Paranoia: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
opmaak
Ginosbot (overleg | bijdragen)
k robot Anders: he:פרנויה
Regel 31: Regel 31:
[[fr:Paranoïa]]
[[fr:Paranoïa]]
[[ga:Paranóia]]
[[ga:Paranóia]]
[[he:פראנויה]]
[[he:פרנויה]]
[[hu:Paranoia]]
[[hu:Paranoia]]
[[id:Paranoia]]
[[id:Paranoia]]

Versie van 17 okt 2008 12:02

Paranoia (uit het Grieks, para = naast, nous = verstand) of achtervolgingswaan is een overmatige achterdocht.

In pathologische vorm uit paranoia zich in het gevoel dat men in de gaten gehouden, achtervolgd of bedreigd wordt, zonder dat zoiets daadwerkelijk gebeurt. Ook is er vaak sprake van complottheorieën. Iemand die aan paranoia lijdt, noemt men paranoïde. Een dergelijke waan kan bijvoorbeeld de inhoud hebben dat men wordt gevolgd, dat mensen 's nachts in het huis inbreken en rondlopen, dat er giftige gassen in het huis worden gepompt door kwaadwillende buren, dat elektronische apparaten in huis informatie naar de overheid doorzenden of dat de politie voor de deur de wacht houdt. Er bestaat over het algemeen geen ziekte-inzicht. Hierdoor zien mensen met paranoia zelf meestal geen heil in behandeling, zelfs als ze voor hun omgeving evident geestesziek zijn.

In de psychiatrie werd de term paranoia voor het eerst gebruikt door de Duitse psychiater Emil Kraepelin. Hij bedoelde hiermee een psychische aandoening waarvan een waan het enige of belangrijkste kenmerk is. Deze visie is nu grotendeels achterhaald en de term wordt nu in het algemeen gebruikt om een zelfgerichte waan aan te geven of in engere zin een achtervolgingswaan. Het woord heeft in de loop der tijd verschillende betekenissen gehad en ook nu nog bestaan er in de psychiatrie verschillende visies op.

Een klassiek geval van paranoia in de geschiedenis van de psychiatrie is het geval Daniel Paul Schreber (1842-1911), een Duitse rechter die na zijn ontslag uit het krankzinnigengesticht waarin hij was opgenomen eerst zelf een autobiografisch werk schreef over zijn aandoening [1] en daarna toch weer daarin terugviel. Over dit geval is ook gepubliceerd door Sigmund Freud [2].

Paranoia is vaak (al dan niet in lichtere vorm) een onderdeel van psychotische aandoeningen, met name schizofrenie of een waanstoornis, maar kan ook voorkomen bij niet-psychotische aandoeningen, zoals de paranoïde persoonlijkheidsstoornis.

De aandoening kan ook het gevolg zijn van somatische of neurologische ziekten, bijvoorbeeld de ziekte van Alzheimer.

Voetnoten:

  1. Daniel Paul SCHREBER Denkwürdigkeiten eines Nervenkranken - autobiographische Dokumente und Materalien uitg. Mutze, Leipzig (1903), heruitg. Focus Verlag, Wiesbaden (1973); een deel hiervan is ook vertaald opgenomen in Edmond Johannes Paul BRAND Het dossier Daniel Paul Schreber, uitg. Candide, Amsterdam 2001) ISBN 90-75483-25-2
  2. Sigmund FREUD Psychoanalytische Bemerkungen über einen autobiographisch beschriebenen Fall von Paranoia (Dementia paranoides) (oorspr. 1911) o.a. uitg. Fischer Verlag, Frankfurt am Maind (1973); Nederlandse vertaling opgenomen in Sigmund FREUD Psychoanalytische opmerkingen over een autobiografisch beschreven geval van paranoia (dementia paranoides) ['Het geval Schreber'] ; Een duivelsneurose in de zeventiende eeuw ; Het faculteitsattest in de zaak Halsmann, uitg. Boom, Amsterdam (1986) ISBN 90-6009-666-5 en ook in Morton SCHATZMANN De ondergang van Daniel Paul Schreber: een klassiek geval van paranoia en schizofrenie en Sigmund FREUD Psychoanalytische aantekeningen over een autobiografisch beschreven geval van paranoia (dementia paranoides) uitg. Van Gennep, Amsterdam (1974) ISBN 90-6012-233-X