Vloeigrens: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Roland Goossens (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
De '''vloeigrens''' (Rp 0,2) is een [[materiaalconstante]] van staal, die het punt in een [[spanning-rekdiagram]] beschrijft waarop het materiaal "begint te vloeien", ofwel het punt waarop er [[plastische vervorming]] begint op te treden. Door het geven van een [[warmtebehandeling]] kan de vloeigrens, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de [[elasticiteitsmodulus]] van het materiaal sterk veranderd worden.
De '''vloeigrens''' (Rp 0,2) is een eigenschap van staal, die het punt in een [[spanning-rekdiagram]] beschrijft waarop het materiaal "begint te vloeien", ofwel het punt waarop er [[plastische vervorming]] begint op te treden. Door het geven van een [[warmtebehandeling]] kan de vloeigrens, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de [[elasticiteitsmodulus]] van het materiaal sterk veranderd worden.


Bij staal is er echt sprake van een zichtbaar vloeigebied, bij andere materialen is het moment waarop plastische vervorming begint op te treden minder goed te zien in het spanning-rekdiagram. Het verschijnsel wordt bij andere materialen officieel dan ook geen "vloeigrens", maar '''rekgrens''' genoemd.
Bij staal is er echt sprake van een zichtbaar vloeigebied, bij andere materialen is het moment waarop plastische vervorming begint op te treden minder goed te zien in het spanning-rekdiagram. Het verschijnsel wordt bij andere materialen officieel dan ook geen "vloeigrens", maar '''rekgrens''' genoemd.

Versie van 17 jun 2008 15:20

De vloeigrens (Rp 0,2) is een eigenschap van staal, die het punt in een spanning-rekdiagram beschrijft waarop het materiaal "begint te vloeien", ofwel het punt waarop er plastische vervorming begint op te treden. Door het geven van een warmtebehandeling kan de vloeigrens, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de elasticiteitsmodulus van het materiaal sterk veranderd worden.

Bij staal is er echt sprake van een zichtbaar vloeigebied, bij andere materialen is het moment waarop plastische vervorming begint op te treden minder goed te zien in het spanning-rekdiagram. Het verschijnsel wordt bij andere materialen officieel dan ook geen "vloeigrens", maar rekgrens genoemd.

Afhankelijk van of we met een ductiel of bros materiaal zitten, toont de vloeigrens een ander gelaat:

Taai materiaal

Bij het vloeien rekt een taai (ook wel "ductiel") materiaal uit onder een quasi constante spanning. Deze rek ontstaat door het lopen van dislocaties, en is een plastische rek.

De vloeigrens is punt C, het vloeien gebeurt in gebied II

Hoewel de vloeigrens al in het plastische gebied ligt, na de elasticiteitsgrens, is dit dé meest gebruikte materiaaleigenschap; in praktijk vallen die namelijk samen.

Bros materiaal

Brosse materialen breken bij het vloeien, de vloeispanning is dan ook gelijk aan de breukspanning. Het vervroegde breken ontstaat door het lopen van scheuren in het materiaal. In tegenstelling tot ductiele materialen wordt bij brosse materialen de scheur niet gestabiliseerd.

De vloeigrens is hier het moment van breuk - bakeliet is een bros materiaal

Waardentabel

Onderstaande tabel geeft een ruwe schets van de waarde van de vloeigrens. Deze waarde varieert al naargelang de warmtebehandeling of koudvervorming die het materiaal heeft ondergaan, maar is ook sterk afhankelijk van (in het geval van de metalen) de gebruikte legeringselementen.

Materiaal Vloeigrens
(MPa)
Gewoon staal 250
hogesterktestaal 690
roestvast staal 520
Titaniumlegering (6% Al, 4% V) 830
Aluminiumlegering 400
koper commercieel zuiver 70
spinrag 1150 (ongeveer)
Kevlar 3620
Nylon 45
Boron 3100
siliciumcarbide (SiC) 3440
safier (Al2O3) 1900

Het verband tussen de vloeigrens en de korrelgrootte volgt uit de Hall-Petchrelatie.

Sjabloon:Materiaalconstante