Schalie (gesteente)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Woudloper (overleg | bijdragen) op 18 apr 2020 om 23:36. (Wijzigingen door Woudloper (Overleg) hersteld tot de laatste versie door 45.236.106.36)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Schalie (in België ook soms schiefer[1]) is een sedimentair gesteente dat bestaat uit geharde, geconsolideerde klei. In tegenstelling tot kleisteen heeft schalie een duidelijke splijting. Schalie wordt vaak verward met leisteen, maar in tegenstelling tot leisteen bestaat schalie grotendeels uit kleimineralen.

Kenmerken

Schalie wordt gevormd op het moment dat klei gecompacteerd wordt en onder invloed van druk overgaat van een ongeconsolideerd materiaal in een consistent gesteente. Door de structuur van de kleimineralen ontstaat een "platig" karakter. Leisteen heeft vergelijkbare eigenschappen, met name de duidelijke splijting. In leisteen wordt de splijting echter veroorzaakt door een foliatie van mica's, het is geen sedimentair maar een metamorf gesteente.

Schalie bevat vaak veel fossielen. Schalie komt in Nederland aan het oppervlak voor in Twente en op sommige plekken in Zuid-Limburg. In België is het een vrij algemeen voorkomend gesteente en komt het onder andere in de Ardennen voor.

Industriële toepassing

Schalie is een materiaal dat aardgas kan opslaan en daarmee in aanmerking komt voor winning van dit gas (schaliegas). Lagen schalie in de aardkorst worden benaderd door horizontaal boren. Echter om voldoende gas vrij te kunnen maken voor een rendabele winning, moet de techniek van fracking toegepast worden. Hierbij worden millimetergrote scheurtjes gecreëerd in het gesteente waar het gas in opgesloten zit.

Ook wordt schalie in plaatvorm wel op kleine schaal gebruikt voor dakbedekking.

Zie ook

Zie de categorie Shale van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
  1. P. Van den haute, P. De Paepe (2003). Cursus petrologie van de Universiteit Gent.