Resolutie 368 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Uiterlijk
Resolutie 368 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 17 april 1975 | |
Nr. vergadering | 1821 | |
Code | S/RES/368 | |
Stemming | voor 13 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Arabisch-Israëlisch conflict | |
Beslissing | Verlenging vredesmissie met drie maanden. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1975 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Wit-Russische SSR · Kameroen · Costa Rica · Guyana · Irak · Italië · Japan · Mauritanië · Zweden · Tanzania
| ||
Het Midden-Oosten.
|
Resolutie 368 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties was de tweede Veiligheidsraad-resolutie uit 1975. Dertien leden stemden voor terwijl China en Irak niet deelnamen.
Achtergrond
Zie Jom Kipoeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Na de Jom Kipoeroorlog hadden de VN een interventiemacht naar het Midden-Oosten gezonden om mee te werken aan een duurzame vrede in die regio.
Inhoud
De Veiligheidsraad:
- Herinnert de resoluties 338, 340, 341, 346 en 362.
- Heeft het rapport van de Secretaris-Generaal over de VN-interventiemacht bestudeerd.
- Merkt de ontwikkelingen in het Midden-Oosten op.
- Is bezorgd om de groeiende spanningen in de regio.
- Beslist:
- a. Een oproep te doen aan alle betrokken partijen om onmiddellijk resolutie 338 uit te voeren.
- b. Het mandaat van de VN-interventiemacht met drie maanden te verlengen tot 24 juli 1975.
- c. De Secretaris-Generaal te vragen tegen dan een rapport in te dienen over de ontwikkelingen en de genomen maatregelen om resolutie 338 uit te voeren.