Iriarte werd geboren in het departement Canelones. Het leverde hem de bijnaam Canario (kanarie) op, wat
verwijst naar de inwonersnaam van mensen uit dit departement.[2]
Iriarte voetbalde bij de Uruguayaanse clubs Racing Club de Montevideo en CA Peñarol. Hij speelde eerst bij Racing Club en maakte in 1932 de overstap naar CA Peñarol, waar hij samen kwam te spelen met Ernesto Mascheroni en José Andrade.[1] In dat jaar werd voor het eerst een profkampioenschap gespeeld in Uruguay, daarvoor speelden enkel amateurclubs in de competitie. Iriarte werd met zijn nieuwe club gelijk landskampioen.[3] Als gevolg van tuberculose moest de vleugelspeler in 1934 noodgedwongen stoppen met voetballen. Volgens Luciano Álvarez overleed Iriarte in op 11 november 1938.[1]
Iriarte werd door bondscoach Alberto Suppici opgenomen in de selectie van het Uruguayaanse elftal voor het WK 1930, dat plaatsvond in eigen land. Na de groepsfase ongeslagen door te zijn gekomen, was Iriarte in de halve finale tegen Joegoslavië voor het eerst trefzeker. Na een doelpunt van Pedro Cea en twee van Peregrino Anselmo zette Iriarte na 61 minuten spelen de 4-0 op het scorebord. Uruguay won de wedstrijd uiteindelijk met 6-1 en trof Argentinië in de finale.
In de finale wist Uruguay een 1-2 achterstand om te buigen naar een 4-2 overwinning. Iriarte schoot in de 68e minuut zijn land op voorsprong (3-2), waarna Héctor Castro vlak voor tijd de wedstrijd definitief op slot gooide. Iriarte speelde alle wedstrijden op het WK mee.[4]