382.457
bewerkingen
k (Robot-geholpen doorverwijzing: Vrijheid - Link(s) veranderd naar vrijheid (sociologie)) |
k (Links fix met AWB) |
||
De '''Kritik der Urteilskraft''', verschenen in 1790, is het sluitstuk van de trilogie van de Kritieken van '''[[Immanuel Kant]]'''. Na de theoretische rede (in de [[Kritik der reinen Vernunft]]) en de praktische rede (in de [[Kritik der praktischen Vernunft]]), waartussen Kant een onoverzienbare 'kloof' constateert, is in dit werk het woord aan de [[oordeel
==De kloof==
Tussen het gebied van het [[
'Tafel der oberen Seelenvermögen'
===De (theoretische) filosofie van de natuur===
Het Verstand (met zijn verstandscategorieën, waaronder de [[causaliteit]]) is [[a priori]] wetgevend ten aanzien van de sensibele [[Wildernis (natuur)|natuur]], verschaft [[theorie
===De (praktische) [[moraal]]filosofie===
''"Das Bewußtsein der bloß formalen Zweckmäßigkeit im Spiele der Erkenntniskräfte des Subjekts, bei einer Vorstellung, wodurch ein Gegenstand gegeben wird, ist die Lust selbst, weil es einen Bestimmungsgrund der Tätigkeit des Subjekts in Ansehung der Belebung der Erkenntniskräfte desselben, also eine innere Kausalität (welche zweckmäßig ist) in Ansehung der Erkenntnis überhaupt, aber ohne auf eine bestimmte Erkenntnis einge¬schrankt zu sein, mithin eine bloße Form der subjektiven Zweckmäßigkeit einer Vorstellung in einem ästhetischen Urteile enthält."''
Gerelateerd aan paragraaf IX en de Tafel der oberen Seelenvermögen is de overbrugging van "de kloof" vanuit het smaakoordeel aldus aan te duiden: De reflecterende oordeelskracht werkt vanuit het apriorische subjectieve/formele doelmatigheidsbeginsel, dat op zijn beurt tot bewustzijn wordt gebracht door het lustgevoel; een lustgevoel, dat ontstaat door de harmonie in het vrije spel tussen verbeeldingskracht en verstand, waardoor het dus een brugfunctie vervult richting verstand.
|