consortium van Talgo en Bombardier.

Techniek

Ieder treinstel heeft aan beide uiteinden een elektrische locomotief met één cabine. De rijtuigen hebben aan beide uiteinden een generatorrijtuig. Tussen de beide generatorrijtuigen bevinden zich negen tussenrijtuigen, waarvan 1 restauratie, van het lagevloertype Talgo 7. Zoals reeds in de treinstellen van de serie 130 zijn de leidingen van de treinbusbar dubbel uitgevoerd. Zij dienen bij het gelijkstroombedrijf voor de stroomvoorziening van het voorste koprijtuig, zodat bij het rijden onder bovenleiding normaalgesproken alleen op het achterste koprijtuig de stroomafnemer tegen de draad staat. Bij het dieselbedrijf wordt een van de beide leidingen voor de retourstroom van de locomotief naar de generator gebruikt, zodat er geen stroom door de rails loopt. Beide generatorrijtuigen hebben een 12-cilinder-dieselmotor van MTU Friedrichshafen, die met een generator de leidingen van de treinbusbar met elektrische energie levert, waaruit de elektromotoren van de aangekoppelde locomotief gevoed worden.

Hoewel de aanduiding 'hybride' gebruikt wordt, is de trein technisch geen hybride trein, omdat hij geen omvormer voor elektrische stroom heeft. De juiste aanduiding is 'tweesysteem'.

De treinen kunnen onder 25 kV wisselstroom een maximumsnelheid bereiken van 250 km/h, op het oudere breedspoornet onder 3 kV gelijkspanning 220 km/h, en met dieselaandrijving 180 km/h. De treinen kunnen een omspoorinstallatie passeren met 15 km/h.[2]

De treinen hebben 216 zitplaatsen in de 'Turista' (toeristenklasse; 2e klasse) en 48 in de 'Preferente' (1e klasse). De rijtuigen 2 en 3 zijn 'Preferente', rijtuig 4 is restaurantrijtuig, de overige rijtuigen zijn 'Turista'. Twee plaatsen zijn hier rolstoeltoegankelijk.

Verbouwing

De treinen zijn ontstaan door verbouwing van de AVE serie 130 met de nummers 130 011 tot en met 130 025 en kregen daarna de nummers 730 011 tot en met 730 025.[2] Bij de verbouwing werden de bestaande talgo eindrijtuigen door nieuw gebouwde generatorrijtuigen vervangen. Verder moest de software van de locomotieven voor het dieselbedrijf en de wisseling van aandrijving aangepast worden. De brandmeldingsinstallatie van de koprijtuigen wordt van een rookmelder op een thermische melder omgeschakeld om te verhinderen dat uitlaatgassen van de dieselmotoren een vals brandalarm in de locomotieven veroorzaakt.

Geschiedenis

Aanschaf

In juni 2009 beschreef de Spaanse Verkeersminister José Blanco López voor het eerst het plan tweesysteem-hogesnelheidstreinen te bouwen, die in het hogesnelheidsverkeer tussen de Galicische steden Santiago de Compostella en Vigo ingezet zouden worden.[3] Op 29 december 2009 werd het sluiten van een overeenkomst ter waarde van meer dan 73 miljoen euro tussen de RENFE en het Consortium van de fabrikanten Talgo en Bombardier bekendgemaakt die de verbouwing van 15 treinstellen van de RENFE-serie 130 omvat, zodat deze ook op spoorlijnen zonder bovenleiding kunnen rijden.[4]

Bedrijf

De treinen zijn sinds 17 juni 2012 in dienst op de verbindingen van Madrid naar de regio Galicië en sinds december 2012 ook naar de regio Murcia ingezet worden.[4] Vanaf de zomer van 2011 vonden testritten plaats.[5]

Ongeval

Zie Treinramp bij Santiago de Compostella voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Bij de treinramp bij Santiago de Compostella op 24 juli 2013 verongelukte de trein Alvia 4155 met het treinstel 730 012 om 20:42 uur tijdens de rit van Madrid naar Ferrol, 4 km voor Santiago de Compostella. Daarbij ontspoorde het treinstel volledig, er stierven 79 personen.

  • (en) Talgo 250 (PDF; 1,1 MB), technisch vouwblad van Patentes Talgo
  • (es) Renfe Serie 730 op ferropedia.es

Referenties

Zie de categorie RENFE serie 730 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.