Lichenometrie: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Taalfout hersteld.
Capaccio (overleg | bijdragen)
Regel 5: Regel 5:


== Principe ==
== Principe ==
Er wordt gebruik gemaakt van de [[Snelheid|groeisnelheid]] [[korstmos]]- of [[algen]]kolonies, aangezien die immers met een constante (trage) snelheid groeien (tussen 1 en 2 [[millimeter]] per jaar), zodat men de ouderdom van het substraat vrij nauwkeurig kan bepalen. Deze snelheid bepaalt men met hulp van gedateerde gesteentes, waarop korstmossen groeien. Door het meten van de [[diameter]] van de grootste korstmossen op een gesteente, kan de absolutie ouderdom van het gesteente bepaald worden. De volgende formule leidt tot de ouderdom van het gesteente:
Er wordt gebruik gemaakt van de [[Snelheid|groeisnelheid]] van [[korstmos]]- of [[algen]]kolonies, aangezien die immers met een constante (trage) snelheid groeien (tussen 1 en 2 [[millimeter]] per jaar), zodat men de ouderdom van het substraat vrij nauwkeurig kan bepalen. Deze snelheid bepaalt men met hulp van gedateerde gesteentes, waarop korstmossen groeien. Door het meten van de [[diameter]] van de grootste korstmossen op een gesteente, kan de absolute ouderdom van het gesteente bepaald worden. De volgende formule leidt tot de ouderdom van het gesteente:


:<math>A=\frac{D}{V}</math>
:<math>A=\frac{D}{V}</math>

Versie van 9 jun 2009 18:55

Dit korstmos op basalt kan helpen om de ouderdom van het gesteente te bepalen.

Lichenometrie (Grieks: lichè: korstmos; metrein: meten) is een absolute en incrementele dateringsmethode in de archeologie, geologie en sedimentologie, waarmee kan worden bepaald hoelang een gesteente is blootgesteld aan atmosferische omstandigheden. Men gebruikt de grootte van korstmossen als indicator voor de ouderdom van het gesteente of substraat waarop ze groeien.

De methode werd voor het eerst gebruikt door de Noorse botanicus Knut Fægri in 1933, waardoor deze de Vader van de Lichenometrie wordt genoemd.

Principe

Er wordt gebruik gemaakt van de groeisnelheid van korstmos- of algenkolonies, aangezien die immers met een constante (trage) snelheid groeien (tussen 1 en 2 millimeter per jaar), zodat men de ouderdom van het substraat vrij nauwkeurig kan bepalen. Deze snelheid bepaalt men met hulp van gedateerde gesteentes, waarop korstmossen groeien. Door het meten van de diameter van de grootste korstmossen op een gesteente, kan de absolute ouderdom van het gesteente bepaald worden. De volgende formule leidt tot de ouderdom van het gesteente:

met = ouderdom van het substraat (in jaren), = diameter van het korstmos (in millimeter) en = de groeisnelheid van het korstmos (in millimeter per jaar).

Voorbeeld: een korstmos groeit op een baksteen van een huis en heeft op 1 januari 1915 een diameter van 6 millimeter. Na 90 jaar, op 1 januari 2005, wordt nogmaals een meting uitgevoerd en die wijst uit dat de diameter vergroot is tot 147 millimeter. De groeisnelheid per jaar bedraagt dus of 1,56 millimeter per jaar. De baksteen is dus of 94 jaar oud.

Toepassingen

Lichenometrie kan ook aangewend worden voor ouderdomsbepaling van glaciale afzettingen in toendragebieden (hier zijn andere dateringsmethoden meestal niet mogelijk), veranderingen in het waterpeil van meren, rivieren en zeeën en aardverschuivingen. De factoren waarvan deze techniek afhangt zijn het soort korstmos (sommige korstmossen groeien niet gelijkmatig) en de klimatologische omstandigheden.

Nadelen

Er is een aantal nadelen aan deze methode verbonden:

  • Men kan vaak niet verder terug dan 9000 jaar in de tijd gaan, aangezien de resultaten niet accuraat meer zijn. Als men verder wil gaan in de tijd, worden vaak de koolstof-14-datering of varventelling toegepast.
  • Het is vaak moeilijk om het soort korstmos te onderscheiden, aangezien verschillende soorten veel op elkaar lijken.
  • Naarmate het gesteenteoppervlak meer door korstmossen wordt bedekt, neemt een soort natuurlijke competitie toe. De korstmossen scheiden dan stoffen af, waardoor de groei van de nabijgelegen korstmossen bemoeilijkt of zelfs gestopt wordt. De groeisnelheid neemt af en zo kan er in de berekening een relatieve fout optreden, waardoor men de indruk krijgt dat het onderliggende gesteente relatief jong is.
  • Als korstmossen zeer oud worden, neemt van nature uit hun groeisnelheid af. Dit leidt tot een onderschatting van de ouderdom van het substraat.

Externe links