Het doel van de Nederlanders was de inname van Antwerpen, maar zij werden bij Ekeren verrast door de Fransen die erin slaagden hen te omsingelen. De Nederlandse bevelhebber Jacob II van Wassenaer Obdam, zoon van de admiraal Jacob van Wassenaer Obdam, raakte van zijn troepen gescheiden en vluchtte in paniek naar Breda. Door koelbloedig optreden van Frederik Johan van Baer konden de Nederlanders uit de omsingeling ontsnappen naar het Fort Lillo en totale vernietiging voorkomen.
De Nederlandse officieren en manschappen hadden zich van hun beste kant laten zien (behalve Obdam die zijn reputatie kwijt was) terwijl de Franse en Spaanse troepen, ondanks hun overmacht, nergens konden standhouden. De Nederlandse infanterie had opnieuw bewezen de beste van Europa te zijn, maar het was het optreden van de Nederlandse cavaleristen dat de meeste indruk maakte op tijdgenoten. Ze hadden aangetoond niet meer onder te doen voor de Franse en Spaanse ruiters.