Schurkenstaat

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een schurkenstaat (vertaling van het Engelse rogue state) is een pejoratieve term die gebruikt wordt om een land te beschrijven dat zich buiten internationale verdragen stelt en zich in de internationale politiek 'onfatsoenlijk' gedraagt. De meeste schurkenstaten zijn dictaturen. De term heeft aan populariteit gewonnen sinds de terroristische aanslagen op 11 september 2001.

De term werd voor zover bekend voor het eerst gebruikt door Henry Kissinger, die in 1982 in Newsweek schreef, dat de Sovjet Unie wapens leverde aan "the rogue state of Libya".[1] Ze wordt het meest gebruikt door de regering van de Verenigde Staten, Die hiermee landen aanduidt die zich bezondigen aan onder andere terrorisme, mensenrechten schenden, internationale wetten negeren of massavernietigingswapens bezitten. Voorbeelden van zulke landen zijn Iran en Syrië. Afghanistan en Irak werden ook schurkenstaten genoemd, totdat de Verenigde Staten de aldaar regerende dictaturen omverwierp. Noord-Korea werd tot 2008 ook gerekend tot de schurkenstaten.[2]

Linkse critici wijzen erop dat gemeten naar de maatstaven die de VS hanteert, de VS zelf ook een schurkenstaat is. Ze wijzen erop dat de VS vaak unilateraal handelt en een groot aantal internationale verdragen niet ondertekend of geratificeerd heeft, zoals het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, het Kyoto-protocol en het Internationaal Strafhof. Verder menen critici dat de term 'schurkenstaat' ook opgaat voor enkele VS-bondgenoten, zoals Israël en Pakistan.


Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]